Prefix (taalkunde): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
2 x 'is'
afkorting
Regel 1:
Een '''voor-voegsel''' of ([[Romaanse talen|Romaans]]) '''pre-fix''' is een toevoeging ([[affix]]) die voor het grondwoord wordt geplaatst. Een prefix is altijd een [[gebonden morfeem]] (afhankelijk woorddeel), wat inhoudt dat het, i.t.t.in tegenstelling tot een [[cliticum]], niet als afzonderlijk woord (onafhankelijk) voorkomt. De tegenhanger van de prefix is de [[suffix]], of achtervoegsel.
 
Het taalkundig verschijnsel waarbij een zelfstandig woord wordt voorafgegaan door een prefix, '''prefigering''', is een [[studieobject]] binnen de [[morfologie (taalkunde)|morfologie]].
 
Prefixen komen in bijna alle [[talen van de wereld]] voor, behalve in de [[Isolerende taal|isolerende talen]]. Voorbeelden van Nederlandse prefixen zijn ''her-'' in ''her-halen'', ''her-inneren'', ''her-kennen'' en ''ver-'' in ''ver-kijken'', ''ver-zwikken'', ''ver-anderen'', ''zich ver-gissen'' en ''ver-gaan''. Pre- (''voor-''), als in pre-fix, pre-destinatie, pre-matuur is een Latijns voorvoegsel dat in veel Latijnse [[leenwoord]]en in het Nederlands voorkomt. Daarnaast is ''pre-'' in het Nederlands zelf [[productiviteitProductiviteit (taalkunde)|productief]] geweest in begrippen als ''pre-fabricage'', ''pre-advies''.
 
Zowel prefixen als suffixen komen in de meeste [[natuurlijke talen]] voor, maar suffixen vaker dan prefixen. Er zijn veel talen waarin voornamelijk suffixen worden gebruikt en bijna geen prefixen. Nog veel zeldzamer zijn echter [[disfix]]en, [[confix]]en, [[transfix]]en, [[infix]]en, [[suprafix]]en en [[simulfix]]en.