God (christendom): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
"jullie zijn fake
Labels: Misbruikfilter: Kwebbelen Misbruikfilter: Leeghalen
k Wijzigingen door 195.169.151.253 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door 77.163.177.150
Regel 10:
Trinitariërs geloven in een God als [[God de Vader|Vader]], Zoon en [[Heilige Geest]], een oneindig wezen dat zowel binnen als buiten de natuur bestaat. Omdat de personen van de [[Drie-eenheid]] een persoonlijke relatie vertegenwoordigen, zelfs van God met zichzelf, wordt Hij door alle christelijke denominaties afgespiegeld als persoonlijk in zowel Zijn immanentie (in Zijn persoonlijke relatie jegens ons) en in Zijn transcendentie (in Zijn persoonlijke relatie jegens zichzelf). Hoewel dit minder vaak voorkomt, bestaan er ook niet-trinitarische [[theologie]]ën met een verschillende opvatting over de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen !!!
 
== Het vroege christendom ==
god bestaat niet
Uit Paulus' theologie in het [[Nieuwe Testament]] spreekt zijn geloof in Jezus Christus als de goddelijke Zoon van God en de Verlosser van de mensheid. Zijn theologie was echter niet doorgewerkt inzake de bijzondere relatie tussen God en Jezus Christus en hij geloofde nog niet in een goddelijke [[Drie-eenheid]]. De leden van zijn sekte waren voornamelijk Romeinen en [[Hellenisme|hellenistische]] Grieken.
satan for life <3<3
jullie moeten allemaal in het satanisme gelove
666
 
In de vroeg-christelijke, heidens-christelijke fase kunnen twee grote groepen worden onderscheiden. Aan de ene kant waren er religieuze denkers die waren beïnvloed door het hellenisme, en die een meer filosofisch opvatting van de nieuwtestamentische God hadden en die de menselijke rede als voldoende achtten om deze doctrines te begrijpen. Aan de andere kant waren er de gelovigen die zich ten minste gedeeltelijk baseerden op een aantal geherinterpreteerde joodse, en latere christelijke, openbaringen.<ref name = cobb>John B. Cobb, Jr.: artikel ''God: God in Postbiblical Christianity'', in Lindsay Jones (ed., 2005): ''Encyclopedia of Religion'', Thomson Gale, Detroit, Band 5, blz. 3553–3560 (ISBN 0-02-865733-0)</ref>
join satan save your life xoxo
 
=== Gnosticisme ===
De [[Gnosticisme|gnostici]] waren de eerste christelijke theologen na [[Philo van Alexandrië]] die de ideeën van het [[Platonisme#Middenplatonisme|Middenplatonisme]] omarmden.
 
Gnostici geloofden dat Hij in het begin een perfecte God was. In het [[Geheime Boek van Johannes]] wordt beschreven hoe "Sophia" (de [[Wijsheid (deugd)|wijsheid]]) een onvolmaakt en misvormd schepsel voortbracht genaamd [[Jaldabaoth]], de [[God (jodendom)|God van de Joden]].
 
Het Gnosticisme neigde ernaar God volledige transcendentie en ondoorgrondelijkheid toe te schrijven; in het Geheime Boek van Johannes worden bijvoorbeeld duidelijke uitspraken over Zijn transcendentie aangetroffen. God is meer dan alleen een "god", maar een [[monade]], volmaakt, oneindig, ondoorgrondelijk, onzichtbaar, eeuwig, onuitsprekelijk en zonder definieerbare attributen. [[Basilides]] ging volgens [[Hippolytus van Rome]] in de nadruk op de negatieve eigenschappen zo ver dat hij beweerde dat de niet-bestaande God het niet-bestaande universum uit het niets had geschapen.<ref>Robert M. Grant (1986): ''Gods and the One God'', Westminster Press, Philadelphia, blz. 86 (ISBN 0-664-21905-5)</ref>
 
