Francesco Carpino: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 1:
[[Bestand:Coat of arms of Francesco Carpino.svg|miniatuur|Wapen]]
'''Francesco Carpino''' ([[Palazzolo Acreide]], [[18 mei]] [[1905]] – [[Rome (stad)|Rome]], [[5 oktober]] [[1993]]) was een [[Italië|Italiaans]] [[geestelijke]] en [[kardinaal (geestelijke)|kardinaal]] van de [[Rooms-katholiekeKatholieke Kerk]].
 
Carpino bezocht het [[seminarie]] van [[Noto (Italië)|Noto]] en het [[Pauselijk Romeins Seminarie]], waar hij doctoraten verwierf in de [[filosofie]] en de [[theologie]] alsmede een graad in het [[canoniek recht]]. Hij was toen pas 21 jaar oud en ging terug naar [[Sicilië]] om daar professor te worden aan het seminarie. Hij werd in [[1927]] tot [[priester (hoofdbetekenis)|priester]] [[wijding|gewijd]]. Hij werkte aanvankelijk als [[parochie (kerk)|parochiepriester]] in het [[bisdom]] Noto, maar vertrok in [[1929]] weer naar Rome om hoogleraar te worden aan het [[Pauselijke Lateraanse Universiteit|Pauselijk Lateraans Atheneum]]. Dat zou hij blijven tot [[1951]]. Naast zijn hoogleraarschap deed vervulde hij verschillende pastorale functies in Rome. Hij werd in [[1939]] door [[paus Pius XII]] benoemd tot [[Monseigneur|kamerheer van de Paus]].
 
Op [[11 februari]] [[1951]] benoemde paus Pius XII Carpino tot [[titulair bisschop|titulair aartsbisschop]] van ''Nicomedia'' en tot [[hulpbisschop|bisschop-coadjutor]] van [[Monreale]]. Tien jaar later werd hij titulair aartsbisschop van ''Sardica'' en secretaris van het [[College van Kardinalen]]. Van [[1961]] tot [[1964]] diende hij als raadsman in de voorbereidende commissie voor het [[Tweede Vaticaans Concilie]]. Tijdens het [[conclaaf van 1963]] diende hij als secretaris. In [[1967]] werd hij pro-prefect van de [[Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten]]. Dat zou hij maar enkele maanden blijven.
 
Carpino werd tijdens het [[consistorie]] van [[juni]] [[1967]] door [[paus Paulus VI]] tot kardinaal gecreëerd. de ''[[Santa Maria Ausiliatrice in Via Tuscolana]]'' werd zijn [[titelkerk]]. Op dezelfde dag werd hij benoemd tot [[aartsbisschop]] van [[Palermo (stad)|Palermo]]. In [[1970]] nam hij ontslag. Hij vond zichzelf te oud voor de vele problemen - met name rond de [[maffia]] - waar zijn bisdom mee werd geconfronteerd. Hij werd benoemd tot [[kardinaal-bisschop]] van het [[Suburbicair bisdom]] [[Bisdom Albano|Albano]].
 
Kardiaal Carpino overleed in zijn slaap. De [[requiemmis]] werd gehouden in de [[Sint Pietersbasiliek]], waarbij [[paus Johannes Paulus II]] voorging, waarbij dertig kardinalen [[celebrant (persoon)|concelebeerden]]. Een tweede requiemmis vond later plaats in Palermo, waar de kardinaal werd bijgezet in de kathedrale kerk.