Pieter Coecke van Aelst: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Levensloop: zo dan maar |
|||
Regel 16:
== Levensloop ==
Hij was waarschijnlijk van 1517 tot 1521 leerling van [[Bernard van Orley]] in [[Brussel (stad)|Brussel]]. Pieter Coecke maakte midden jaren 20 een reis naar [[Italië]], waar hij kennis maakte met de Italiaanse [[Renaissance (stijlperiode)|renaissancekunst]]. Na 1521 heeft hij gewerkt in het atelier van [[Jan van Dornicke|Jan Mertens van Dornicke]] (
Coecke zette in 1544 een tweede [[atelier]] op in [[Brussel (stad)|Brussel]]; daar maakte hij onder andere zijn zeer grote kartons voor de wandtapijten die in Brusselse ateliers werden uitgevoerd.Een van die kartons is bewaard gebleven en recent helemaal gerestaureerd en is nu te bezichtigen in het Broodhuis op de Oude Markt in Brussel. [[Pieter Brueghel de Oude]] was zijn leerling van 1545 tot 1550 en trouwde in 1563 Pieter Coeckes [[Mayken Coecke|dochter Mayken]]. Hierover werd door [[Karel van Mander]] 50 jaar later een anekdote geschreven: Brueghel zou tijdens zijn kost en inwoon bij zijn leermeester Pieter Coecke regelmatig met de toen nog kleine Mayken, zijn latere echtgenote, op de arm hebben rondgelopen. Er is ook verondersteld dat de hand van Brueghel - die zich in eerste instantie voornamelijk als landschapskunstenaar ontwikkelde - terug te vinden zou kunnen zijn in de geschilderde landschappen in de achtergronden van werken van zijn leermeester of achterkanten van zijpanelen van triptieken. Andere leerlingen waren [[Willem Key]], [[Nicolas de Neufchâtel]], en zijn eigen zonen [[Pieter Coecke van Aelst (II)|Pieter II]], [[Michiel Coecke van Aelst|Michiel]] en [[Pauwels Coecke van Aelst|Pauwels]].
|