Synflorescentie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvulling
aanvulling
Regel 1:
[[Bestand:Cyperaceae spp Sturm13.jpg|thumb|Synflorescenties bij [[Scirpus]]:<br>1: ''[[Scirpus radicans]]'', en<br>2: [[Bosbies|Bosbies (''Scirpus sylvaticus'')]].]]
Een '''synflorescentie''' is een samengestelde, soms sterk vertakte, samengestelde [[bloeiwijze]], dat gekenmerkt wordt door een eindelingse bloeiwijze met daaronder zijdelings ingeplante bloeiwijzen. Dit type bloeiwijzenSynflorescenties komt voor bij bijvoorbeeld [[Grassenfamilie|echte grassen (''Poaceae'')]] en [[Cypergrassenfamilie|cypergrassen (''Cyperaceae'')]].
 
== Beschrijving ==
Op de ([[Spil (plant)|spil, hoofdas of rachis]]) van de synflorescentie staan in de oksels van [[hoogteblad]]en of [[Schutblad (plant)|bracteeën]] de zijassen (rachilla's) ingeplant. De [[Vertakking|zijassen]] kunnen bij sommige groepen nog een vliezig, de basis van de zijas nauw omsluitend voorblad of profyllum hebben. Bij de cypergrassen heet dit "cladoprofyllum". Aan het uiteinde van de spil staan in een [[Aar (bloeiwijze)|aar]] nog bloemen. DezeDe eindelingse bloeiwijze wordt ook wel "coflorescentie" genoemd. Bij [[zegge]]s is dat dedie terminale bloeiwijze de mannelijke aar, en zijn de daaronder geplaatste vrouwelijke of tweeslachtige aren ook weer bloeiwijzen.
 
De bloemen zijn [[eenslachtig|een-]] of [[Tweeslachtigheid|tweeslachtig]] en staan in [[aartje]]s. Deze aartjes staan dus weer in de samengestelde bloeiwijzen, zoals de schijnbaar onregelmatig gebouwde [[Pluim (bloeiwijze)|pluimen]] en in aren.