Springen (paardensport): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 1:
[[Bestand:Hamina bastioni horse festival.jpg|{{largethumb}}|]]
[[Bestand:Jumping Amsterdam 2e lustrum.ogv|{{largethumb}}|Verslag van [[Jumping Amsterdam]] door het [[Polygoon-journaal]] in [[1967]]]]
[[Bestand:Baltic Cup Shannon Mejnert Sandy1.jpg|{{largethumb}}|Shannon Mejnert op Sandy in de Baltic Cup 2006]]
Regel 10:
== Geschiedenis ==
[[Bestand:Concours hippique Weeknummer 33-29 - Open Beelden - 57128.ogv|{{largethumb}}|Concours hippique in 1933]]
Hoe sterk ontwikkeld de paardensport in de oudheid ook was, er bestaan geen aanwijzingen dat men springtoernooien kende, zoals dat nu het geval is. Pas uit het barokke en feodale jachtspringen en de open formatietactiek van [[cavalerie]] in de [[19e eeuw]] vormde zich langzaam maar zeker een soort springstijl. Aanvankelijk werd het paard door rigide teugelvoering in de vrije sprong gehinderd en de ruiter verplaatste zijn zwaartepunt naar achteren in plaats van naar voren. Men dacht dat de achterbenen sterker waren en het gewicht beter konden opvangen. Slechte prestaties en valpartijen met catastrofale afloop waren aan de orde van de dag.
 
Omstreeks 1900 ontwikkelde de Italiaanse ritmeester [[Federico Caprilli]] (1868-1907) een nieuwe methode, die hij ontwierp na een vrij springend paard aandachtig te hebben gadegeslagen. Hij leerde de paardenrug te ontlasten, hoofd en hals vrij te geven, zich aan te passen aan de beweging van het paard om daarmee alle ruimte te laten voor een zo vrij mogelijke sprong. De door hem ontwikkelde methode waarbij tijdens de sprong het bovenlichaam van de ruiter naar voren wordt gebogen en de knieën tegen het [[Zadel (dier)|zadel]] steunen, noemt men de [[verlichte zit]], het werd de nieuwe springstijl.
Regel 33:
* triple sprong, ofwel ''triple bar'' of ''bar de spa'' (driedelige hindernis)
 
Tot slot kan er ook een combinatiesprong zijn opgenomen in het parcours; twee of drie hindernissen achter elkaar met een of twee galopsprongen ertussen. Als er twee hindernissen achter elkaar staan wordt dit een 'dubbel' genoemd, bij drie hindernissen achter elkaar een driesprong.
 
Er zijn verschillende klassen in het springen. Bij tien of meer winstpunten mag men een klasse hoger, bij veertig winstpunten moet men naar de volgende klasse.
 
Bij paarden:
* A = De A staat voor 'aspiranten', de hindernissen zijn hier max. 90  cm.
* B = De B staat voor 'beginners', hierbij wordt gesprongen over hindernissen van max. 1,00 meter.
* L = De L staat voor 'licht', hindernissen van 1,10 meter.
Regel 46:
 
Bij pony's:
*A-pony's: B = 50  cm L = 60  cm, M = 70  cm
*B-pony's: B = 60  cm, L = 70  cm, M = 80  cm
*C-pony's: B = 70  cm, L = 80  cm, M = 90  cm, Z = 100  cm, ZZ = 110  cm
*D-pony's: B = 80  cm, L = 90  cm, M = 100  cm, Z = 110  cm, ZZ = 120  cm
*E-pony's: B = 90  cm, L = 100  cm, M = 110  cm, Z = 120  cm, ZZ = 130  cm
 
Dan zijn er nog internationale klassen als Grand Prix. Dit is topsport en de hoogte van de hindernissen is gebonden aan een maximum hoogte die vermeld staat in het vraagprogramma en op de parcourstekening. Voor paarden over het algemeen 1,60 m en voor pony's is dat 1,35 m.
Regel 74:
* Bij tijdsoverschrijding van de (vooraf vastgestelde) toegestane tijd levert iedere 2,5 seconde die men te laat is één strafpunt op.
 
Als een paard weigert om over een hindernis te springen noemt men dit een ''weigering''. Voor een weigering krijgt de combinatie vier strafpunten. Vroeger kreeg men drie strafpunten; dit werd door het [[Internationaal Olympisch Comité|IOC]] veranderd. Na twee weigeringen wordt de combinatie uitgesloten. Paard en ruiter mogen het parcours dan niet verder afwerken. Er staat geen beperking op het aantal balken dat afgeworpen wordt. Voor elke hindernis waarvan een of meer balken afgeworpen worden krijgt de combinatie vier strafpunten.
 
De combinatie kan ook strafpunten krijgen wegens tijdsoverschrijding. Paard en ruiter hebben dan het parcours te langzaam afgelegd. Het parcours moet binnen een bepaalde tijd worden afgelegd. Voor elke (aangevangen) seconde waarmee de combinatie die tijd overschrijdt wordt één strafpunt toegekend. Als de combinatie er langer over doet dan het dubbele van de toegestane tijd, wordt de combinatie uitgesloten.