De [[Valentinus (gnostiek)|valentiniaanse]] geleerde [[Ptolemaeus (gnosticus)|Ptolemaeus]] beweerde in zijn "Brief aan Flora", dat het [[Oude Testament]] volledig fout is, omdat het een onvolmaakte God beschrijft. Het zou dus niet geïnspireerd zijn door de ware, volmaakte God, noch door de [[Satan|Duivel]], maar door een tussenliggende God, de [[demiurg]] en schepper van de wereld.<ref>Robert M. Grant (1986): ''Gods and the One God'', Westminster Press, Philadelphia, blz. 87 (ISBN 0-664-21905-5)</ref>
 
=== Proto-orthodoxie ===
In hun geschriften beschrijven proto-orthodoxe [[kerkvaders]] zoals [[Tatianus]], [[Athenagoras van Athene|Athenagoras]], en [[Theophilus van Antiochië|Theophilus]] God als transcendent en eeuwig, vrij van beperkingen door tijd of ruimte, en getooid met de grootste bovennatuurlijke macht en glorie.<ref>George L. Prestige (1952): ''God in Patristic Thought'', S.P.C.K., Londen, blz. 3</ref>
 
De eerste belangrijke christelijke [[Apologeten|apologeet]], [[Justinus de Martelaar|Justinus Martyr]], beschreef in zijn geschriften een transcendent begrip van God, dat deels werd beïnvloed door het Middenplatonisme. God is de eeuwige, onbeweeglijke, onveranderlijke bron en heerser van het universum, naamloos en onbeschrijfelijk, ongeschapen, ver weg in de hemel, Zijn schepselen aanschouwend, maar niet in staat met hen te communiceren. Tatianus en Athenagoras beschreven soortgelijke ideeën. Athenagoras vatte samen dat God "ongeschapen, eeuwig, onzichtbaar, ondoorgrondelijk, onbegrijpelijk en oneindig" is, en alleen toegankelijk via het verstand.<ref name = rmg88>Robert M. Grant (1986): ''Gods and the One God'', Westminster Press, Philadelphia, blz. 88 (ISBN 0-664-21905-5)</ref>
 
Theophilus benadrukte de transcendentie van God en wees erop dat alle andere betekenissen verwijzen naar Zijn eigenschappen en handelingen, maar niet naar Zijn wezen zelf. Een vergelijkbare opvatting werd gehuldigd door [[Albinos]] en in het [[Corpus Hermeticum]].<ref name = rmg88 />
 
Een nog onpersoonlijker leer van God was van [[Clemens van Alexandrië]]. Voor hem was God onlichamelijk, vormloos en zonder [[Attribuut (filosofie)|attributen]]. Hij stond boven ruimte en tijd, deugd en goedheid, en zelfs boven de monade. De menselijke geest kan God niet begrijpen; de beste manier om een idee van Hem te krijgen, is via het negatieve proces ''kat aphairesin''. Kortweg betekent dit dat een juist begrip van God alleen te bereiken is door het wegdenken van alle [[contingentie]], worden, vorm, beweging en plaats.<ref>Clemens van Alexandrië: ''Stromata'', boek 5, hoofdstuk 11</ref> Al deze uitspraken wijzen op parallellen met [[Philo van Alexandrië|Philo]], waarvan Clemens het werk kende, net als met het Middenplatonisme en gnosticisme. In tegenstelling tot [[Plotinus]]' "Ene" was de God van Clemens een wezen met mentale vaardigheden, terwijl Plotinus' "Ene" de primaire bron van deze mentale vaardigheden is.<ref>Robert M. Grant (1986): ''Gods and the One God'', Westminster Press, Philadelphia, blz. 90 (ISBN 0-664-21905-5)</ref>
 
