Maandagziekte: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
BotteHarry (overleg | bijdragen)
k Z&V: hele
k Taalpoetsje
Regel 1:
{{Disclaimer medisch lemma}}
'''Maandagziekte''', '''spierbevangenheid''' of '''tying up''' is een [[spier (anatomie)|spierprobleem]] dat vooral voorkomt bij [[paard (dier)|paard]]en die de dag ervoor niet gewerkt hebben, terwijl het voerpatroon niet veranderd is. Het kan heel ernstig en soms zelfs levensbedreigend zijn., Maarmaar meestal gaat het om een lichtere vorm. Paarden met tying up zijn stijf en willen liever niet lopen.
 
Schakel de [[dierenarts]] in bij het vermoeden van maandagziekte en houd het dier op temperatuur met [[deken (beddengoed)|dekens]]. Na een aanval moet het werk heel langzaam weer worden opgebouwd, want er is een grote kans op herhaling. Aanpassingen aan het [[voedsel|voer]] kunnen een volgende aanval helpen voorkomen. Hiervoor zijn speciale dieetvoeders verkrijgbaar bij de dierenarts. Het kan bij een zware vorm van maandagziekte gebeuren dat het paard ook bijna niet meer kan lopen.
 
In de volksmond heet de ziekte maandagziekte omdat het vroeger veel voorkwam bij werkpaarden die danin het weekend stil hadden gestaan. De spieren kunnen de afvalstoffen niet goed verwerken en daardoor krijgt het paard verschrikkelijke pijn in alle spieren. Als een paard dit krijgt dient het onmiddellijk en zo snel mogelijk stil te worden gezet (op stal). Als er te lang mee wordt doorgelopen kan dit tot blijvende schade aan de spieren leiden. Meestal wordt een paard 10 dagen op stal gezet, om daarna langzaam het bewegen weer op te bouwen. Eerst aan de hand stappen, dan de wei in, gevolgd door steeds zwaardere belasting van de spieren. Het herstel moet rustig plaatsvinden en vooral niet overhaast worden.
 
Tegenwoordig is spierbevangenheid vaak het gevolg van bepaalde enzymafwijkingen. Paarden die er aan lijden zijn voortdurend vatbaar. De preventie bestaat uit aangepaste voeding en beweging. Met speciale dieetvoeding worden heel goede resultaten bereikt. Het voedingsadvies en het bewegingsplan moeten goed afgestemd zijn op het paard en diens situatie, en dienen derhalve deskundig te worden opgesteld. Een paardendierenarts is hiervoor de aangewezen persoon.
 
{{Appendix|2=