Krabben: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 2A02:1812:2D1C:7600:484:2A53:AE16:1233 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Sonty567 |
k één van de – http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/238/en_een_van_de/, replaced: is één van de → is een van de met AWB |
||
Regel 30:
De benaming 'krab' wordt soms gegeven aan kreeftachtigen die strikt genomen niet tot de krabben horen maar hier wel sterk op lijken, zie ook onder [[#Onderscheid met andere dieren|onderscheid met andere dieren]]. Er zijn echter ook dieren en zelfs planten die de naam 'krab' dragen maar niet op krabben lijken. De naam krab slaat dan op een kenmerk dat aan krabben doet denken. Een voorbeeld is de [[krabbenscheer]] (''Stratiotes aloides''), waarvan de schutbladeren van de bloemstelen doen denken aan de scharen van een krab.<ref>De Heimanshof - '''Krabbenscheer''' - [https://web.archive.org/web/20131111031724/http://www.deheimanshof.nl/heimanshof/index.php?option=com_content&view=article&id=187%3Akrabbenscheer&catid=2%3Aflora-a-fauna&Itemid=9 Website]</ref> Iemand die krabben bestudeert wordt een [[carcinologie (zoölogie)|carcinoloog]] genoemd.
De Nederlandse naam ''krabben'' wordt al sinds lange tijd gebruikt en stamt van het [[Middelnederlands
Verschillende verschijnselen in de natuur zijn naar de krab genoemd. Een van de bekendere is de [[krabnevel]], die zijn naam dankt aan de schets die van de nevel gemaakt werd en lijkt op een krab. De namen die men in verschillende talen aan bepaalde dieren of objecten geeft worden nogal eens door elkaar gebruikt. Zo wordt het sterrenbeeld [[kreeft (sterrenbeeld)|Kreeft]] in andere talen wel met 'krab' aangeduid, en vaak ook als een krab afgebeeld. In het Nederlands en Duits wordt gesproken over heremiet''kreeften'', maar in het Engels heten de dieren ''hermit crabs''. De [[degenkrabben]] behoren tot een geheel andere groep van geleedpotigen en zijn meer verwant aan de [[Spinnen (dieren)|spinnen]] dan aan de krabben. De [[krabspinnen]] (Thomisidae) zijn een familie van vaak goed gecamoufleerde [[spinnen (dieren)|spinnen]]. Krabspinnen hebben de gewoonte zich zijwaarts voort te bewegen en de verlengde voorste poten voor zich uit te houden, net als een krab.
Regel 42:
De allergrootste krab is de [[Japanse reuzenkrab|Japanse reuzen- of spinkrab]] (''Macrocheira kaempferi''), die in de [[Grote Oceaan]] rond Japan voorkomt tot dieptes van 300 meter. De krabben hebben een schildbreedte van ongeveer 35 centimeter maar door de enorme poten kan de spanwijdte zo'n vier meter bedragen en een 'schofthoogte' van anderhalve meter worden bereikt.<br />De kleinste krabben behoren tot de [[erwtenkrabbetjes]] (Pinnotheridae), ze worden ongeveer anderhalve centimeter lang. Ook het [[nagelkrabje]] (''Thia scutellata'', familie Thiidae) is een kleine soort die een carapaxlengte van maximaal 22 millimeter bereikt. Bij krabben worden de mannetjes gemiddeld iets groter dan de vrouwtjes.
Krabben kunnen de meest uiteenlopende kleuren hebben, zo zijn er soorten die geheel wit van kleur zijn maar ook zwarte soorten komen voor. Een aantal soorten heeft bonte kleuren, zoals rood, blauw en paars. Een voorbeeld is de [[Zuid-Amerika
===Kop===
Regel 60:
Krabben lijken door hun grote pantser of [[carapax]] uit één geheel te bestaan, maar net als alle geleedpotigen hebben ze een gesegmenteerd lichaam. De krab heeft een lichaam dat bestaat uit twee delen; een [[Kopborststuk|cephalothorax]] of kopborststuk en een achterlijf, het achterlijf wordt bij krabben wel [[pleon]] genoemd. Het kopborststuk wordt beschermd door een groot en hard schild dat de kop en het middendeel van het lichaam herbergt zodat alleen de poten uitsteken. Het schild is met de kop vergroeid zodat deze niet is afgesnoerd zoals bij de meeste dieren. Net als alle kreeftachtigen hebben krabben ook een gesegmenteerd achterlijf, dit is echter altijd onder het rugschild gekromd en dit is het belangrijkste verschil met alle andere kreeftachtigen. Een uitzondering vormen de soorten uit de kleine familie [[Raninidae]], die hierdoor als primitief worden beschouwd. Bij sommige krabben is het kopborststuk anders van vorm, zoals de [[gestekelde sponspootkrab]] (''Inachus dorsettensis''), die een peervormig lichaam heeft. De [[gewone hooiwagenkrab]] (''Macropodia rostrata'') heeft een zeer klein kopborststuk en lijkt hierdoor op een [[hooiwagens|hooiwagen]].
