Knecht (beroep): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+verw. naar dommekracht
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Voorbeelden van knechten zijn de ''boerenknecht'', ''stalknecht'' of ''paardenknecht''. Deze knechten, waarvan er soms meerderen op een [[boerderij]] werkzaam waren, waren in het algemeen intern bij de boer gehuisvest. Vaak hadden ze een werkpaard te verzorgen. Deze dieren moesten zeer vroeg in de ochtend gevoederd worden waarna het enkele uren duurde voordat het paard bij werkzaamheden kon ingezet worden. Daar ze intern waren konden ze niet gehuwd zijn. Als een knecht trouwde kon hij zijn werkzaamheden niet meer verrichten en werd hij ontslagen, maar soms kon hij als [[landarbeider]] bij dezelfde boer aan de slag. Een enkele maal nam een bekwame knecht de boerderij van zijn baas over, als er geen opvolger voor deze was.
 
Andere knechten waren de ''bakkersknecht'', de ''slagersknecht'' enzovoort. Deze mensen voerden eveneens hulptaken uit, dienden soms als [[loopjongen]], maar vaak ook leerden ze gaandeweg het vak, dus waren het eigenlijk [[leercontract|leerjongen]]s. Bekend is in dit verband ook de ''molenaarsknecht'', die zozeer tot de verbeelding spreekt dat hij optreedt in menig sprookje.<br>
 
In de [[Wegwielrennen|wielersport]] is de term nog heel gebruikelijk voor de [[Knecht (wielrennen)|mindere renners]] die het werk voor hun kopman opknappen.
 
Een '''stommeknecht''' is dan weer een werktuig om materiaal te steunen of tijdelijk "vast te houden" (te klemmen). Zie ook [[dommekrachtbijzettafeltje]]. DeEen [[laarzenknecht]] is een hulpwerktuig voor het uittrekken van knellend schoeisel.
 
==Negatieve betekenis==