De malle mergpijp: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k herred. en herschikking |
||
Regel 8:
'''''De malle mergpijp''''' is een stripverhaal uit de reeks van [[Suske en Wiske]]. Het is geschreven door [[Paul Geerts]] en gepubliceerd in [[De Standaard]] en [[Het Nieuwsblad]] van 20 september 1972 tot en met 2 februari 1973. De eerste albumuitgave was in juni 1973.
In dit verhaal wordt meer bekend over Jeroms jeugd.
==Locaties==
* [[IJsland]], voorhistorische onderaardse wereld
==Personages en uitvindingen==
* [[Suske]], [[Wiske]] met [[Schanulleke]], [[tante Sidonia]], [[Lambik]], [[Jerom]], [[professor Barabas]], [[Krimson]], [[Achiel (stripfiguur)|Achiel]] (bediende van Krimson), twee handlangers van Krimson, Lowie en andere agenten, [[Moe Mie]], de grotkastaars ([[apen]]), sjamaan
▲* [[Suske]], [[Wiske]] met [[Schanulleke]], [[tante Sidonia]], [[Lambik]], [[Jerom]], [[professor Barabas]], [[Krimson]], [[Achiel (stripfiguur)|Achiel]] (bediende van Krimson), twee handlangers van Krimson, Lowie en andere agenten, [[Moe Mie]], de grotkastaars ([[apen]]), sjamaan.
==Uitvindingen==
▲*de Stalen Tor (Hovercraft).
==Het verhaal==
{{Leeswaarschuwing}}
Lambik is erg zuinig, hij vindt dat alles alsmaar duurder wordt
Dan komt er een stem uit de kist, professor Barabas heeft zichzelf met een [[lava]]blok opgesloten en is zo naar huis gegaan. Ze gaan met het lavablok naar het laboratorium en Jerom slaat het blok stuk. Er blijkt een [[Bot (anatomie)|mergpijp]] in te zitten. Professor Barabas legt uit dat prehistorische mensen door magische mergpijpen [[kleurstof]] op de tekeningen van dieren bliezen en daardoor voor een goede jacht zorgden. Dan ontdekt Suske dat ze weer worden afgeluisterd, maar de boeven kunnen opnieuw ontsnappen.
Wiske blaast ’s nachts op de mergpijp en ziet een schim van een vrouw, maar Jerom gelooft haar niet en stuurt haar weg. Krimson wil de mergpijp om er legers, gangsters en bendes mee te maken. Hij breekt die nacht in het huis van tante Sidonia in en raakt Jerom met een giftige [[Pijl (wapen)|pijl]]. Het vergif heeft een merkwaardige uitwerking op Jerom, die zich net een dierenvel heeft aangetrokken. Jerom raast als een oermens door de stad. De politie waarschuwt professor Barabas en de vrienden gaan op zoek naar Jerom, die zich heeft verschanst in een [[container (kist)|container]] en met Schanulleke praat. Wiske praat op Jerom in om Schanulleke te redden, maar hierdoor begint Jerom zijn eigen moeder te missen. ▼
▲Wiske blaast ’s nachts op de mergpijp.
Jerom blaast op de mergpijp en als Wiske naar boven klimt ziet ze Jerom op een wolk verdwijnen, en Schanulleke is ook verdwenen. Lambik vindt nog wel een briefje met de tekst BEMEMOEMIEMEE en Wiske vertaalt dit als "Ben met Moe Mie mee". Professor Barabas wil onderzoek doen in IJsland en heeft een [[Hovercraft]] gemaakt waarmee de vrienden in de [[Krater (landschapsvorm)|krater]] afdalen. In de grotten zien ze Krimson in een andere Hovercraft, en Lambik en tante Sidonia worden gevangengenomen maar kunnen ook snel weer ontkomen. Jerom komt met zijn moeder in een voorhistorische wereld terecht, de stenen geven licht zodat het niet donker is onder de grond. Jerom doodt een [[tyrannosaurus]] voor het avondeten, en wordt door zijn moeder in een wiegje gelegd.▼
▲Jerom blaast op de mergpijp.
’s Nachts wordt Moe Mie ontvoerd door de grotkastaars, en Jerom ontdekt hun schuilplaats in een grot. De apen willen Moe Mie offeren omdat ze een visioen hebben gehad over de mens, die een gevaarlijk ras zal worden. Jerom verslaat de apen en bevrijdt Moe Mie. Ze vertelt dat Jerom als kind zijn bijzondere krachten heeft gekregen door een [[sjamaan]], die met zijn mergpijp kleur op zijn tekening heeft geblazen. Door toeval kwam de mergpijp bij professor Barabas terecht, en toen Wiske erop blies kwam Moe Mie tevoorschijn, maar ze zal snel terug moeten keren naar het [[geestenrijk]]. Jerom wil nog weten hoe hij in het ijs is terechtgekomen, waarin hij eeuwen later door hertog Le Handru is ontdekt<ref>zie album [[De dolle musketiers]]</ref>. Moe Mie vertelt dat hij door een overstroming is weggespoeld, en dat de vader van Jerom is gestorven in de oorlog tegen de grotkastaars.
Moe Mie wordt weer door de apen gevangengenomen, en Jerom wordt gedwongen mee te gaan. Jerom moet tegen een enorme aap vechten.
Dan vinden de vrienden het huisje, en, al snel daarna Jerom. Hij neemt de vrienden mee naar het graf van zijn vader. Krimson ziet alles en volgt de vrienden naar het graf. De mergpijp blijkt verdwenen en tante Sidonia en Lambik gaan op zoek naar Krimson. Suske en Wiske komen een dinosaurus tegen == Achtergronden bij het verhaal ==
* Jerom vindt dat vroeger alles beter was, en door het gif ([[Curare]]) van een pijl wordt hij ook weer de Jerom als in het album [[De dolle musketiers]] (1953, zijn debuut). Hij draagt ook weer een dierenvel.
* Het verhaal haakt deels in op ''[[De dolle musketiers]]'' (1953), waarin Jerom ook nog in een dierenvel rondloopt en dol is op Schanulleke.
==Uitgaven==
|