Nederlandse Centrale Catalogus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanv.
Bever (overleg | bijdragen)
Gemeenschappelijk Geautomatiseerd Catalogiseersysteem, niet Catalogussysteem; PPN hoeft niet vet, hoort niet exclusief bij NCC maar bij GGC wat eigen lemma verdient
Regel 19:
}}
 
De '''Nederlandse Centrale Catalogus''' (NCC) bevat de bibliografische gegevens en vindplaatsen van ruim 14 miljoen [[boek (document)|boeken]] en 500.000 [[tijdschriften]] die in meer dan 400 [[Nederland]]se [[Bibliotheek (algemeen)|bibliotheken]] te vinden zijn. Het bestand wordt bijgewerkt door catalogiseerders van de deelnemende bibliotheken in het [[Gemeenschappelijk Geautomatiseerd CatalogussysteemCatalogiseersysteem]] (GGC) (GGC). De catalogus wordt gezamenlijk beheerd door de [[Koninklijke Bibliotheek (Nederland)|Koninklijke Bibliotheek]] en [[OCLC]]. Door middel van de website [[PiCarta]] kan de catalogus geraadpleegd worden. De NCC is ontstaan uit een initiatief dat rond 1920 door bibliothecaris [[Philipp Christiaan Molhuysen|P.C. Molhuysen]] werd genomen om centraal een overzicht te hebben van alle aanwezige boeken in Nederlandse bibliotheken ("Centrale Catalogus"). Oorspronkelijk resulteerde dat in een enorme hoeveelheid kopieën van cataloguskaartjes in bibliotheekkasten in de KB Den Haag. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werden die geautomatiseerd verwerkt, wat eerst in het GGC en later in de NCC resulteerde. Sinds 1983 werkte de NCC als geautomatiseerd systeem waarmee bibliotheken artikelen en boeken bij elkaar konden opvragen. Sinds begin jaren negentig konden bibliotheekgebruikers dat ook zelf doen.
 
De NCC is ontstaan uit een initiatief dat rond 1920 door bibliothecaris [[Philipp Christiaan Molhuysen|P.C. Molhuysen]] werd genomen om centraal een overzicht te hebben van alle aanwezige boeken in Nederlandse bibliotheken ("Centrale Catalogus"). Oorspronkelijk resulteerde dat in een enorme hoeveelheid kopieën van cataloguskaartjes in bibliotheekkasten in de KB Den Haag. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werden die geautomatiseerd verwerkt, wat eerst in het GGC en later in de NCC resulteerde. Sinds 1983 werkte de NCC als geautomatiseerd systeem waarmee bibliotheken artikelen en boeken bij elkaar konden opvragen. Sinds begin jaren negentig konden bibliotheekgebruikers dat ook zelf doen.
Werken in het GGC hebben als identificatie een zogeheten '''PPN''', het Pica Productie Nummer. De naam hiervan is afkomstig van Pica, de makers van [[PiCarta]], de belangrijkste producent van bibliotheeksystemen in Nederland, in 2007 overgenomen door het Amerikaanse [[Online Computer Library Center|OCLC]].
 
Werken in het GGC hebben als identificatie een zogeheten '''PPN''', het Pica Productie Nummer. De naam hiervan is afkomstig van Pica, de makers van [[PiCarta]], de belangrijkste producent van bibliotheeksystemen in Nederland, in 2007 overgenomen door het Amerikaanse [[Online Computer Library Center|OCLC]].
 
De NCC beschrijft het bezit van veel Nederlandse bibliotheken. Met de NCC kan IBL, [[interbibliothecair leenverkeer]], plaatsvinden.