Paul Deschanel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 bron(nen) gered en 0 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.4.2)
redactie
Regel 20:
In 1885 slaagde hij er dan toch in als afgevaardigde van Eure-et-Loir in de [[Kamer van Afgevaardigden (Frankrijk)|Kamer van afgevaardigden]] verkozen te worden. Hij zou tot aan zijn verkiezing als president steeds voor die zetel worden herkozen. Ideologisch behoorden hij tot de “progressisten” of progressieve republikeinen, voorstanders van een democratische republiek, gematigde [[antiklerikaal]] en op economisch gebied uitgesproken [[liberaal]].
 
Als parlementslid maakt hij vooral naam door zijn toespraken en geschriften. Hij was een groot voorvechter van de democratische vrijheden en ijverde voor de [[scheiding van kerk en staat]]. Hij pleitte voor sociale hervormingen zonder dat het eigendomsrecht in het gedrang zou komen. Hij toonde zich een voorstander van het [[kolonialisme]] en interesseerde zich vooral voor de kolonisatie van [[Indochina]] en [[OceaniêOceanië]]. Hij maakte verscheidene studiereizen naar het buitenland.
 
Deschanel kwam in de aandacht door in 1894 een [[Tweegevecht|duel]] te voeren met zijn radicale collega [[Georges Clemenceau]], die hij in de Kamer beschuldigd had van betrokkenheid in het [[Panama-schandaalPanamaschandaal]]. Clemenceau, een geoefend [[Schermen|schermer]], verwondde hem toen aan het gezicht.
 
Hij was voorzitter van de [[Kamer van Afgevaardigden (Frankrijk)|Kamer van afgevaardigden]] van 1898 tot 1902 en daarna opnieuw van 1912 tot 1920.
Regel 43:
 
=== Machteloosheid ===
Deschanel had altijd de stelling verdedigd dat de president van de Republiek zijn grondwettelijke bevoegdheden ten volle moest uitoefenen en zich niet moest beperken tot een ceremoniële rol, zoals al lang de gewoonte was. Meteen na zijn verkiezing probeerde hij dan ook echt te regeren, maar hij merkte snel dat dit niet lukte. Door zijn gebrek aan ministeriële ervaring had hij weinig gezag over de ministers. Bovendien was [[Alexandre Millerand]], die Clemenceau als premier was opgevolgd, niet van plan om naar hem te luisteren. Deschanel was het vooral in de buitenlandse politiek oneens met Millerand. Hij vond dat de premier zich te toegeeflijk opstelde tegenover Duitsland. Die machteloosheid irriteerde hem behoorlijk en maakte hem depressief.
 
Intimi wisten al eerder dat Deschanel zeer nerveus en emotioneel kon zijn. In de eerste maanden van zijn presidentschap gedroeg hij zich af en toe vreemd.
 
Zo liep hij een paar keer voortijdig weg van een banket ter zijner ere. Na een toespraak in [[Nice]] kreeg hij zo'n applaus dat hij een deel van die rede als "bisnummer" herhaalde. Toen hij kort daarop bij een ontvangst in [[Menton]] bloemen naar hem werden gegooid, raapte hij de bloemen op en gooide deze één voor één terug.
 
=== Het vreemde ongeval ===
In de avond van 24 mei 1920 stapte de 65-jarige president met zijn gevolg in een nachttrein om de dag daarop in [[Montbrison]] een oorlogsmonument te onthullen. Even voor middernacht viel Deschanel door het venster van zijn slaapwagen uit de trein in de buurt van de stad [[Montargis]] in de [[Loiret (departement)|Loiret]]. Hij was door de hitte wakker geworden, had het venster geopend en was uit het venster gaan buigenleunen om frisse lucht te krijgen, zo werd later officieel meegedeeld. Volgens sommige artsen moet Deschanel slaapdronken zijn geweest, wellicht onder invloed van de slaapmiddelen die hij altijd nam.
 
