Soefisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 105.155.250.223 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Drabkikker
Kiro Vermaas (overleg | bijdragen)
Herziening/uitbreiding.
Regel 2:
[[Bestand:Mevlana Konya.jpg|thumb|300px|Dansende [[derwisj]]en in [[Turkije]]]]
[[Bestand:12 Gjakovë - Teqja e Bektashive - The Bektashi Tekke.jpg|miniatuur|'Tekke' van de [[Bektashisme|Bektashi]]-soefi-orde]]
Het '''soefisme''' of '''tasawwuf''' ([[Arabisch]]: تصوّف - ''taṣawwoef'', [[Perzisch]]: صوفی‌گری, ''soefigari'', [[Russisch]]: Суфизм, ''Soefizm'', [[Turks]]: ''tasavvuf'', [[Urdu]]: تصوف) is eende [[mystiekMystiek|mystieke]]e traditie diebinnen haarde oorsprong[[islam]]. Deze heeftmystiek inontwikkelde zich uit de vroegeislam zelf op grond van [[Koran|Koranteksten]], maar vertoont ook invloeden uit de [[Hellenisme|hellenistische wereld]]. Het doel was via een [[Ascese|ascetische]] en [[Meditatie|meditatieve]] levenswijze de eenheid van alles te vatten en via liefde voor [[God (islam)|God]] met Hem te versmelten, waarbij de mens afstand heeft gedaan van aardse geneugten en van zijn [[Ego (begrip)|ego]]. Het soefisme ontstond in [[7e eeuw|7<sup>e</sup>]]- en [[8e eeuw|8<sup>e</sup>-eeuwse]] [[Sjiisme|sjiitische]] kringen, maar bloeide vooral in [[Soennisme|soennitische]] samenlevingen. Het heeft een [[Literatuur|literaire]] en [[Poëzie|poëtische]] traditie.
 
==Achtergrond Naam ==
Het woord ''soefisme'' werd voor het eerst gebruikt in de laat [[18e eeuw|achttiende-eeuwse]] wetenschap. [[Europa (werelddeel)|Europeanen]] zagen soefisme als een individuele, spirituele traditie die los stond van de gangbare islam, en die overeenkwam met westerse vormen van mystiek. ''Soefisme'' gaat terug op de 8e-eeuwse [[Arabisch|Arabische]] bijnaam voor vroege soefi, ''as-Sūfī'', dat pas gangbaar werd in de [[12e eeuw|12<sup>e</sup> eeuw]]. Die is afgeleid van ''sūf'' (صوف) ‘[[wol]]’, wat verwijst naar de wollen gewaden van vroege soefi. De moslimterm voor soefisme is ''tasawwuf'', ‘soefi worden’. Sommige soefi menen zelf dat de [[etymologie]] van ''tasawwuf'' ''safā'' is, ‘zuiver’, zodat het woord ‘zuiver worden’ betekent. 
Het soefisme wordt vaak beschreven als het hart, de kern of de essentie van de islam, en niet als een aparte [[school (stroming)|stroming]]. Het soefisme kan getraceerd worden in alle spirituele stambomen (''silsilah's'') van de soefi-orden tot [[Ali ibn Abu Talib]], neef en schoonzoon van de profeet [[Mohammed]], die hem hierin speciaal zou hebben onderwezen. Ali wordt daarom ook wel de 'vader van het soefisme' genoemd.<ref>http://www.spiritualfoundation.net/fatherofsufism.htm</ref><ref>http://khawajamoinuddin.wordpress.com/hazrat-ali-the-father-of-sufism/</ref> Een aanhanger van het soefisme heet een ''soefi'', oftewel een specialist in het vakgebied ''Tasawwoef'', hoewel sommigen deze titel slechts wensen te gebruiken voor iemand die de doelen van het soefisme bereikt heeft. Ook is de naam [[derwisj]] gebruikelijk. De soefi's vormen mystieke [[tariqa]]'s, broederschappen of zusterschappen.
 
