Axioma's van de kansrekening: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
alleen trefwoord vet, eerste zin toegevoegd
George4 (overleg | bijdragen)
Regel 10:
Een dergelijk drietal (<math>\Omega</math>, verzameling der gebeurtenissen, ''Pr'') is een bijzonder geval
van een [[maattheorie|maatruimte]].
==voorbeeldVoorbeeld==
Bij eenmaal gooien met een dobbelsteen is de uitkomstenruimte (verzameling mogelijke uitkomsten) <math>\Omega = \{1, 2, 3, 4, 5, 6\}</math>. Voor de gebeurtenissen kunnen we hier alle deelverzamelingen van <math>\Omega</math> nemen. De kans op een van de ogenaantallen 1 tot en met 6, dus de kans op heel <math>\Omega</math>, is 1. De kans op een van de ogenaantallen uit <math>\{1, 2, 3, 5, 6\}</math> is gelijk aan de kans op een uitkomst uit <math>\{1, 5\}</math> plus de kans op een uitkomst uit <math>\{2, 3, 6\}</math>. Bij een zuivere dobbelsteen zal de kans op elk van de gebeurtenissen {1}, {2}, ...,{6} hetzelfde zijn en dus gelijk aan 1/6. Voor de hiervoor genoemde gebeurtenissen geldt dan: