Geschiedenis van de stad Utrecht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 bron(nen) gered en 5 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.5.1)
Regel 33:
== Vroege middeleeuwen ==
=== Friezen en Franken ===
In de loop van de 3e eeuw brokkelde het Romeinse Rijk langzaam af, en rond het jaar [[270]] trokken de Romeinse militairen weg uit de forten langs de Rijn ten westen van Nijmegen. Het lijkt erop dat de Noordelijke Nederlanden in deze tijd grotendeels ontvolkt raakten, en ook in Utrecht is geen bewijs voor bewoningscontinuïteit<ref>C. van Rooijen, ''Continue discontinuïteit'', blz. 5- 34</ref><ref>T. Hoekstra, blz. 186- 188</ref> gevonden. In de vijfde eeuw werden de Noordelijke Nederlanden langzamerhand bevolkt door [[Germaanse mythologie|polytheïstische]] [[Friezen]], die hun macht langs de kust uitbreidden tot aan het [[Zwin (zeearm)|Zwin]], terwijl vanuit het zuiden de tot het [[christendom]] bekeerde [[Franken (volk)|Franken]] opkwamen. In Utrecht zijn kindergraven gevonden bij de plek waar voorheen het Romeinse ''castellum'' stond, vermoedelijk van Franken, één ervan uit rond [[425]] met grafgiften die duiden op een hoge afkomst.<ref>[http://www.collectieutrecht.nl/view.asp?type=object&id=258 Website Collectie Utrecht: Frankische kindergraven bij het Domplein]{{dode link|datum=september 2017 |bot=InternetArchiveBot }}</ref><ref>L.A. van der Tuuk, ''Waar bevond zich de Sint-Maartenskerk van Willibrord?'', blz. 56</ref> Ook zijn er andere resten gevonden in Utrecht die wijzen op permanentere bewoning in deze periode. Met name door recent archeologisch onderzoek onder andere in de wijk [[Leidsche Rijn (wijk)|Leidsche Rijn]], vermoedt men steeds meer dat deze oude stroomrug van de Rijn tijdens de [[5e eeuw|5e]] tot [[9e eeuw]] vrij dichtbevolkt was.<ref>[http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=163777 Website gemeente Utrecht: nieuwe inzichten vroegmiddeleeuwse bewoningen]</ref> Hierbij vonden archeologen rond [[2005]] onder andere een nederzetting uit de [[6e eeuw|6e]] tot [[8e eeuw]] bij en onder de snelweg [[Rijksweg 2|A2]].<ref>M. Nokkert e.a, blz. 129- 139</ref>
 
Het gebied rondom de monding van de Rijn werd in de 7e eeuw sterk betwist door Franken en Friezen. De [[Merovingen|Merovingische]] koning [[Dagobert I]] lukte het rond [[630]] enkele voormalige Romeinse forten aan de Rijn te veroveren, waaronder Traiectum. Hij liet een kerkje bouwen en schonk het aan bisschop [[Kunibert van Keulen]], met de opdracht vanuit dit kerkje de [[kerstening|bekering]] van de heidense Friezen in het noorden te ondernemen. Maar hier kwam weinig van terecht: na de dood van [[Dagobert I]] heroverden de Friezen rond [[650]] het fort en verwoestten het kerkje. In dit tijdsgewricht resideerden Friese koningen in Utrecht, mogelijk [[Aldgisl]] in 678, en enige tijd later [[Radboud (koning)|Radboud]].<ref>[[Herre Halbertsma]], blz. 792-793</ref><ref>D.P. Blok, blz. 40 en 50</ref> In [[689]]<ref>F. Theuws, met name blz. 14</ref> versloeg de Frankische [[hofmeier]] [[Pepijn van Herstal|Pepijn II]] op zijn beurt de Friese koning Radboud bij [[slag bij Dorestad|Dorestad]] en opnieuw kwam Utrecht in Frankische handen.
Regel 132:
== 20e eeuw ==
=== 1900-1940 ===
De grote bevolkingsgroei zette in de eerste decennia van de 20e eeuw door; rond 1940 telde de stad 165.000 inwoners. Nieuwe wijken en buurten ontstonden in deze periode rond de middeleeuwse binnenstad zoals [[Tuinwijk (Utrecht)|Tuinwijk]], [[Ondiep]] en [[Rivierenwijk (Utrecht)|Rivierenwijk]]. De groei veroorzaakte diverse problemen. De reeds in de 19e eeuw fors opgerekte gemeentegrenzen en de Nieuwe Hollandse Waterlinie waren nog een beperking in de stadsuitbreidingen, maar in de toen nog naburige gemeente [[Zuilen (voormalige gemeente)|Zuilen]] vond reeds grootschalige huizenbouw plaats. [[Lambertus Nicolaas Holsboer|Holsboer]] en [[Hendrik Petrus Berlage|Berlage]] maakten in 1920 een uitbreidingsplan voor de stad met een ver oog naar de toekomst,<ref>[https://web.archive.org/web/20100829061259/http://kaarten.library.uu.nl/overkaart.php?lang=nl&ItemID=573 Plan op Gedigitaliseerde kaarten van de Universiteitsbibliotheek Utrecht]</ref> dat grotendeels niet werd uitgevoerd. Onderwijl ontstond met de om het middeleeuwse deel van de binnenstad gelegen treinverbindingen een [[verkeersinfarct]] omdat overig verkeer gelijkvloers ermee kruiste; een probleem waar maar moeizaam een oplossing voor kwam. Een soortgelijk probleem vormden in bredere zin ook het groeiende wegennet en de kanalen.
