Eed van Straatsburg: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 14:
Op basis van het Akkoord van Worms waren de toekomstige koningen alvast in hun erfdeel gaan resideren, [[Karel de Kale]] in de [[Romaans|Romaanse]] landen, [[Lodewijk de Duitser]] in de [[Germaans|Germaanse]], en [[Lothar]] daar tussenin. Toen de twee eersten elkaar met hun achterban te [[Straatsburg]] ontmoeten, zagen zij zich voor een taalprobleem geplaatst. Daarom werd besloten dat elk van beiden de eed zou zweren in de taal van de andere zijn leger. De teksten zijn overgeleverd door [[Nithard]].
'''De versie in de Teudisca lingua''' (
Eerst sprak Karel de Kale :
Regel 24:
*« Indien Karel de eed nakomt die hij zijn broer Lodewijk gezworen heeft, en Lodewijk, mijn heer, deze verbreekt die hij hem - Karel - gezworen heeft, en ik hem niet kan overhalen, (dan) zal noch ik noch iemand van hen die ik kan overhalen, hem hulp tegen Karel verlenen »
'''De versie in de Romana lingua''' (
Nu is eerst Lodewijk de Duitser aan het woord :
*« Pro deo amur et pro christian poblo et nostro commun salvament, d'ist di in avant, in quant deus savir et podir me dunat, si salvarai eo cist meon fradre Karlo et in aiudha et in cadhuna cosa, si cum om per dreit son fradra salvar dist, in o quid il mi altresi fazet, et ab Ludher nul plaid nunquam prindrai, qui meon vol cist meon fradre Karle in damno sit. »
*« Uit liefde tot God, en tot heil van het Christelijke volk en van ons beiden zal ik van deze dag voort, zolang God me nog weten en macht schenkt, deze mijn broer Karel zowel door mijn hulp
... en daarna de troepen van Karel de Kale :
Regel 34:
*« Indien Lodewijk de eed nakomt die hij zijn broer Karel gezworen heeft, en Karel, mijn heer, van zijn kant zich er niet aan houdt, en ik hem niet kan overhalen, (dan) zal noch ik noch iemand van hen die ik kan overhalen, hem tot hulp tegen Lodewijk zijn »
==Opmerking over een zinsnede uit de Eed==
Er staat in de Romaans-Franse tekst een stukje dat geen tegenhanger heeft in de Germaans-Duitse, namelijk daar waar Lodewijk zich ertoe verplicht om zijn broer Karel bij te staan « et in aiudha et in cadhuna cosa » (zowel door mijn hulp als met elk middel). Nalatigheid van de copiïst is hiervoor de waarschijnlijkste verklaring.
«Cosa» kon in het Romaans-Frans van de 11e eeuw elke van de betekenissen van het Latijnse «causa» hebben : rechtszaak, debat, zaak die men voorstaat of verdedigt; deze zijn later verlorengegaan («cause» in het Frans is een late reconstructie vanuit het Latijn). De algemene betekenis van de zinsnede is dus : « hetzij met raadgevingen hetzij met gewapende kracht ».
Wat zou de tegenhanger in de «teudisca lingua» kunnen zijn geweest ? Door een gelukkig toeval is ze ons misschien bewaard in het [[Hildebrandslied]], een tekst van heel andere aard maar quasi even oud als de Eed. Dit poëtisch fragment verhaalt de discussie en daarna de strijd op leven en dood tussen een vader en zijn zoon, leden van twee vijandelijke legers. De vader Hildebrand zegt zijn zoon nooit een verwant te hebben gehad die hem in «dinc ni geleitos», vergadering of (gewapende) geleide, dichter stond dan hem. Dit was zonder twijfel de traditionele zegswijze om een volledige verbintenis uit te drukken, en ze stemt in vorm en betekenis volledig met de Romaans-Franse en de Latijnse formules overeen.
[[categorie:Verdrag]]
|