Anchiornis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 80:
Een studie uit 2014 constateerde dat bij geen enkele van de honderden onderzochte skeletten de gepaarde borstbeenderen verbeend waren, zelfs niet bij de grootste en dus vermoedelijk oudste exemplaren. Daaruit concludeerde men dat die helemaal ontbraken, dus zelfs niet als kraakbeenelement aanwezig waren. Ook ''Archaeopteryx'' en ''[[Sapeornis]]'' zouden helemaal geen borstbeenderen gehad hebben net als de gemeenschappelijke voorouder van de [[Paraves]]. Op deze conclusies is kritiek gekomen. Kraakbeen fossiliseert nu eenmaal slecht en bij veel dieren zijn er kraakbeenelementen die nooit verbenen, zoals de oorschelpen bij mensen. Als de Paraves oorspronkelijk geen borstbeenderen hadden, moeten die verschillende malen apart geëvolueerd zijn — namelijk bij de [[Dromaeosauridae]], ''[[Jeholornis]]'' en de meer afgeleide vogels — wat een ingewikkelder verklaring is dan dat ze het simpelweg geërfd hadden van eerdere theropoden waarvan zeker is dat ze borstbeenderen bezaten. Ook de Troodontidae missen een verbeend borstbeen.
 
De arm is relatief langwerpig. Het opperarmbeen is koterkorter dan het dijbeen en bovenaan afgerond. De deltopectorale kam beslaat het bovenste zesde van de schacht. De schacht is recht of licht golvend. Het onderste uiteinde kromt naar voren en is van voor naar achter afgeplat. In de onderarm zijn [[ellepijp]] en [[spaakbeen]] recht. De ellepijp heeft 60% van diameter van het opperarmbeen en is een vijfde dikker dan het spaakbeen. Er is dus geen speciale verdikking of kromming om de slagpannen te ondersteunen.
 
Het zitbeen is sterk naar achteren gekromd en de ''processus obturatorius'' vormt een uitsteeksels precies op het midden van de voorrand ervan. Het onderste uiteinde van het tweede middenvoetsbeen is ongeveer even breed als dat van het derde middenvoetsbeen.