De buikzijde van een krab wordt het [[Borstbeen|sternum]] genoemd en bestaat uit brede platen of [[sterniet
Het pantser van krabben heeft een min of meer [[zeshoek
===Poten===
Regel 68:
Krabben behoren tot de [[tienpotigen]] of Decapoda, en beschikken over vier paar looppoten en één paar scharen. De poten zijn zoals bij alle geleedpotigen gesegmenteerd, iedere poot is met de [[coxa]] of heup aan het lichaam gehecht. Het volgende deel wordt de basis genoemd en is net als de coxa erg kort. Het volgende segment is het ischium, bij de looppoten zijn de basis en het ischium goed te onderscheiden maar bij de scharen zijn deze twee delen vergroeid. De volgende segmenten bestaan uit de [[merus]] '''(4)''', de [[carpus]] '''(5)''', de [[propodus]] '''(6)''' en ten slotte de [[dactylus (Arthropoda)|dactylus]] of 'teen' '''(7)''', dit is het laatste pootsegment.<ref name="TAVARES">{{Citeer web | url = ftp://ftp.fao.org/docrep/fao/009/y4160e/y4160e22.pdf| titel = '''True Crabs''' | auteur = M. Tavares}}</ref> De dactylus eindigt spits, en niet in gesegmenteerde klauwtjes zoals bij andere geleedpotigen als [[spinnen (dieren)|spinnen]] en [[insecten]].
Krabben lopen in tegenstelling tot kreeften niet voor- en achteruit maar zijwaarts. Bij deze manier van voortbewegen maken de poten aan één zijde duwende bewegingen, terwijl die aan de andere zijde het lichaam vooruit trekken. Om de duwende en trekkende bewegingen over de poten te verdelen maakt een krab soms een draai van 180 graden zodat de looprichting hetzelfde blijft maar de belasting op de poten verandert.<ref name="WORLD">{{Citeer web | url = http://www.seadb.net/schedule.php?ids=51 | titel = '''Crabs''' | auteur = World Database of Marine Species}}</ref> Krabben kunnen op het land een snelheid bereiken tot 8,5
De scharen zijn bij vrijwel alle krabben omgevormd tot stevige grijpklauwen, die dienen om stukken voedsel af te scheuren, harde prooien als schelpen te kraken en ook een rol spelen bij de verdediging. Deze scharen worden wel [[chelipeden]] genoemd, de schaar bestaat uit een onbeweeglijk deel en een kleiner beweeglijk deel. Sommige krabben hebben aangepaste scharen, zo zijn die van de [[wenkkrabben]] zeer verschillend bij de mannetjes. De kleine schaar is niet veel groter dan een looppoot maar de grote schaar kan langer zijn dan de krab zelf. Bij deze soorten dienen de scharen als visueel communicatiemiddel bij de paring. Bij de zwemkrabben zijn de scharen juist gelijk van vorm, een verschil in scharen bemoeilijkt bij deze soorten het zwemmen. De [[Calappa|schaamkrabben]] hebben grote, tot brede platen vergroeide scharen, die voor de voorzijde worden gehouden en doen denken aan twee voor het gezicht geslagen 'handen'. Dit wordt nog versterkt door de golvende structuren aan de bovenrand van iedere schaar, die aan vingers doen denken. Bij sommige krabben vertonen de scharen seksuele dimorfie, zoals de scharen van de [[blauwe zwemkrab]], die bij de mannetjes blauw van kleur zijn maar de vrouwtjes hebben opvallende rode scharen.
Regel 107:
===Ademhalingsorganen===
[[Bestand:Crab internal anatomy arrows.png|thumb|260px|De kieuwen van een krab, aangegeven met rode pijlen.]]
