JHWH: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 26:
In de [[westerse esoterie|esoterie]] gebruikt men symbolen om uitdrukking te geven aan innerlijke spirituele ervaringen, ervaringen die niet als "rationele kennis" onder woorden gebracht kunnen worden. Bijvoorbeeld in het [[gnosticisme]] spreekt men over een ander soort kennis, de [[gnosis]], die geen [[dianoia]] is en zelfs de [[nous]] overstijgt. Deze gnosis is de ervaring van het goddelijke in zichzelf, in het hart. Zie bijvoorbeeld bij het gnostische rozenkruisers genootschap.<ref>[http://www.rozenkruis.nl/ het gnostische rozenkruisers genootschap]</ref> Ook komt deze ervaring voor bij geschriften over het [[ik ben]]. Het "dat zijt gij" ofwel "Tat Tvam Asi" (zie engelse wikipedia) drukt dat in principe ook uit. Bedoeld is de identiteit van "dat" (het goddelijke in de natuur) met "gij" (het goddelijke in het hart).
 
De esoterische interpretatie van de woorden JHWH en HWH (IK ben die ben) verwijst naar diezelfde ervaring. Het is voor ieder mens als subject het "zijn" of "zelf" in zichzelf zonder dat men het ego bedoelt. Hierin ligt het eenheidsbesef en het begrip van broederschap als toegang tot [[empathie]] en eenheidservaring. Dat men JHWH vaak in de Bijbel als "Heer" vertaalt kan een misverstand opleveren, alsof JHWH uitsluitend een "ander" "buiten" jezelf zou zijn, als een soort "object": een vals anthropomorfisch beeld. Dat is de reden dat vele monotheïsten vinden dat men geen "beeld" van God mag maken en de naam van JHWH niet mag uitspreken. Overigens komt men die "Heer" ook in dezelfde notie tegen als Isvara.<ref>[http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/ow/i.html#6]</ref> Het [[ken uzelf]] dat o.a.onder andere boven op iedere tempelpoort van vrijmetselaars staat, is een opdracht tot actieve zelfreflectie in plaats van een abstracte duiding van het goddelijke.
 
In de [[theosofie]] wordt Jehova(h) als 'Heer van de maan' gezien, als het collectief [[Maanvoorouders]], [[elohim]] ('zonen van god') of als ééneen van hen.<ref>De Geheime Leer, deel II, H. P. Blavatsky, 1988, Theosophical university press agency, Den Haag, blz. 82, 105, 448</ref>. 'Jah-Hova' staat er voor de mens, 'mannelijk-vrouwelijk' en de voortbrenging van het menselijk lichaam.<ref>De Geheime Leer, Deel I, blz. 144</ref>
 
==Uitspraak==
Regel 49:
 
=== Jehova(h) ===
In de [[Middeleeuwen]] begon men de schrijfwijze ''jəhowāh'' door een misverstand<ref>Zie o.a.onder andere Spinoza: ''Theologisch politiek traktaat'', voetnoot door de vertaler Akkermans bij hoofdstuk 2, voetnoot 10, pag. 470</ref> niet meer als ''’ădônāj'', "Heer" maar als "Jehowah", "Jehovah" te lezen – aldus de 13e-eeuwse [[dominicanen|dominicaanse]] monnik Raimundus Marti in zijn werk ''Pugio Fidei adversus Mauros et Judaeos''. [[Desiderius Erasmus|Erasmus]] gaf de Godsnaam als "Jehova" weer en nam aan dat dit de oorspronkelijke uitspraak was. Deze vorm werd ook gebruikt in de inleiding van de eerste uitgave van de [[Statenvertaling]] van 1637.<ref>[http://www.statenvertaling.net/1637/inhoud_nieuwe_testament.html Inleiding van de Statenvertaling]</ref> [[Maarten Luther|Luther]] volgde de joodse traditie en vertaalde het tetragram met "(de) H<small>EER</small>" en bepaalde daarmee de belangrijkste [[protestantisme|protestantse]] traditie.
 
Sinds [[Joseph Franklin Rutherford]] de [[Bijbelonderzoekers]] hernoemde tot [[Jehova's getuigen]], wordt de uitspraak Jehova vaak met die [[geloofsgemeenschap]] geassocieerd. De [[Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen]] (ook wel Mormonen genoemd) gelooft dat Jehova een naam is van [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Jezus Christus]].
Regel 79:
We weten veel over de late Joodse herzieningen en recensies van het Grieks tegenover het Hebreeuws. Beroemd zijn de ''Grote drie'': [[Aquila van Sinope|Aquila]] (Ad 128), [[Symmachus de Ebioniet|Symmachus]] en [[Theodotion]]. Deze drie vertalingen volgen het Hebreeuws letterlijk, vergeleken met de oudere Griekse vertalingen van de LXX. Moderne geleerden beschouwen een of twee van de drie als volledig nieuwe Griekse versies van de Hebreeuwse Bijbel.<ref>Vergelijk Dines, die alleen Symmachus een echt nieuwe versie noemt, met Würthwein, die alleen Theodotion als een herziening beschouwt en zelfs als een voorbeeld van een vroegere niet-septuagint versie.</ref>
Deze Griekse vertalingen hebben het Tetragrammaton in oud en in nieuw Hebreeuws schrift, en ook wel omgezet in Griekse letters, midden in de Griekse tekst van het verhaal.
Sommige kopieën van het Griekse Oude Testament uit de laatste eeuwen voor Christus hebben een lege plek waar het tetragrammaton gestaan zal hebben, andere geven de Naam van God weer met "ΙΑΩ" (IAO); anderen gebruiken [[Bestand:Phoenician he.png|15px|]][[Bestand:Phoenician waw.png|15px|]][[Bestand:Phoenician he.png|15px|]][[Bestand:Phoenician yodh.png|15px|]]; en er zijn nog handschriften met andere varianten.<ref>See [http://ccat.sas.upenn.edu/rs/rak/earlypap.html The 'Textual Mechanics' of Early Jewish LXX/OG Papyri and Fragments].</ref> Een belangrijke versie die [[Bestand:Phoenician he.png|15px|]][[Bestand:Phoenician waw.png|15px|]][[Bestand:Phoenician he.png|15px|]][[Bestand:Phoenician yodh.png|15px|]] gebruikt, is de versie van [[Aquila van Sinope]].<ref>Zie [http://www.ccel.org/ccel/swete/greekot.iii.ii.html Swete's Intro to the OT in Greek, chapter 2].6.5: "Het Tetragrammaton wordt niet omgezet in Griekse letters, maar geschreven met Hebreeuwse letters, en met de letters van het paleo-Hebreeuwse alfabet; zo ook Origenes over Psalm 2; καὶ ἐν τοῖς ἀκριβεστάτοις δὲ τῶν ἀντιγράφων Ἐβραίοις χαρακτῆρσιν κεῖται τὸ ὄνομα, Ἐβραικοῖς δὲ οὐ τοῖς νῦν ἀλλὰ τοῖς ἀρχαιοτάτοις —waar de meest precieze handschriften ongetwijfeld zijn van de versie van Aquila, want geen van de kopiisten van de versie uit Alexandrië twijfelde of hij ο κς (de Heer) of κε (Heer,) in plaats van יהוה zou schrijven"</ref>
 
