Orde van Malta: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 bron(nen) gered en 0 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.4.2)
Regel 8:
| locatiebreedte = 90
| locatieonderschrift = Embleem van de Orde met het Maltezer kruis
| talen = [[Italiaans (taalhoofdbetekenis)|Italiaans]]
| hoofdstad = [[Palazzo Malta|Palazzo di Malta]] in [[Rome (stad)|Rome]]
| religie = [[Rooms-katholiek]] 100%
Regel 33:
== Geschiedenis ==
===Stichting en organisatie===
De orde vond zijn oorsprong in een [[hospitaal]] in de wijk [[Muristan]] in [[Jeruzalem (hoofdbetekenis)|Jeruzalem]] dat gewijd was aan [[Johannes de Doper]]. Sindsdien is Johannes de Doper de [[schutspatroon]] van de orde en is zijn kerkelijke feestdag, 24 juni, de "nationale" feestdag. Het hospitaal was gebouwd in 1023 voor de vele [[pelgrims]] die naar Jeruzalem trokken. Het was door kooplui uit [[Amalfi (Italië)|Amalfi]] financieel mogelijk gemaakt en werd in eerste instantie geleid door [[benedictijnen]]. Het hospitaal diende ter verzorging van noodlijdende [[pelgrims]]. In 1113 maakten de hospitaalbroeders zich los van de benedictijnen en verenigden zich in een eigen [[ridderorde (organisatie)|orde]]. Zij legden de [[kloostergeloften|geloften]] van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af en [[paus Paschalis II]] bevestigde hen in hun orde en bezit. Zo ontstond de Orde van Sint Jan van Jeruzalem.
 
De doelstellingen van de nieuwe orde waren het beschermen en verplegen van pelgrims. Die bescherming bleek een militaire zaak en [[Raymond du Puy de Provence]], de tweede grootmeester van de orde, nam de reorganisatie daartoe ter hand. [[Ridder (ruiter)|Ridder]]s vervulden voortaan die beschermende, militaire taak, [[kapelaan]]s de zuiver geestelijke en priesterlijke taken en de dienende [[Frater (religieus)|broeders]] de verzorgende en huishoudelijke taken. De Orde van Sint Jan werd zo een [[ridderorde (organisatie)|ridderorde]] (''Ordo militaris Sancti Johannis Baptistae Hospitalis Hierosolymitani'') en de ordeleden werden johannieters genoemd.
Regel 46:
 
=== Zetel op Malta ===
Door de oprukkende Ottomanen en de val van de door de Kruisvaarders gestichte landen zag de orde zich enkele keren genoodzaakt te verhuizen, achtereenvolgens naar [[Akko (stad)|Akko]] in 1191, naar [[Cyprus (eiland)|Cyprus]] in 1291 en naar [[Rodos (eiland)|Rhodos]] in 1309. In 1522 ging ook Rhodos voor de Orde verloren en zwierven de ridders zeven jaar door Zuid-Italië. In 1530 kende [[keizer Karel V]] het eiland [[Malta (land)|Malta]] aan de Orde toe. Hiervan stamt ook de naam ''Maltezer Ridders''.
 
De [[Reformatie]] zorgde voor grote veranderingen binnen de Orde. In enige landen werden afgescheiden of later opgerichte [[Protestantisme|protestants]]e afdelingen van de Orde actief. Dit zijn de johannieterorden. Men vindt ze in [[Johanniterorden i Sverige|Zweden]], [[Balley Brandenburg des Ritterlichen Ordens St. Johannis vom Spital zu Jerusalem|Pruisen]], [[Orde van Sint-Jan (Verenigd Koninkrijk)|Groot-Brittannië]] en [[Johanniter Orde in Nederland|Nederland]].
Regel 68:
De [[Eerste Wereldoorlog]] bracht voor de neutraal gebleven orde grote problemen met zich mee. Hij moest, getrouw aan zijn opdracht, voor de oorlogsslachtoffers zorgen, die zich, net als de leden van de Orde, aan beide zijden van het front bevonden. De orde rustte vier lazarettreinen, een lazaret en zes hulpposten in.
 