De ademhaling van krabben geschiedt door zuurstofrijk water langs de [[kieuw
De plaatachtige structuren waaruit de kieuwen bestaan worden de [[scafognathiet]]en genoemd en bevatten zuurstofopnemend weefsel.<ref name="GRZ" /> De scaphognathieten zijn gelegen in de zogenaamde [[kieuwkamerwand]] aan de binnenzijde van het pantser. In water levende krabben voeren continu water langs het weefsel waarbij zuurstof wordt opgenomen. Op het land vertoevende exemplaren stellen een voorraadje water steeds bloot aan de lucht zodat middels [[diffusie]] zuurstof uit de lucht wordt opgelost, en voeren het vervolgens via de onderzijde van het lichaam weer naar de kieuwkamer waar de zuurstof weer wordt onttrokken. Bij de meeste krabben wordt het water door de mondopening naar de kieuwbasis gevoerd, maar bij heel kleine krabben is deze afstand te kort om voldoende zuurstof op te nemen. Deze soorten voeren het water over de rugzijde, dat vaak is voorzien van een ruwe structuur om het water zo lang mogelijk bloot te stellen aan de buitenlucht en zo de mate van diffusie te verhogen. Een voorbeeld van dergelijke krabben zijn soorten uit het geslacht ''[[Dotilla]]''. Soorten uit het geslacht ''[[Ocypode]]'' hebben venster-achtige structuren aan de poten waarvan lange tijd werd gedacht dat ze gehoororganen waren. Tegenwoordig weet men dat deze vensters betrokken zijn bij de ademhaling, maar alleen functioneren als de krab zich op het land bevindt.<ref>Colin Little - '''The terrestrial invasion''' - [http://books.google.nl/books?id=PGA4AAAAIAAJ&dq=dotilla+breathe&source=gbs_navlinks_s Website]</ref>.
Regel 124:
De [[columbuskrab]] (''Planes minutus'') leeft op open zee ([[Pelagische zone|pelagisch]]) en wordt aangetroffen op allerlei drijvend materiaal, de soort is voornamelijk bekend als vertegenwoordiger van de [[Sargassozee|Sargassumwiergemeenschap]].
De habitat van een krab hangt vaak samen met de groep waartoe deze behoort. De soorten uit de families [[Carpiliidae]] en [[Trapeziidae]] bijvoorbeeld leven rond [[koraalrif
Een aantal soorten krabben heeft zich aangepast op het leven in zoet water, zoals in mangrovenbossen waar de getijden zout water aanvoeren maar het water overwegend zoet is. Andere soorten hebben zich volledig op het leven op het continent aangepast, soorten uit de familie [[Pseudothelphusidae]] zijn semi-terrestrische bewoners van bergbeken in [[Centraal-Amerika]]. Krabben die tot de familie [[Grapsidae]] behoren komen aan land maar leven langs oevers en kusten. Vrijwel al deze soorten leven in zoet water maar moeten om zich voort te planten naar de zee trekken. Deze jaarlijkse trek komt onder andere voor bij de soort ''[[Gecarcoidea natalis]]'', die leeft op [[Christmaseiland|Kersteiland]]. De krabben migreren met miljoenen van het bos aan de ene zijde naar de rotsen aan de andere zijde van het eiland<ref>{{aut|Adamczewska, A.M. & Morris, S.}} (2001). [http://www.biolbull.org/cgi/reprint/200/3/305.pdf Ecology and behavior of ''Gecarcoidea natalis'', the Christmas Island red crab, during the annual breeding migration.] ''Biological Bulletin, Marine Biological Laboratory, Woods Hole'' '''200''':305–320.</ref>. Krabben die in zoet water leven kunnen tot in bergstreken voorkomen, soorten uit het geslacht ''[[Potamon]]'' zijn aangetroffen tot een hoogte van 2100 meter boven [[zeeniveau]].<ref name="GRZ" /> De Australische soort ''[[Holthuisana transversa]]'' leeft in woestijnen en houdt zich in leven met het schaarse water dat in het hol wordt opgevangen.<ref name="WOESTIJN">{{aut|MacMillen RE, Greenaway PC}} (1978) Adjustment of energy and water metabolism to drought in an Australian arid-zone crab. ''Physiol Zool'' '''51''':230-240</ref> Deze laatste soort kan zich ook op het land voortplanten, wat bij andere kreeftachtigen wel meer voorkomt, zoals bij de Isopoda, maar bij de krabben zijn er maar weinig soorten die obligaat op het land leven en zich buiten het water kunnen voortplanten. Een voorbeeld zijn een aantal soorten uit de [[Sesarmidae]]familie, die in tropische streken leven. Dergelijke soorten komen voor in vochtige bossen, ook voor deze soorten geldt dat de krab in een kurkdroge omgeving niet lang overleeft. Net als andere op het land aangepaste kreeftachtigen, zoals pissebedden en heremietkreeften, moeten de ademhalingsorganen van een krab altijd vochtig blijven om te kunnen functioneren. Veel soorten graven hiertoe tunneltjes waarin ze schuilen tegen droogte. Door het afgeplatte lichaam kunnen krabben goed schuilen in spleten en tussen stenen, veel soorten kunnen zich snel achterwaarts ingraven. Veel landbewoners leven permanent in holletjes die ze zelf graven, het hol wordt verdedigd tegen indringers.
