Leger des Heils: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Poets
Richardw (overleg | bijdragen)
link verplaatst
Regel 9:
Het doel van het Leger des Heils is:
:Het verkondigen van het [[evangelie]] van [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Jezus Christus]] "in woord en daad".
Er is binnen het Kerkgenootschap Leger des Heils veel aandacht voor de persoonlijke [[bekering]]: “Alle leden van de organisatie belijden door de [[genade (christelijk geloof)|genade]] [[God (christendom)|God]]s gered te zijn van de schuld en de macht van de [[zonde (christendom)|zonde]]. Zij zijn er zich van bewust, dat zij zijn "gered om te redden", soldaten, die strijden om anderen voor [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Christus]] te winnen. Vandaar de aanvallende methoden van het Leger."<ref>Brochure ''Stoottroep van Christus'', 1962</ref> De opwekkingssamenkomsten spelen een grote rol; vroeger ook de straatprediking. Het beeld van de heilssoldaat die langs de cafés gaat om de ''Strijdkreet'' aan de man te brengen is nog wel bekend, maar behoort toch grotendeels tot het verleden. Vroeger vond [[evangelisatie|straatevangelisatie]] op veel grotere schaal plaats. Met muziek en zang trok het legerkorps door de straten en op straathoeken en pleinen werd de blijde boodschap verkondigd.
 
Het Leger werft, al predikend in Christus' naam, soldaten voor haar strijd tegen ongeloof, onverschilligheid en zonde, maar ook tegen nood, leed, ellende en verpaupering, en tegen geldaanbidding en [[materialisme (levenshouding)|materialisme]].
Regel 26:
* Gerrit Juriaan Govaars; onderwijzer, die al met (uit Frankrijk van een vriend gekregen) S-en op zijn kraag liep vóór er een Leger des Heils in Nederland was.
* John K. Tyler; een Engelse ex-zeeman, die als heilsofficier de leiding van het werk in Nederland kreeg.
Op 8 mei vond de eerste [[evangelisatie]]<nowiki/>bijeenkomstevangelisatiebijeenkomst plaats in een zaal aan de [[Gerard Doustraat]] in Amsterdam. Er knielden die dag zestien mannen en vrouwen neer aan de [[zondaarsbank]]. In september van datzelfde jaar reikte commissioner Smith in Amsterdam de vlag uit aan een korps van meer dan honderd heilssoldaten. Na een jaar waren er al zeven korpsen, ondanks de grote tegenstand die hier en daar werd ondervonden.
 
België volgde in 1889.