Victor Martin: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 6:
Afkomstig uit een christelijk gezin, deed Victor Martin zijn middelbare studies aan het katholieke college van [[Ath]]. Aan de [[KU Leuven]] behaalde hij een [[licentiaat]] [[Politieke en Sociale Wetenschappen]] en een [[doctoraat]] in de Economische Wetenschappen, dat hem in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland bracht. Zijn eindscriptie verscheen in 1938.
 
Terug in BelgieBelgië dreef de [[Achttiendaagse Veldtocht|Duitse inval]] van 10 mei 1940 hem tijdelijk op de vlucht. Op de eerste dag van de invasie kwam zijn geliefde om bij een Duits bombardement.<ref>"De Belg die undercover ging in nazi-Duitsland", ''De Morgen'', 17 juli 2017, p. 17</ref> Na een tweetal jaar – hij woonde toen in de [[Elsene|Elsense]] Napelsstraat 24 – bracht een studiegenoot uit zijn Leuvense jaren hem in contact met het [[Onafhankelijkheidsfront]]. Martin ging inlichtingen verzamelen voor het verzet. Voor zijn opdrachten liep hij soms vermomd of zelfs gegrimeerd rond en beschikte hij over vervalste papieren (als architect Ernest Lemaire of receptionist Georges De Bauve). Maar hij kon nog niet vermoeden welke historische missie hem wachtte. Sterk verontrust door de Jodenregistratie, verplicht sinds 1 juni, en de mysterieuze deportaties die in oktober begonnen waren vanuit de [[Dossinkazerne]], vroeg het [[Comité de Défense des Juifs]] aan het Onafhankelijkheidsfront om iemand op onderzoek te sturen. Met zijn talenkennis en zijn academische contacten had Martin het geschikte profiel. Hij was ook koelbloedig en gewend aan leven onder aliassen, al zou hij deze keer onder eigen naam reizen.
 
Victor Martin verzon een sociologisch onderzoeksproject waarvoor hij zijn oude professor [[Leopold von Wiese]] moest zien in [[Keulen (stad)|Keulen]]. Hij kreeg toestemming<ref>Erlaubnisschein van 3 januari 1943</ref> en vertrok op 4 februari uit [[Brussel-Noord]]. Eens ter plekke, verzocht hij om een professor in [[Breslau]] te mogen opzoeken, een specialist in gedragsverschillen tussen sociale klassen. Dat de betrokkene een uitgesproken [[NSDAP]]-lid was, zal het verzoek geen kwaad hebben gedaan. In Breslau begon hij pas echt grote risico's te nemen. Hij begaf zich buiten het goedgekeurde traject en ging naar [[Sosnowitz]], waar de Joden uit het [[ghetto]] hem vertelden over [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]] en in contact brachten met een gehospitaliseerde Belg die er werkte. Om meer te weten te komen over de concrete uitroeiingstechniek, reisde hij – hoewel zijn visum op 20 februari verlopen was – naar [[Katowice]]. Hij sprak er in een café met Franse dwangarbeiders uit [[Firminy]], die voor [[IG Farben]] werkten en contact hadden met lotgenoten uit Auschwitz III. Hij hoorde over het uitmoorden van vrouwen en kinderen, al kenden ze de methode niet. Hij hoorde ook over de lijkengeur en over de recent opgestarte crematoria, die dag en nacht rookten. Hij zag de rookpluimen die soms in zijn richting werden geblazen en beweerde tot aan de draad van het kamp te zijn gekomen. Hij besloot dat hij genoeg wist en keerde spoorslags naar Breslau terug. Daar werd hij in zijn hotel opgepakt door de [[Gestapo]], allicht op aangeven van een Franse arbeider. Het moet dan eind maart of begin april zijn geweest.
Regel 13:
 
[[File:La prison de Charleroi vers 1909.jpg|{{largethumb}}|De gevangenis van Charleroi]]
Zelf nam Martin de draad terug op bij het Onafhankelijkheidsfront van [[Charleroi (hoofdbetekenis)|Charleroi]]. Een gevangen en onder tortuur gekraakt verzetslid bracht op 20 juli 1943 zijn arrestatie teweeg. Vergeefs probeerde de Gestapo van hem meer dan schuilvoornamen los te krijgen. Via de gevangenissen van Charleroi (tot 7 januari) en [[Sint-Gillis (hoofdbetekenis)|Sint-Gillis]] (tot 8 april) belandde hij in het Nederlandse [[Kamp Vught]]. Dankzij hulp kon hij er op 20 april 1944 ontsnappen. Terug in Charleroi werd hij een drijvende kracht achter het clandestiene dagblad ''L'Indépendance''. Hij nam ook deel aan de [[Bevrijding van de Duitse bezetting in België|bevrijding]].
 
Na de oorlog was hij kader bij de [[Kommunistische Partij van België]]. Dit duurde niet lang en in 1956 zegde hij zelfs zijn lidmaatschap op. Hij werkte als expert voor de [[Internationale Arbeidsorganisatie]] en voor de [[OESO]]. Vaak internationaal op missie, vestigde hij zich in [[Thonon-les-Bains]]. Hij liet zich tot Fransman naturaliseren en ging in het [[Zwitserland|Zwitserse]] [[Féternes]] wonen. Op 77 jaar overleed hij in complete anonimiteit.
Regel 21:
 
==Vergetelheid en nagedachtenis==
In de vele studies naar de [[holocaustHolocaust (hoofdbetekenis)|Holocaust]] is de rol van Victor Martin nauwelijks belicht. Mogelijk was dit mee te wijten aan zijn terughoudendheid om erover te praten, of aan de naoorlogse argwaan tegenover communisten.<ref>Tegenover de autoriteiten had hij in 1948 zijn relaas gedaan om het statuut van [[politiek gevangene]] te krijgen: zijn verhoor is opgetekend in PV nr. 124.428/347/378, Brussel, 15 juni 1948.</ref> De eerste en enige monografie, van Bernard Krouck, dateert uit 1995. Het is afwachten of de geschiedschrijving hem een plaats zal toekennen naast [[Jan Karski]] en andere onthullers.
 
In zijn geboortedorp werd bij het station een pleintje naar hem vernoemd<ref>[http://www.lesoir.be/archive/recup%3A%252Fblaton-honore-victor-martin-l-homme-qui-epia-auschwitz-_t-19990508-Z0GQZW.html Blaton honore Victor Martin, l'homme qui épia Auschwitz – 'Un résistant sorti de l'oubli'], ''Le Soir'', 8 mei 1999</ref> en in [[Antheit]] een straat. Zijn huis in Le Creux, een gehucht in het Zwitserse [[Féternes]], draagt sinds 2008 een gedenkplaat.