 
De industrie was in deze periode een grote werkgever en was veelal gevestigd aan de waterwegen. In de grootschalige industrie vonden naast de [[Gemeentelijke Gasfabriek (Utrecht)|Gemeentelijke Gasfabriek]] met name in de metaalindustrie veel mensen werk waaronder bij [[Werkspoor]] en [[Demka]] in de toen nog aangrenzende zelfstandige gemeente [[Zuilen (gemeente)|Zuilen]]. Daarnaast kende de stad een groei aan winkels en kantoren. De crisisjaren sloegen vanaf 1931 ook in Utrecht hard toe. Mede bepaald door de gunstige treinverbindingen werd de [[Jaarbeurs Utrecht]] in 1917 in Utrecht gevestigd en kende in de crisisjaren grote bloei.
Regel 193:
;Overige bronnen
*A.M. Bakker en R. de Kam (2007), ''Archeologische Kroniek Provincie Utrecht 2004- 2005'', Rotosmeets Grafiservices, Utrecht, ISSN 1386-8527
*W. Berkelaar (1995), ''Tussen distantie en betrokkenheid: Drie visies op de stad Utrecht in de Tweede Wereldoorlog'', blz. 87-91, Maandblad Oud- Utrecht juli/ augustus 1995, De Boer Cupurus, ISSN 1380-7137 [http://digbijzcoll.library.uu.nl/lees_gfx.php?lang=en&BoekID=971&PageOrder=86&W=On&style=fmw]{{dode link|datum=september 2017 |bot=InternetArchiveBot }}
* [[Dick Blok|D.P. Blok]] (3de druk 1979), ''De Franken in Nederland'', Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, {{ISBN|9022837394}}
*L.C.J.J. Bogaers (2000), ''Karel V en Utrecht (1528- 1555)'', blz. 38-49, Oud- Utrecht apr. 2000, ISSN 1380-7137 [http://digbijzcoll.library.uu.nl/lees_gfx.php?lang=en&W=On&BoekID=976&PageOrder=42&style=fmw]{{dode link|datum=september 2017 |bot=InternetArchiveBot }}
*L.C.J.J. Bogaers (2003), ''God Wouts'', blz. 68-122, Jaarboek Oud- Utrecht 2003, PlantijnCasparie Utrecht, {{ISBN|9071108228}}
*C.J.C. Broer en M.W.J. de Bruijn (1997), ''Antonina, Wiltenburg, Traiectum'', blz. 98-124, Jaarboek Oud- Utrecht 1997, Casparie, {{ISBN|90-71108-15-5}}
Regel 206:
*C. van Rooijen (1999), ''Continue discontinuïteit'', Jaarboek Oud- Utrecht 1999
*[[Frans Theuws|F. Theuws]] (2003), ''De sleutel van Servaas'', Vossiuspers UvA, Amsterdam, {{ISBN|9056293001}} ([http://dare.uva.nl/document/41584 pdf-file])
*L.A. van der Tuuk (1995), ''Waar bevond zich de Sint-Maartenskerk van Willibrord?'', blz. 52-59, Maandblad Oud-Utrecht mei/ juni 1995 [http://digbijzcoll.library.uu.nl/lees_gfx.php?lang=en&W=On&BoekID=971&PageOrder=55&style=fmw]{{dode link|datum=september 2017 |bot=InternetArchiveBot }}
*L. van der Tuuk (2003), ''Utrechtse bisschoppen in ballingschap'', blz. 35-66, Jaarboek Oud- Utrecht 2003, PlantijnCasparie Utrecht, {{ISBN|9071108228}}
*K. van Vliet, ''[http://igitur-archive.library.uu.nl/sabine/2011-1117-200725/UUindex.html Utrecht, Muiden en omgeving. Oude privileges opnieuw bezien]'', in: R. van Eerden ''et al'' (red) (1995), ''Jaarboek Oud-Utrecht 1995'', De Boer-Cuperus, Utrecht, blz. 5- 52, {{ISBN|9071108139}}
*H. Zijlstra (2003), ''Het herwonnen water'', blz. 90-96, Oud- Utrecht nr. 4 aug. 2003, ISSN 1380-7137 [http://digbijzcoll.library.uu.nl/lees_gfx.php?lang=en&W=On&BoekID=979&PageOrder=90&style=fmw]{{dode link|datum=september 2017 |bot=InternetArchiveBot }}
=== Noten ===
{{References|2=2}}