Oeigoeren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Toevoegingen Karim Manouar ongedaan gemaakt. Zie de Overlegpagina van dit artikel
Karim Manouar (overleg | bijdragen)
Regel 90:
===Migratie===
[[File:Xinjiang nationalities by prefecture 2000.png|thumb|300px|Etnische groepen en meerderheden in Sinkiang]]
Na de verovering van Sinkiang door de [[Qing-dynastie|Qing-dynastie]] begon in de tweede helft van de achttiende eeuw een migratie van [[Han-Chinezen|Han]] naar het gebied. Aan het begin van de negentiende eeuw waren er ongeveer 155.000 Han-Chinezen in Sinkiang tegenover ongeveer 330.000 Oeigoeren. De aantallen Han-Chinezen zakten aanzienlijk vanaf het midden van de negentiende eeuw, onder meer door grootschalige conflicten zoals de [[Taipingopstand]], [[Opiumoorlogen]], [[Bokseropstand]] Xinhai-revolutie en [[Chinees-Japanse oorlogenOorlogen]], maar klommen daarna weer tot aan het midden van de twintigste eeuw. In 1947, kort voor de communistische machtsovername, waren er 220.000 Han-Chinezen en ruim drie miljoen Oeigoeren. In 2000 waren er ongeveer 7,5 miljoen Han-Chinezen tegenover 8,5 miljoen Oeigoeren.
 
Vanaf de achttiende eeuw tot aan het eind van de twintigste eeuw was de migratie van Han en Hui vooral gericht op het zeer dun bevolkte noordelijk deel van de provincie. Zij vestigden zich ook vooral in de grotere steden. [[Ürümqi]], de hoofdstad van Sinkiang en de grootste stad in het westen van China werd ontwikkeld vanaf midden achttiende eeuw en was vooral bedoeld voor vestiging van Han. In dit geval zijn het dus de Oeigoeren die nieuw zijn in de stad. Nog altijd woont 90% van de Han in het noordelijk deel van de provincie. Pas vanaf 1980 is er sprake van enige significante migratie van Han en Hui in het Tarimbekken, het zuidelijke deel van de provincie en het traditionele woongebied van de meerderheid van de Oeigoeren.