Regel 194:
}}
|}
[[Bestand:Kometsukigani 06g0139v.jpg|thumb|''[[Scopimera globosa]]'' is
Krabben zijn [[ecologie|ecologisch]] gezien een invloedrijke groep omdat ze een grote verspreiding hebben en vaak talrijk zijn. Grotere krabben zijn een belangrijke bron van voedsel voor veel dieren. Voor iedere krab die de volwassenheid bereikt staan er vele soortgenoten die als larve of kleine krab worden opgegeten door andere dieren. Vooral veel larven worden gegeten door planktoneters.
Regel 223:
|}
[[Bestand:Lybia edmondsoni.jpg|thumb|''[[Lybia]]''-soorten gebruiken anemonen als bokshandschoenen.]]
Krabben hebben veel vijanden, voornamelijk [[vissen (dieren)|vissen]] als [[kabeljauw]] en [[paling]] en daarnaast vele andere zeedieren. Ook vogels proberen krabben op te duiken, een voorbeeld van een typische krabetende vogel is de [[krabplevier]] (''Dromas ardeola''). Ook andere vogels hebben krabben op het menu staan, zoals [[Meeuwen (vogels)|meeuwen]] en [[eidereend
De [[karetschildpad]] (''Eretmochelys imbricata'') is een voorbeeld van een [[zeeschildpadden|zeeschildpad]] die wel krabben eet en ook rivierschildpadden eten krabben zoals de bedreigde [[Yangtze-weekschildpad]] (''Rafetus swinhoei''). Daarnaast hebben sommige krokodilachtigen krabben op het menu staan, zoals de [[spitssnuitkrokodil]] (''Crocodylus acutus'').
Regel 230:
===Verdediging===
De belangrijkste vorm van verdediging van krabben bestaat uit hun van nature vaak goede [[camouflage
Als een krab toch wordt opgemerkt, zal deze altijd proberen te vluchten. Zelfs de grotere soorten zoals de [[noordzeekrab]], die een spanwijdte van de scharen heeft van 70 centimeter, zullen eerder proberen weg te vluchten dan de aanval in te zetten. Alleen als een krab in het nauw wordt gedreven, bijvoorbeeld als het dier wordt opgepakt, worden de krachtige scharen gebruikt. Bij veel soorten zijn deze krachtig genoeg om een kneep te geven die men nog lang zal heugen. Krabben zijn bij een confrontatie echter nooit gevaarlijk, ze kunnen geen zware verwondingen toebrengen en geen giftige stoffen toedienen zoals een aantal andere geleedpotigen.
Regel 265:
Live Mud Crabs.jpg|Krabben kunnen levend worden verkocht.
Daegu Yeongdeok crab.jpg|''Chionoecetes opilio'' is [[economie|economisch]] een belangrijke soort.
Korean cuisine-Geal bibimbap-03.jpg|[[Korea
</gallery>
}}
Regel 278:
Een krab is net als alle schaaldieren hard van buiten, maar zo goed als vloeibaar van binnen. Net als een kippenei stollen de eiwitten van de krab waardoor ze een vaste vorm aannemen. Gekookt krabbenvlees is wit van kleur, het vlees wat aan de buitenzijde van het pantser zit is vaak roodachtig. Het meeste vlees wordt verkregen uit het kopborststuk, dat bijna de gehele krab omvat. Grotere soorten krabben hebben daarnaast ook in de scharen een aanzienlijke hoeveelheid vlees, zodat krabbenscharen ook los worden verkocht. Bij kleinere krabben wordt het vlees vaak niet uit de krab verwijderd maar wordt het dier in zijn geheel opgediend, dus met poten en al.<br />Naast het vlees wordt tevens de kuit (eitjes) als voedsel gezien, en bijvoorbeeld verwerkt als decoratie op [[sushi]].
In de handel zijn ook 'crab sticks' verkrijgbaar die een witte kleur hebben en een roodoranje kleur aan één zijde zodat het op krabbenvlees lijkt. Hoewel er vaak echt krabbenvlees in wordt verwerkt bestaat de stick voornamelijk uit [[surimi]] en wordt als imitatiekrab beschouwd. Surimi bestaat grotendeels uit gemalen [[witvis]] van verschillende soorten vissen waarvan het aanbod groot is maar de smaak minimaal. De krabsmaak wordt verkregen door toevoeging van [[Smaakstof|aroma's]] en de rode kleur aan één zijde ontstaat door toevoeging van [[kleurstof
Sommige krabben zijn giftig en kunnen dodelijk zijn bij consumptie, zie ook onder [[#Verdediging|verdediging]].
Regel 385:
*** Superfamilie [[Ocypodoidea]] <small>Rafinesque, 1815</small>
*** Superfamilie [[Pinnotheroidea]] <small>De Haan, 1833</small>
* Sectie [[Podotremata]]
** Superfamilie [[Cyclodorippoidea]] <small>Ortmann, 1892</small>
|