Zeven werken van barmhartigheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 13:
 
Zes van deze werken zijn gebaseerd op de woorden van [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Christus]] volgens het [[Evangelie volgens Matteüs]]: ''Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik zat in de gevangenis en gij zijt tot Mij gekomen.'' (Matteus 25, 35-36). [[Paus Innocentius III]] (1198-1216) voegde daar in het jaar [[1207]] een zevende werk aan toe: 'de doden begraven'. Het is ontleend aan het [[Bijbel (christendom)|Bijbelboek]] [[Tobit]], waarin naast twee bekende, ook door Christus genoemde werken van barmhartigheid, speciaal de zorg voor de overledenen wordt benadrukt: ''Ik gaf brood aan de hongerigen en kleren aan de naakten; als ik het lijk van een volksgenoot buiten de muren van Nineve zag liggen, dan begroef ik het''. (Tobit 1,17). In de door epidemieën geteisterde [[middeleeuwen]] had het moeilijke en gevaarlijke werk van 'doden begraven' immers een bijzondere waarde.
 
hoo
 
== Achtste (lichamelijk) werk van barmhartigheid: de zorg voor de schepping ==