== Geschiedenis ==
Het doel van het soefisme is het bereiken van '''Ihsan''', ofwel "volmaakte goedheid". Waar islamitische rechtsgeleerden het geloof benaderen via de concepten ''Islam'' (onderwerping) en ''[[Zuilen van geloof|Iman]]'' (geloof), doen soefi's dit via een innerlijke zoektocht naar Ihsan. Volgens de invloedrijke soefimeester [[Jalal ad-Din Rumi|Rumi]] betekent Ihsan in de soefitraditie: "God zien zoals hij jou ziet. Want ook al zie jij hem niet, hij ziet jou wel". Ihsan is echter een breed concept, waardoor soefi's ook spirituele genoegdoening kunnen halen uit liefdadigheid voor niet-moslims of ongelovigen.
Het soefisme ontstond in sjiitische kringen in de 7<sup>e</sup> en 8<sup>e</sup> eeuw. De islamitische [[filosofie]] en [[theologie]] werd met mate (soms indirect) beïnvloed door het hellenistische [[neoplatonisme]], [[Stoa|stoïcisme]] en [[gnosis]]. In het soefisme komen bijvoorbeeld de noties voor van [[Microkosmos en macrokosmos|microkosmos-macrokosmos]],  [[Emanationisme|emanatie]] van God in de wereld, het nastreven van eenheidsbeleving, en het verkrijgen van gnosis: intuïtieve kennis van een [[Transcendentie (religie)|transcendente]] God. Ook kan de ontwikkeling van het soefisme zijn beïnvloed door het [[Monnik (christendom)|christelijke kloosterwezen]] en [[Heremiet (monnik)|heremieten]], die poogden door spirituele ontwikkeling en liefde voor God nader tot Hem te komen.<ref>P. Lory, in Hanegraaff (red.) 2006, blz. 531-532. Van Brakell Buys 2001, blz. 24-25, 38-39. Corbin blz. 192.</ref> Dat betekent niet dat het soefisme van buitenaf de islam binnenkwam. Aangenomen is, dat de Koran zelf aanleiding gaf tot mystiek. De profeet [[Mohammed]] beschreef God in sommige [[soera]]’s als heel dichtbij en als liefdevol, terwijl de schepping wordt beschreven in termen van schoonheid als afkomstig van God, en tevens zou hij ’s [[Nacht|nachts]] opgestegen zijn om de hemel te aanschouwen.<ref>Van Brakell Buys 2001, blz. 23-24.</ref>
 
Het ‘soefi worden’ verwijst naar de filosofie en levenswijze van de soefibeweging. Die bestond oorspronkelijk uit vrome ascese en het verwerpen van wereldse en lichamelijke genoegens. [[Hasan al-Basrī]] (overleden 728) en [[Ibrāhīm Ibn Adham]] (overleden 770?) waren vroege soefi, die een terugkeer naar de Koran noodzakelijk achtten door toenemend [[Materialisme (levenshouding)|materialisme]]. In die tijd was het soefisme geen duidelijk mystieke beweging, en kwamen mystieke Koraninterpretaties ook elders voor.
==Etymologie==
Het woord soefi komt vermoedelijk van het [[Arabisch]]e صوف (''soef''), dat [[wol]] betekent. De eerste soefi's droegen grove wollen kleding als blijk van hun soberheid en armoede. Als beschrijvende term verschilt het weinig van ''[[derwisj]]'' ([[Oudperzisch]] voor soefi) en ''[[fakir]]'' ([[Oudhindi]] voor soefi). Hoewel het woord sterk lijkt op het [[Grieks]]e woord ''sophia'' ('wijsheid'), is er geen linguïstisch verband. Een andere veronderstelling is dat de naam afkomstig is van het Arabische woord ''soefa'', dat bank betekent, en is afgeleid van het feit dat naast de ingang van de moskee van de profeet in Medina altijd wel een groepje arme gelovigen op een bank zat. Omdat deze mensen voortdurend in de nabijheid van de profeet verkeerden, hadden enkelen van hen een uitgebreide kennis van de islamitische leer. Een andere mogelijkheid van de oorsprong van de naam is het woord صفا (safā), wat puurheid betekent. De soefi Abu `Ali al-Rudhabari combineerde beide met de uitspraak ''De soefi is degene die wol draagt over puurheid''.<ref>http://www.livingislam.org/k/si_e.html Gibril Fouad Haddad, ''Sufism in Islam''.</ref><ref>Shaykh al-Islam al-Suyuti, ''Ta'yid al-haqiqa al-`aliyya wa-tashyid al-tariqa al-shadhiliyya''. Cairo: al-matba`a al-islamiyya, 1352/1934) p. 15.</ref>
==Geschiedenis==
Vermoedelijk waren er in de [[6e eeuw]] al soefi's. Zij trokken rond in verschillende delen van het [[Midden-Oosten]] en [[India]]. Rond de [[8e eeuw]] waren er diverse scholen of ordes gevestigd. Die worden aangeduid als [[tariqa]]'s.
 
