Georges Lemaître: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 77.174.234.224 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Wimpus
Regel 63:
=== Kosmische (achtergrond)straling ===
[[Bestand:CMB Timeline75.jpg|{{largethumb}}|[[WMAP]] kijkt terug tot de oerknal]]
Lemaître richtte zijn aandacht verder op het onderzoek van de [[kosmische straling]], waarvan een deel, zoals volgt uit en voorspeld is in zijn theorie, nog afkomstig moet zijn van de oerknal. Vanaf 1928 waren door de experimenten van [[Walther Bothe]] en [[Werner Kolhörster]] aanwijzingen gevonden dat de [[kosmische straling]] niet uit een soort ultra-doordringende super-[[gammastraling]] bestond - zoals eerst was aangenomen - maar in werkelijkheid uit hoog energetischehoogenergetische geladen deeltjes. In dat geval zouden de deeltjes beïnvloed worden door het [[aardmagnetisch veld]]. Dat zou betekenen dat het aantal deeltjes dat de Aarde bereikt afhangt van de richting en sterkte van dit aardmagnetisch veld. In 1932 voorspelden Lemaître en de Mexicaan [[Manuel Sandoval Vallarta]] dat dicht bij de magnetische evenaar de intensiteit van de kosmische straling lager zou liggen. Ook zou de intensiteit afhangen van de richting waar de deeltjes vandaan kwamen (de ''Lemaître-Vallarta-theorie''). Deze voorspellingen werden spoedig bevestigd door [[Arthur Holly Compton|Arthur Compton]], [[Thomas Hope Johnson]] en [[Luis Alvarez]], waarna algemeen als bewezen werd aangenomen dat de kosmische straling bestond uit geladen deeltjes.
 
Volgens Lemaître konden deze deeltjes om verschillende redenen niet afkomstig zijn van de sterren. Zijn hypothese in 1932 was dat ze het restant waren van het verval van [[radionuclide]]n na de oerknal. Hoewel tegenwoordig bekend is dat de kosmische straling uit onze eigen [[Melkweg (sterrenstelsel)|Melkweg]] komt, was het wel een interessant idee. In 1965 ontdekten [[Arno Allan Penzias]] en [[Robert Woodrow Wilson]] wel de [[kosmische achtergrondstraling]], waarmee de oerknaltheorie uiteindelijk door de meeste wetenschappers werd aanvaard.