Christelijke denkers ontdekten al snel de consequenties van de ondoorgrondelijkheid van God. [[Origenes]] wees duidelijk op de tegenstelling tussen de steeds negatieve theologie en positieve taal van de Bijbel en kwam tot de conclusie dat alle plaatsen waarin God wordt beschreven met [[Antropomorfisme|antropomorfe]] kenmerken - zoals Zijn lijden, Zijn angst en Zijn woede - [[allegorie (letterkunde)|allegorisch]] moeten worden opgevat. Origenes begint zijn verhandeling ''De principiis'' met kritiek op degenen die geloven dat God een lichaam heeft. God is onbegrijpelijk en het is onmogelijk om zich een voorstelling van Hem te maken. Hij is een onzichtbare intelligentie die geen ruimte nodig heeft, net als de menselijke intelligentie geen ruimte nodig heeft. In zijn latere commentaar op [[Evangelie volgens Matteüs|Matteüs]] wijzigt Origenes zijn interpretatie. Hij schreef daarin over de goddelijke [[Logos]], die leed en van mensen hield. In die zin is God in staat om menselijke emoties te voelen als Hij zich met menselijke aangelegenheden bezighoudt.<ref>Robert M. Grant (1986): ''Gods and the One God'', Westminster Press, Philadelphia, blz. 91 (ISBN 0-664-21905-5)</ref> Hoewel Origenes in een later geschrift de ondoorgrondelijkheid van God weer verwierp, bepaalde deze leer de christelijke theologie tot in de [[20e eeuw]].<ref name = cobb />
 
=== De doctrine van de Drie-Eenheid ===
{{Zie hoofdartikel|Drie-eenheid}}
In het Nieuwe Testament komt de term ''Drie-Eenheid'' niet voor. In de eerste eeuwen van het christendom leidde dit tot veel discussie. Athenagoras was de eerste christelijke auteur die zich specifiek met het probleem van de doctrine van de Drie-eenheid bezighield. Hij verdedigde de leer van de eenheid van God. De Zoon van God is "de Logos van de Vader in volmaakte vorm (''idea'') en kracht (''energeia'')", en de Heilige Geest is een [[Emanatie (filosofie)|emanatie]] van God. De eerste overgeleverde boek over de Drie-eenheid is geschreven door [[Tegenpaus Novatianus|Novatianus]].<ref>Robert M. Grant (1986): ''Gods and the One God'', Westminster Press, Philadelphia, blz. 157 (ISBN 0-664-21905-5)</ref>
 
Tijdens het [[Concilie van Nicaea I|Concilie van Nicaea]] ([[325]]) werd de gelijkwaardigheid van de Vader en de Zoon vastgelegd. In de [[Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel|Geloofsbelijdenis van Nicea]] wordt de Griekse term ὁμοούσιον (''homoousios'', "één in wezen") gebruikt om de relatie tussen Christus en God de Vader te beschrijven op een manier die aan de ene kant de goddelijkheid van Jezus Christus benadrukte en aan de andere kant de eenheid van God bewaren moest. De Heilige Geest werd kort vermeld om het geloof te bevestigen dat dit een van de Vader en Zoon gescheiden goddelijke entiteit is.
 
In [[381]] op het [[Concilie van Constantinopel I]] werd de Heilige Geest aan deze goddelijke gelijkwaardigheid toegevoegd en het geloof in de Drie-eenheid officieel bevestigd. De doctrine van de Drie-eenheid werd opnieuw bevestigd in de tussen 381 en 428 geschreven [[Geloofsbelijdenis van Athanasius]]. Op het [[Concilie van Chalcedon]] in [[451]] werd vastgesteld dat Jezus zowel God als mens was.<ref name = cobb /> Tussen het idee dat er drie verschillende goden zouden zijn ([[tritheïsme]]) en dat er drie verschillende aspecten van één God zijn ([[Monarchianisme]]), werd een middenweg als compromis gevonden.<ref>H. P. Owen (1971): ''Concepts of Deity'', Macmillan, Londen, blz 13 (ISBN 0-333-01342-5)</ref>
 
Het concept God in het [[christendom]] bestaat uit drie aspecten:
# [[God de Vader]];
# [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Jezus]], de Zoon;
# de [[Heilige Geest]].
In grote delen van het christendom worden deze aspecten gezien als een [[Drie-eenheid]]. Niet alle christelijke stromingen ondersteunen deze visie. Het [[arianisme]], een christelijke stroming in de [[4e eeuw]] wees de eenheid van Vader en Zoon al af; tegenwoordig wijzen onder meer de [[Jehova's getuigen]] en de [[Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen]] de leer af.
 
