Jongleren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
fora zijn geen geschikte bron
Simonacampo (overleg | bijdragen)
Siteswaps is geen "stijl" van jongleren. Bovendien stond het dubbel in het artikel waardoor ik deze heb samengevoegd.
Regel 46:
 
== Siteswap ==
[[Siteswap]] is een notatiesysteem waarin de hoogte (eigenlijk: de duur) van elke worp gegeven wordt. Een begrip van siteswapnotatie helpt niet alleen om makkelijker over jongleerpatronen te praten, maar ook om nieuwe variaties te verzinnen. Technisch zeer uitdagend, maar voor niet-jongleurs moeilijk te volgen. Bij deze techniek worden nummers gebruikt. De basisregel bij jongleren met ballen, kegels en ringen is: een nummer, bijvoorbeeld 3. Is dezelfde worp als jongleren met 3 props. (prop, is een voorwerp dat in de lucht wordt gehouden) De moeilijkheden zijn 0, dat is een lege hand. 1 Is een snelle pas naar de andere hand, en als laatste 2 is de prop vasthouden. Men gaat er bij siteswap altijd van uit dat: je linkse worp, rechtse worp, linkse worp, ... doet. Je blijft altijd in hetzelfde ritme. Je gooit of vangt maar 1 bal tegelijkertijd. Het gemiddelde van de cijfers uit een patroon is gelijk aan de hoeveelheid props van dat patroon. Bijvoorbeeld: 441 ⇒ (4+4+1)/3=3 Dus het is een drieballen patroon. Bij diabolo of devilstick gelden andere regels.
 
== Stijlen ==
Regel 53:
;[[Contactjongleren]]: Hierbij worden ballen niet gegooid, maar gerold over het gehele lichaam. Vooral over handen, armen, en via de schouders over de nek. [[Michael Moshen]] wordt beschouwd als de pionier van deze manier van jongleren. De bedoeling van deze stijl is de indruk creëren dat de bal over de lichaamsdelen zweeft zonder dat de jongleur er directe invloed op uitoefent. Deze stijl wordt vaak beoefend met doorzichtige [[acrylvezel|acryl]] ballen.
;[[Stuiteren (bouncing)]]: Door ballen pas te vangen nadat ze 1 (of 2) keer op de grond gestuiterd zijn, houdt een jongleur meer tijd over en kan dus meer ballen manipuleren. Uiteraard zijn hiervoor ballen van een geschikt materiaal nodig (silicone is het gebruikelijkst - en het duurst). Stuiterjongleerballen hebben een stuitergehalte. Hebben zij een stuitergehalte van 90%, betekent dat dat het balletje weer op 90% van de hoogte komt als waar hij losgelaten werd. Met deze stijl springen vele jongleurs creatief om, zo stuiteren zij bijvoorbeeld tegen een gong of op de toetsen van een keyboard om muziek te creëren tijdens het jongleren.
;Siteswaps: Het gooien van ballen (soms kegels) op verschillende hoogtes (zodat ze in een andere volgorde worden gevangen dan ze gegooid zijn). Technisch zeer uitdagend, maar voor niet-jongleurs moeilijk te volgen. Bij deze techniek worden nummers gebruikt. De basisregel bij jongleren met ballen, kegels en ringen is: een nummer, bijvoorbeeld 3. Is dezelfde worp als jongleren met 3 props. (prop, is een voorwerp dat in de lucht wordt gehouden) De moeilijkheden zijn 0, dat is een lege hand. 1 Is een snelle pas naar de andere hand, en als laatste 2 is de prop vasthouden. Men gaat er bij siteswap altijd van uit dat: je linkse worp, rechtse worp, linkse worp, ... doet. Je blijft altijd in hetzelfde ritme. Je gooit of vangt maar 1 bal tegelijkertijd. Het gemiddelde van de cijfers uit een patroon is gelijk aan de hoeveelheid props van dat patroon. Bijvoorbeeld: 441 ⇒ (4+4+1)3=3 Dus het is een drieballen patroon. Bij diabolo of devilstick gelden andere regels.
;Passing: Het overgooien van ballen of kegels tussen 2 of meer jongleurs. Zeer populair op bijeenkomsten en festivals. In principe is niet een zeer hoog technisch niveau nodig om met veel mensen over te gooien. Olga en Vova Galchenko zijn professionele jongleurs die buitengewoon precies overgooien. In het Nederlands is het woord "overpasen" gebruikelijk.
;Sportjongleren: Het gaat hierbij met name om doen van moeilijke trucs en het breken van records, zoals: