Arthur Seyss-Inquart: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hannes Karnoefel (overleg | bijdragen)
Hannes Karnoefel (overleg | bijdragen)
Regel 55:
Eerst probeerde hij met zachte hand de Nederlanders voor het nationaalsocialisme te winnen, onder meer door publieke optredens, strikte normen voor Duitse soldaten en het oprichten van Duits-Nederlandse vriendschapsinitiatieven. Hij was vanaf het begin van de bezetting regelmatig in de [[Polygoonjournaal]]s te zien waar hij zich als weldoener en kindervriend presenteerde. Het Polygoonjournaal diende in de eerste plaats als instrument om de activiteiten van [[Gleichschaltung|gelijkgeschakelde instellingen]], zoals de [[Nederlandse Opbouwdienst]] en [[Winterhulp Nederland]], onder de aandacht van het Nederlandse bioscooppubliek te brengen. Waarschijnlijk had hij verwacht dat de meeste Nederlanders zijn "uitgestoken hand" zouden aanpakken. Maar dat gebeurde niet en na de [[Februaristaking]] in 1941 voerde ook Seyss-Inquart -die onder druk werd gezet door de SS- de Duitse onderdrukking sterk op. Toen de [[Tweede Wereldoorlog|oorlog]] langzamerhand verloren was, trad hij steeds harder en fanatieker op tegen het Nederlandse ondergrondse [[verzetsbeweging|verzet]]. Verschillende keren heeft hij wel geprobeerd om harde wraakmaatregelen van de [[Schutzstaffel|SS]] uit te stellen of te verbieden, wat vanwege [[Heinrich Himmler|Himmlers]] invloed steeds moeilijker werd.
 
In december 1942 werd het gerucht verspreid dat zijn dochter door verzetsstrijders ontvoerd was. Seyss-Inquart had de waarschuwing gekregen dat zijn dochter hetzelfde lot zou ondergaan als een gijzelaar terechtgesteld werd. Er was twijfel over de juistheid van het gerucht, maar het was een feit dat er in die maanden geen enkele gijzelaar [[fusillade|gefusilleerd]] werd. Het gerucht was waarschijnlijk vals. Dit is wel een concreet plan geweest zoals staat beschreven in het boek "Oorlog in een dorp aan de IJsel" door Piet Willemsens. Het plan is op verzoek van andere verzetsgroepen afgeblazen omdat de repercussies en het risico te groot zouden zijn.
 
Hij was verantwoordelijk voor de deportatie van meer dan honderdduizend [[Joden]] naar de [[concentratiekamp]]en en [[vernietigingskamp]]en. Hoewel hij wist van de [[Jodenvervolging]]en en werkkampen (onder meer Westerbork), beweerde hij tijdens het [[Proces van Neurenberg]] dat, als hij op de hoogte was gebracht van het bestaan van daadwerkelijke vernietigingskampen in [[Oost-Europa]], hij alles zou hebben gedaan om deze [[deportatie]]s te voorkomen. Bij [[Heinrich Himmler|Himmler]] heeft hij - dat staat vast - verschillende pogingen ondernomen om een einde te maken aan de Jodenvervolgingen met als argument dat dit tijdens de oorlog alleen maar tot onnodige onrust leidde, in zowel de materiële productie als onder de rest van de "Arische" bevolking. Hij verzette zich echter niet daadwerkelijk tegen zijn superieuren, vermoedelijk uit carrièrezucht en vanwege praktische onmogelijkheid zonder afzetting tot gevolg.