==== God de Vader ====
{{Zie hoofdartikel|God de Vader}}
Het eerste aspect van God is de ''Hemelse Vader'', de schepper van hemel en aarde. Volgens het christendom komt dit aspect van God overeen met de [[Oude Testament|Oud-Testamentische]] God van het jodendom. De mensen zijn geschapen ''naar Zijn beeld''; de mensheid wordt gezien als ''kinderen van God''.
 
==== Jezus Christus, de Zoon ====
{{Zie hoofdartikel|Jezus (traditioneel-christelijk)}}
Het christendom leert dat God zijn eniggeboren Zoon Jezus naar de wereld heeft gezonden om de mensheid te bevrijden van de [[Zonde (christendom)|zonde]]. Jezus is zowel God als mens. Ook is hij de tweede persoon in de goddelijke [[Drie-eenheid]].
Hij werd door [[Paulus (apostel)|Paulus]] de 'ontlediging van God' genoemd: slechts dóór hem kunnen wij de Vader kennen. Zijn leven wordt ook door veel niet-christenen als een navolgenswaardig moreel voorbeeld gezien.
 
==== De Heilige Geest ====
{{Zie hoofdartikel|Heilige Geest}}
Het derde aspect van God binnen het christendom is de Heilige Geest. De Heilige Geest wordt beschouwd als de [[Geest]] van God en wordt doorgaans gesymboliseerd in de vorm van een [[duiven (vogels)|duif]] of een [[vlam|vuurvlam]]. Het beeld van de duif komt van de [[Doop met de Heilige Geest|doop]] van Jezus, beschreven in het [[Evangelie volgens Matteüs]] waarbij 'de Geest van God als een duif op hem neerdaalde'.<ref>[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Mat+3%3A16&id18=1&pos=0&l=nl&set=10 Matteüs 3:16], ([[Nieuwe Bijbelvertaling]])</ref> Het beeld van de vlam komt uit het Bijbelboek [[Handelingen der Apostelen|Handelingen]], waar staat dat er een soort vlammen verschenen 'die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten', waarna ze vervuld werden van de Heilige Geest.<ref>[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Hand+2%2C3-4&id18=1&pos=0&l=nl&set=10 Handelingen 2:3 en 4] (Nieuwe Bijbelvertaling)</ref>
 
=== Andere ideeën in de [[Patristiek]] ===
[[Basilius van Caesarea]] maakte een onderscheid tussen enerzijds de aard en de substantie van God, die volledig ontoegankelijk was, en anderzijds de goddelijke krachten. Het zouden deze krachten zijn waarmee God ingrijpt in de wereld en ze zouden een sterke verbinding hebben met de Heilige Geest.
 
De geschriften van [[Pseudo-Dionysius]] hebben veel gemeen met het [[neoplatonisme]] van [[Plotinus]]. In de [[Oosters christendom|oosterse kerken]] was hun invloed groot en van onbetwiste [[orthodoxie]]. De geschriften van Pseudo-Dionysus benadrukken de volledige onbegrijpelijkheid van de goddelijke natuur en benadrukten de goddelijke krachten. Zowel positieve als negatieve theologie is noodzakelijk: de positieve om in de wereld symbolen te vinden voor God en de negatieve om aan te tonen dat er geen aanduiding voor de natuur van God bestaat.
 
[[Augustinus van Hippo]] beschouwde God als alwetend, almachtig, alomtegenwoordig, moreel superieur en als de Schepper van het universum [[Creatio ex nihilo|ex nihilo]]. Ondanks al deze eigenschappen is God eenvoudig. Door een interpretatie van het concept [[tijd]] probeerde Augustinus de christelijke leer van de onveranderlijkheid van God te verzoenen met de schepping van de wereld.
 
== Middeleeuwen en Renaissance ==