De verwerping van wereldse genoegens poogden ze te bereiken door middel van [[gebed]], meditatie, [[vasten]], afzondering en [[Slaapdeprivatie|slaaponthouding]]. In de loop der eeuwen ontstonden hierop gematigde reacties, waarbij [[Allah|Allahs]] schepping positiever werd gezien. Het mystieke soefisme begon met de vrouw [[Rābia al-Adawīya]] (717-801), die in het soefisme de mystieke liefde introduceerde. God werd voorgesteld als de Geliefde. De liefde verdreef alle [[angst]] voor Gods almacht en moest leiden tot een mystieke vereniging met Hem.
Als religieuze beweging kenmerkt het soefisme zich als een wisselwerking van religieuze en spirituele invloeden. Eén precieze definitie van het soefisme is dan ook niet te geven.
 
De beweging werd vanaf de [[9e eeuw|9<sup>e</sup> eeuw]] meer gedefinieerd binnen soefikringen rondom soefileermeesters (''[[Sjeik|sjeiks]]''). Uit die tijd stammen de eerste soefi[[Handboek|handboeken]]. De nadruk kwam te liggen op het vinden van waarheid (goddelijke kennis) als persoonlijke verwezenlijking, waarbij het van buiten leren van [[Dogma (algemeen)|dogma]]’s en volgen van voorschriften onder bijvoorbeeld [[Imam|imams]] werd verworpen. Het doel was niet onderwerping aan Gods almacht via uiterlijke regels van de [[sharia]], maar toenadering tot Hem zoeken. Dit leidde soms tot spanningen met autoriteiten.
Soefi's geloven dat de [[Koran]] en de strikte regels van de [[sharia]] uiterlijke regels zijn en dat er diverse stadia van (innerlijke) nabijheid tot God bestaan. Een van de symbolen die dit symboliseert is de [[roos (bloem)|roos]]. De doornen van de roos, die de roos beschermen, staan voor de regels van de sharia. De stam van de roos symboliseert het innerlijke pad, ook wel ''[[tariqa]]'' genoemd. De bladeren van de roos staan symbool voor ''[[marefa]]'' waarbij de soefi innerlijke kennis van God ervaart. De geur van de roos staat voor het ervaren van de werkelijkheid (''[[haqiqa]]'') zoals deze is.
 
[[Abu Sulayman al-Daram]] ([[Damascus]], gestorven ca. 850) werkte de notie van gnosis als eenheidsbeleving uit. [[Maruf al-Kaskh]] verkondigde dat waarheid en eeuwige schoonheid niets anders zijn dan God. [[Dhū al-Nūn al-Misrī]] (overleden 859) omschreef als eerste de weg van de soefi (''[[Lijst van tariqas|tarīqa]]''). Die verdeelde hij in geestelijke stadia (''[[Maqam|maqām]]'', mv. ''maqāmāt'') van mystieke groei. Dit pad werd verder uitgewerkt door latere soefi. De [[Perzen|Pers]] [[Bayazid al-Bistami]] (gestorven 875) leerde dat men het ego, het lagere zelf, diende te vernietigen. Het aflopen van deze weg houdt in dat de zoekende (''murīd'') zich losmaakt en doen verdwijnen van zijn ego (''nafs'') en banden met de wereld. Zo komt hij tot intuïtieve kennis van God en wordt hij er één mee. Het was de [[Moren|Moorse]] filosoof [[Ibn al-Arabi]] (1165-1240) die tot slot alle soefiedenkbeelden verenigde in een uitvoerig filosofisch systeem.<ref>Van Brakell Buys 2001, blz. 24-26.</ref>
Bekend zijn ook de ''dansende [[derwisj]]en'' uit de Turkse stad [[Konya (stad)|Konya]]. Door in het rond te tollen bereiken zij een bepaalde extase en zo proberen zij tot God te komen. Deze zogeheten [[Mevlevi|Mevlevi-soefi-orde]] werd gesticht door de volgelingen van de Perzische soefidichter [[Jalal ad-Din Rumi]] uit de [[13e eeuw]]. In dezelfde tijd leefde [[Hadji Bektasj Veli]], waar de [[Bektashisme|Bektashi-soefi-orde]] naar is vernoemd. Een andere soefigroep is de [[Qalandariyah]], die graag experimenteerde met [[Drug|bewustzijnverruimende middelen]]. De [[Idrisiyya]], een soefistroming die opgericht werd door [[Ahmad Ibn Idris al-Fasi]], was vooral actief in [[Noord-Afrika]] en [[Jemen]].
 