Matteo Pierro identificeerde 10 handschriften van de Septuagint waarin het Tetragrammaton in Hebreeuws schrift voorkomt.<ref>[http://jehovah.to/exe/greek/yhwh.htm jehovah.to] (een website van [[Jehova's getuigen]]) publiceerde het artikel van Pierro integraal en noemt de volgende handschriften: LXX P. Fouad Inv. 266; LXX VTS 10a; LXX IEJ 12; LXX VTS 10b; 4Q LXX Levb (=4Q120); LXX P. Oxy. VII.1007 Aq Burkitt Aq Taylor; Sym. P. Vindob. G. 39777; Ambrosiano O 39 sup.</ref> De Papyrus Rylands 458 wordt ook wel eens genoemd, maar geeft lege plekken. Pierro's conclusie dat de 10 vindplaatsen "valide argumenten zijn om aan te nemen dat de schrijvers van het Nieuwe Testament het Tetragrammaton in hun goddelijk geïnspireerde werk gebruikten", vindt geen enkele navolging onder Bijbelwetenschappers. Belangrijkste argument tegen deze stelling is dat er eenvoudig geen enkel handschrift is gevonden waarin dit het geval is. (Zie volgende paragraaf.)
Regel 167:
* De rooms-katholieke [[Petrus Canisiusvertaling]] (1948) en de eerste editie van de [[Willibrordvertaling]] (1975) geven de naam weer als Jahweh, dan wel Jahwe. In de tweede editie van de Willibrordvertaling keert men hiervan terug, mede naar aanleiding van bezwaren uit joodse kring, de Katholieke raad voor Israël en het Overlegorgaan voor Joden en Christenen ([[OJEC]]).<ref>Het vraagstuk van de Godsnaam, NBV informatie 13, NBG 2001; blz. 5</ref>
* Jehova's getuigen gebruiken ''Jehovah'', en vinden dit zo belangrijk dat zij in hun [[Bijbelvertaling]], de Nieuwewereldvertaling, deze naam zelfs in het in het [[Nieuwe Testament]] toevoegen, terwijl het tetragrammaton in geen enkele Griekse NT tekst voorkomt. Ook in nieuwtestamentische citaten uit het Oude Testament (Tenach), waar men de naam van God zonder enig bezwaar correct zou kunnen hebben geciteerd als ‘JHWH’, blijkt men in de – Griekstalige – grondtekst toch de voorkeur te hebben gegeven aan het Griekse ''Κυριος'' (Kurios, Heer). Hier zou de Septuagint van invloed kunnen zijn geweest. Zo wordt de profeet [[Joël (boek)|Joël]] geciteerd (Joël 2:32 in de meeste vertalingen, Joël 3:5 in de [[Biblia Hebraica Stuttgartensia|Biblia Hebraica]], de [[Willibrordvertaling]] en [[De Nieuwe Bijbelvertaling]]) door de apostel [[Petrus]] in [[Handelingen van de apostelen|Handelingen]] 2:21 en door de apostel [[Paulus (apostel)|Paulus]] in Romeinen 10:13. Opmerkelijk is, dat in beide citaten uit Joël de weergave van ''JHWH'' als ''Κυριος'' wordt betrokken op ''Ιησους'' (= Jesous, Jezus).
Opmerkelijk is dat de Franse protestantse vertaling van Louis Segond<ref>[[:fr:Louis Segond|''Louis Segond'' in de Franse Wikipedia]]</ref> voor ''JHWH'' de vertaling ''l’Éternel'' (letterlijk: de Eeuwige) gebruikt;<ref>Voorbeeld: Numeri 6:23-27</ref> dit sluit goed aan bij wat gewoonlijk als de betekenis van ''JHWH'' wordt beschouwd, nl.namelijk ''Ik ben die Ik ben'' of '' Ik zal zijn die Ik zijn zal''. Ook voor de NBV is de vertaling ''Eeuwige'' overwogen, doch deze is uiteindelijk afgewezen.<ref>[http://www.nbv.nl/achtergrondinfo/godsnaam/ NBV.nl]</ref>
 
==Zie ook==