Federatie van Katholieke Kringen en Conservatieve Verenigingen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 18:
De '''Federatie van Katholieke Kringen en Conservatieve Verenigingen''' (Frans officieel: ''Fédération des Cercles catholiques et des Associations conservatrices''<ref>In de 19e eeuw was het in de hogere kringen en politiek in België, ook bij Vlamingen, gebruikelijk Frans te spreken. De Nederlandse vertaling is daarom niet officieel en werd toen niet gebruikt. Naarmate de vernederlandsing toenam, vond zij echter meer en meer ingang.</ref>) was een verbond van conservatieve politieke verenigingen in België, dat de facto de '''Katholieke Partij''' vormde.
 
==Oprichting Geschiedenis ==
=== Oprichting ===
De politieke organisatie in België beperkte zich aanvankelijk tot verenigingen van cijnskiezers per kieskring (kiesverenigingen) die onder elkaar beslisten hoe de [[kieslijst]] er zou uitzien. In de jaren vijftig van de negentiende eeuw zien verschillende arrondissementele '''conservatieve kiesverenigingen''' het licht onder de naam ''Association constitutionnelle conservatrice'' of een variante daarop.
Op 11 juli 1864 werden de katholieke en conservatieve arrondissementele kiesverenigingen verenigd in de Bond van Conservatieve Verenigingen, ofwel de Federatie der Kiesverenigingen, die fungeerde als coördinatieorgaan.
Regel 27 ⟶ 28:
Naar aanleiding van de [[Schoolstrijd (België)|schoolstrijd]] nam de Cannart begin 1884 ontslag. In 1884-1885 werden de beide organisaties samengesmolten, aanvankelijk (maart 1884) met [[August Beernaert]] als voorzitter, vervolgens (eind 1884) onder de leiding van [[Charles Woeste]].
 
=== Aan de macht ===
==Ideologie==
De verworvenheden van de [[Franse Revolutie]] zijn onomkeerbaar en het heeft geen zin om alles [[reactionair]] terug te draaien. In de plaats daarvan moet er ten volle gebruikgemaakt worden van de grondwettelijk gewaarborgde rechten, met name de [[vrijheid van onderwijs]], [[godsdienstvrijheid|van eredienst]] en [[Vrijheid van vereniging|van vereniging]], om binnen de moderne samenleving het zielenheil van de gelovigen te verwezenlijken. De overheid heeft zich niet in te laten met de inhoud van met name het onderwijs.
 
Sociaal-economisch wordt het [[economisch liberalisme|liberalisme]] gehuldigd: tegen de inmenging van de overheid in private aangelegenheden zoals eigendom en de arbeidsverhoudingen. De katholieke [[werkgever|patroons]] zullen zich op [[paternalisme|paternalistische]] wijze het lot van hun werkvolk aantrekken.
 
== Aan de macht ==
Bij de verkiezingen van 10 juni 1884 haalden de katholieken de meerderheid in het parlement. Een en ander is het gevolg van de agitatie door de Nationale Unie voor het Herstel der Grieven (''Union Nationale pour le Redressement des Griefs'') tegen het antiklerikale [[Schoolstrijd (België)|schoolbeleid]] en voor de herwaardering van het platteland. In het arrondissement Brussel verliezen alle 16 liberale volksvertegenwoordigers hun zetel aan de Onafhankelijken, een groep van ontevredenen onder leiding van graaf [[Adrien d'Oultremont]], die zich weldra integreren binnen de katholieke partij.
 
Regel 39 ⟶ 35:
Bij de verkiezingen van 1912 moest de Federatie het hoofd bieden aan een liberaal-socialistisch [[kartellijst|kartel]], maar slaagde erin de meerderheid te behouden.
 
=== Einde van het machtsmonopolie ===
Tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] moet de Katholieke partij dulden dat er liberale en socialistische ministers mee in de oorlogsregering worden opgenomen. Na de oorlog ziet de Federatie zich voor voldongen feiten gesteld wanneer het [[algemeen enkelvoudig stemrecht]] wordt ingevoerd en er haar een [[regering van nationale eenheid]] wordt opgedrongen, met een eerste minister ([[Léon Delacroix]]) die niet uit haar rangen afkomstig is.
 
Regel 49 ⟶ 45:
 
Eind 1936 wordt de Katholieke Unie ontbonden en vervangen door een tweeledige structuur, waarin er geen plaats meer is voor de Federatie van Kringen.
 
== Ideologie ==
De verworvenheden van de [[Franse Revolutie]] zijn onomkeerbaar en het heeft geen zin om alles [[reactionair]] terug te draaien. In de plaats daarvan moet er ten volle gebruikgemaakt worden van de grondwettelijk gewaarborgde rechten, met name de [[vrijheid van onderwijs]], [[godsdienstvrijheid|van eredienst]] en [[Vrijheid van vereniging|van vereniging]], om binnen de moderne samenleving het zielenheil van de gelovigen te verwezenlijken. De overheid heeft zich niet in te laten met de inhoud van met name het onderwijs.
 
Sociaal-economisch wordt het [[economisch liberalisme|liberalisme]] gehuldigd: tegen de inmenging van de overheid in private aangelegenheden zoals eigendom en de arbeidsverhoudingen. De katholieke [[werkgever|patroons]] zullen zich op [[paternalisme|paternalistische]] wijze het lot van hun werkvolk aantrekken.
 
== Politieke mandaten ==