BekendVanaf zijnde ook12<sup>e</sup> deeeuw bestond het soefisme niet langer uit tijdelijke kringen rondom leermeesters, maar werd het een traditie. Die bestond uit ordes (''dansendetarīqa'', mv. ''turuq'') waarbinnen men vroegere soefimeesters vereerde en hun wijsheidstraditie terugleidde tot de profeet Mohammed. In deze periode wordt het soefisme populairder en verschijnen [[derwisjLogement|loges]] en'' uitvergaderplaatsen, waardoor de Turksesoefileer stadtoegankelijker werd voor een breder publiek. De ordes werden hiërarchisch gestructureerd met verschillende graden van inwijding. Karakteristiek wordt de ''[[Konyadhikr]]'' (stad‘herinnering (aan God)|Konya]].’), Dooreen inmeditatie hetwaarbij rondwordt tegemediteerd tollenop bereikenGods zijnamen eenen bepaaldeKoranverzen. Dit moet resulteren in extase en(''wajd''). zoDe proberenprecieze zijvorm ervan verschilde van orde tot Godorde. De [[Derwisj|Dansende Derwisjen]] zijn er een tevoorbeeld komenvan. Deze zogeheten [[Mevlevi|Mevlevi-soefi-orde]] werd gesticht door de volgelingen van de Perzische soefidichter [[Jalal ad-Din Rumi]] uit de [[13e eeuw]]. In dezelfde tijd leefde [[Hadji Bektasj Veli]], waar de [[Bektashisme|Bektashi-soefi-orde]] naar is vernoemd. Een andere soefigroep is de [[Qalandariyah]], die graag experimenteerde met [[Drug|bewustzijnverruimende middelen]]. De [[Idrisiyya]], een soefistroming die opgericht werd door [[Ahmad Ibn Idris al-Fasi]], was vooral actief in [[Noord-Afrika]] en [[Jemen]].
 
Tot en met de [[19e eeuw|19<sup>e</sup> eeuw]] vormde het soefisme een gerespecteerd instituut in veel moslimsamenlevingen. Sindsdien is dat verminderd door de invloed van seculier [[nationalisme]] en verwestersing. Puristische moslimbewegingen die een zuivere islam nastreven zonder oude tradities, zoals de [[Wahhābiyya]] en de [[Salafisme|Salafiyya]], zijn tegenwoordig een belangrijke bron van anti-soefisentimenten. Wel populair blijven artistieke soefi-uitingen, zoals poëzie. Sinds de [[New age (beweging)|New Age]] is het soefisme ook bekender geworden in het westen.
 
== Literatuur ==
Het soefisme gaat gepaard met een lange traditie van verhalen en gedichten. De verhalen zijn van didactische aard en hebben een dubbele betekenislaag. Ze gaan over de relatie van de soefi met zichzelf, de samenleving en met God. De poëzie, vooral sterk vertegenwoordigd in [[Iran]], benutte veel [[Metafoor|beelden]], omdat langs die weg mystieke ervaringen uitdrukking konden vinden. De soefiliteratuur bevat onconventionele en aanstootgevende elementen, zoals de beschrijving van [[erotiek]], van lijken, geliefden die gedood worden, en het ontbreken van een positieve afloop. Een verklaring daarvoor is dat er geen geliefde buiten God hoort te zijn, dat in alles schoonheid kan worden gevonden, en dat de [[dood]] niet wordt gezien als negatief, maar als het ultieme opgaan in God. 
 
== Universeel soefisme ==
Regel 53 ⟶ 58:
* [http://sufism.org/ The Threshold Society - The Mevlevi Sufi Order]
 
== Bronnen ==
* {{aut|Bayat, M. & M. A. Jamnia.}} ''Verhalen uit het land van de soefi’s. Een selectie van Rumi, Attar, al-Hallaj, Abu Sa’id, Jami en Nizami''. Den Haag: Sufi Publications, 2004.
* {{aut|Brakell Buys, R. van.}} ''Rumi. Verhalen uit de Mashnawi''. Den Haag: East-West Publications, 2001.
* {{aut|Corbin, H.}} ''The History of Islamic Philosophy. Volume I''. London: Kegan Paul, 2014, blz. 187-203.
* {{aut|M. Dressler, M.}} ‘Sufism.’ In: ''The Brill Dictionary of Religion''. Red. K. von Stuckrad. Leiden: Brill, 2006, blz. 1818-1822.
* {{aut|Hourani, A.}} ''De geschiedenis van de Arabische volken''. Amsterdam: Olympus, 2005, blz. 91-95.
{{Appendix}}
{{Navigatie islam}}
{{Commonscat|Sufism}}
 
[[Categorie:Soefisme| ]]