Deschanel viel op de ballast naast de spoorlijn. Omdat de trein tijdens het incident vrij traag reed, werd hij slechts lichtgewond en kon hij snel weer snel opstaan. Een [[baanwachter]] die langs het spoor zijn nachtronde deed, kwam langs het spoor een bebloede man in pyjama tegen en bracht hem naar zijn wachterswoning. Onderweg zei de man hem: "Vriend, ik ga u verwonderen. U zal me niet geloven. Ik ben de president van de Republiek". De wachter geloofde hem inderdaad niet. Hij verzorgde hem, samen met zijn vrouw, die achteraf zeiezei dat ze gemerkt had "dat het een heer was: hij had zulke nette voeten". Ze haalden er een dokter bij , die de president herkende. Meteen werden de autoriteiten verwittigd. Toen in de presidentiële trein het bericht kwam dat Deschanel gevonden was, was zijn verdwijning er nog altijd niet opgemerkt en werd het bericht werd eerst niet geloofd.
 
=== Aftreden ===
De dag daarna zat Deschanel de ministerraad voor, alsof er niets gebeurd was. Hij wilde toen al aftedenaftreden, maar premier Millerand kon hem overtuigen dat niet te doen. Meteen daarop trok hij zich terug om opin zijn buitenverblijf te rusten.
Intussen kreeg het incident veel aandacht. De pers, die tot dan toe discreet was geweest over zijn gedragingen, begon allerlei details over hem te vertellen. Er circuleerden over hem grapjes, maar ook geruchten en verhalen die waarschijnlijk verzonnen waren. Zo zou hij naakt in het [[Elysée]] hebben gelopen, hij zou in een vijver in de paleistuin zijn gedoken en hij zou gefantaseerde handtekeningen – zoals "''Napoleon''" en “''[[Vercingetorix]]''” onder documenten hebben gezet. Het deed hoe dan ook zijn reputatie geen goed.
Regel 61:
Tegen de wil van zijn entourage in trad Deschanel uiteindelijk toch af, omdat, zo verklaarde hij, zijn gezondheidstoestand het niet meer toeliet om zijn ambt uit te oefenen.
 
Deschanel is amper zeven maanden president geweest, hetde kortste ambtstermijn na datdie van [[Jean Casimir-Périer]]. Hij is de eerste president sinds Casimir-Périer en de laatste voor [[Nicolas Sarkozy]] die maar één premier onder zijn regering gehad heeft.
 
Hij is ook het enige Franse staatshoofd voor [[François Mitterrand]] onder wie nooit een doodvonnis werd uitgevoerd. Deschanel was tegen de [[doodstraf]].
Regel 67:
== Laatste jaren ==
Deschanel was niet van plan een punt achter zijn carrière te zetten. Na zich na zijn aftreden een paar maanden in een instelling te hebben laten verzorgen, verscheen hij opnieuw op de vergaderingen van de Académie des Sciences morales et politiques. Begin 1921 werd hij verkozen tot senator voor Indre-et-Loire. Een jaar later werd hij voorzitter van de Senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken, als opvolger van Poincaré, die premier was geworden.
Hij overleed enkele maanden later aan [[pleuritis]], 67 jaar oud. HIj had nog een redevoering voorbereid, waarin hij de machteloze positie van het staatshoofd wilde aanklagen, maar die hij niet meer heeft kunnen uitspreken.
 
Hij overleed enkele maanden later aan [[pleuritis]], 67 jaar oud. HIjHij had nog een redevoering voorbereid, waarin hij de machteloze positie van het staatshoofd wilde aanklagen, maar die hij niet meer heeft kunnen uitspreken.
Hij werd begraven op [[Cimetière du Montparnasse]] in Parijs.
 
Hij werd begraven opin het [[Cimetière du Montparnasse]] in Parijs.
 
== Deschanel in België ==
[[Bestand:Bruxelles - Schaerbeek - Rue de Brabant n°182 - Paul Deschanel.jpg|miniatuur|Gedenkplaat op het geboortehuis van Deschanel in Schaarbeek]]
De Brusselse gemeente [[Schaarbeek]], waar Deschanel werd geboren, veranderde in 1912 de naam van een brede laan op haar grondgebied in ''Paul Deschanellaan'' (voorheen Boulevard Émile Vanden Putte). Deschanel was toen voorzitter van de Kamer van afgevaardigdenAfgevaardigden. Rond die tijd wardwerd op de gevel van zijn geboortehuis (Brabantstraat 182) een gedenkplaat aangebracht.
 
Deschanel was in 1919 als kamervoorzitter aanwezig in [[Dinant]] voor de herdenking van het bloedbad in die stad in 1914.