Etniciteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Turk - Koppeling(en) gewijzigd naar Turken
Regel 29:
Na de oprichting van het [[Koninkrijk der Nederlanden]] hebben lange tijd vele rooms-katholieken zich in de zuidelijke provincies afgewend gehouden van de ontwikkeling van een Nederlandse natie. Onder hen vormde zich in de eeuw van [[Verzuiling]] (1850-1960) een eigen religieuze identiteit, in het begin vaak nog tegenover die van de Nederlandse nationaliteit. Het verzet tegen de militaire mobilisering voor de bestrijding van de Belgische opstandelingen na 1830, is daarvan een voorbeeld. Vervolgens was dat de aanmelding van vrijwillige soldaten in de jaren zestig van de 19de eeuw voor de militaire verdediging van de Pauselijk-kerkelijke staat tegen de Italiaanse eenwording. In katholiek-intellectuele kringen verbreedde de identiteit zich tot een [[Groot-Nederlandse]] en zij greep daarmee terug op de gezamenlijke geschiedenis met de zuidelijke Nederlanden (Vlaanderen) van vóór de Reformatie. De katholieke elite in Holland nam het voortouw bij de integratie als een religieuze etniciteit binnen de Nederlandse natie (zie de [[verzuiling]]). Hierin wordt duidelijk dat het Nederlandse natiebegrip nooit een eenduidig concept was maar gelaagd. Het bestond uit verschillende elkaar sceptisch of zelfs vijandig bejegenende varianten. Dit heeft de Nederlandse nationale identiteit een veel losser karakter gegeven dan de nationale identiteiten van andere landen zoals met name Duitsland en Frankrijk, waar zij binnen hun nationale kader strak geregisseerd werden via onderwijs, media en politieke partijvorming.
Het werd lange tijd verdedigd dat er binnen de Nederlandse nationaliteit etnische groepen als die van de "Marokkaanse Nederlander" en "Turkse Nederlander" zouden bestaan. Mensen die dan een bewust Nederlandse nationale identiteit zouden willen beleven boven hun etnische identiteit als [[Marokkaan]] of [[Turken|Turk]]. Dat bleek tot op heden een wensdenken dat door de ontwikkelingen werd gelogenstraffend. Onder de Marokkanen voelt aantal hoogopgeleiden zich weliswaar primair Nederlander, maar dan altijd altijd ook Marokkaan, niet als ondergeschikte etniciteit maar als tweede nationaliteit. Voor de meeste Marokkanen zijn beide nationaliteiten gelijkwaardig en voor velen staat de Marokkaanse dan primair in hun identiteitsbeleving. De discussie hierover is niet alleen juridisch van aard maar ook emotioneel gepolitiseerd. In sterkere mate geldt dit voor de Turken in Nederland, waaronder velen zich primair als behorend tot Turkse natie voelen, en hun Nederlandse nationaliteit als daaraan ondergeschikte formaliteit beschouwen. Complicerend is dat etnische minderheden als [[Berbers]] (onder de Marokkanen), en [[Koerden]] en [[Alevieten]] (onder de Turken) zich weer op afstand voelen staan binnen die aan hun toegeschreven nationaliteiten. Men zou kunnen verwachten dat zij dan toegankelijker zijn voor de Nederlandse nationale identiteit. Voor de meesten geldt tussen de uitersten een dynamische middenpositie. Dynamisch omdat die positie kan verschuiven in de persoonlijke ontwikkeling, maar ook kan wisselen tussen de sociale ruimtes waarin men verkeert: beroep, familie, geloof, politiek. Actuele politieke spanningen zijn ook van invloed op de beleving van deze identiteiten en hun onderlinge verhoudingen.
Hierbij moet worden aangetekend dat het Turkse nationaliteitsbesef zich, door zijn zelfverklaarde superioriteit, moeilijk als Turkse etniciteit ondergeschikt laat maken aan een andere, in dit geval Nederlandse, natie. Deze superieure uniciteit wordt bewust gevoed door de Turkse staat, die intervenieert in het culturele, religieuze en politieke leven van 'zijn landgenoten' in de Europese staten en daarmee zijn gezag stelt boven het gezag van de betreffende Europese staten.