In Nederland regelde een [[Koninklijk Besluit]] van 13 maart 1913 dat de Maltezer- en Johanniterorde beiden werden toegelaten bij de vrijwillige hulpverlening van het [[Rode Kruis]]. Beide organisaties werden ingebed in de krijgsmacht en Ridders van Malta werden met de rang van [[majoor]] in de krijgsmacht opgenomen. Op voorhand beloofde de orde 70 zusters voor een ambulance of een veldhospitaal. In september 1918 zorgde de Associatie van Nederlandse Maltezers voor 270 gebouwen met plaats voor 25.987 patientenpatiënten, 2916 ziekenbedden, 6000 verpleegsters en hulpverpleegsters en 3000 lekenzusters, dat waren helpsters in opleiding. In de praktijk kon deze op papier indrukwekkende organisatie veel minder realiseren dan op grond van deze cijfers verwacht mocht worden. Bij het bestrijden van de [[Spaanse griep]] faalde de orde. De samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis verliep zeer stroef.<ref>Cas de Quay (2011): ''In het licht van onze opdracht'', blz. 35-43.</ref>
 
De financiering van de orde werd een probleem. De Oostenrijkse Grootmeester Fra [[Galeazzo von Thun und Hohenstein]] was op de hand van de [[Centralen]]. Hij verkocht de eigendommen van de Orde die zich in het Oostenrijkse keizerrijk bevonden en investeerde de opbrengst in oorlogs[[obligatie]]s ten laste van [[Oostenrijk-Hongarije]]. Deze waardepapieren bleken na de val van de [[Huis Habsburg (hoofdbetekenis)|Habsburg]]ers en de ontmanteling van de [[dubbelmonarchie]] en het keizerrijk, waardeloos te zijn geworden. De orde bevond zich in financiële moeilijkheden. Aan grootmeester Thun werd beleefd maar met aandrang verzocht zich terug te trekken. Tijdens de laatste twee jaar van zijn leven (1930-1931) werd de orde door een luitenant-grootmeester geleid.
 
In de Tweede Wereldoorlog organiseerde de orde vier lazarettreinen, 19 veldlazeretten en tal van hulpposten. De nadruk lag op het Duits-Russische front waar 24000 gewonden werden verzorgd en gerepatrieerd.<ref>{{citeer web|url=https://www.orderofmalta.int/wp-content/uploads/2014/02/Corpo-Soccorso-Militare-DE_Layout-1.pdf|titel=“DER EINSATZ DES MALTESERORDENS WÄHREND DER KRIEGE DES 20. JAHRHUNDERTS: EINE RUHMREICHE TRADITION DER HILFELEISTUNG.”|uitgever=Order of Malta|datum=|bezochtdatum=8 februari 2017}}</ref>
Regel 121:
 
===Crisis van 2017===
In december 2016 ontstond een nieuwe crisis binnen de Orde. De grootkanselier, [[Albrecht von Boeselager|Albrecht Freiherr von Boeselager]], heer van Kreuzburg (°1949), werd door de grootmeester afgezet, vanwege "zware motieven". Wat die motieven waren werd niet duidelijk gemaakt. De grootmeester liet weten dat het niet ging om een vroeger probleem, waarbij onder de verantwoordelijkheid van Boeselager condooms waren verstrekt door een hulporganisatie van de Orde van Malta in [[Myanmar]].<ref name="nu">Nu.nl: [http://www.nu.nl/buitenland/4415910/hoofd-orde-van-malta-stapt-rel-condooms-met-vaticaan.html Hoofd Orde van Malta stapt op na rel om condooms met Vaticaan], 25 januari 2017</ref> Wellicht ging het om problemen betreffende een belangrijk financieel legaat, van onbekende of dubieuze oorsprong, ten gunste van de Orde, dat in Zwitserland bevroren was. <ref>[http://remnantnewspaper.com/web/index.php/articles/item/3174-the-plight-of-the-knights-of-malta-900-year-old-religious-order-mired-in-financial-scandal-and-vatican-intrigue Orde van Malta en financies]</ref>
 
Von Boeselager aanvaardde de afzetting niet die naar zijn oordeel in strijd was met de Ordeconstituties. Hij wendde zich tot het Vaticaan, waar hij bij hoge gezagdragers, meer bepaald staatssecretaris Parolin, gehoor kreeg. Een commissie werd door de paus aangesteld om de zaak te onderzoeken. De grootmeester liet onmiddellijk weten dat het om een probleem van inwendige orde ging waar niemand buiten de Orde zaken mee had. De Orde weigerde dan ook alle medewerking met de onderzoekscommissie. De weigering ging gepaard met kritiek op de leden van die commissie, waarvan werd gezegd dat ze als vrienden van de afgezette grootkanselier niet onpartijdig konden zijn. De commissie zette niettemin haar onderzoek verder en diende half januari 2017 een verslag in bij de staatssecretaris.
 
Op 24 januari 2017 werd grootmeester [[Matthew Festing]] bij de paus geroepen die hem verzocht ter plekke een ontslagbrief te ondertekenen, een in de geschiedenis van de orde zeer ongewone stap. <ref name="nu" /> Festing gaf hieraan gevolg en de paus aanvaardde onmiddellijk zijn ontslag. In overeenstemming met de constituties van de Orde, diende Festing vervolgens dit ontslag in, voor aanvaarding, bij de Soevereine Raad van de Orde.
 
De volgende dag stuurde staatssecretaris Parolin een brief waarin werd meegedeeld dat de paus een 'pauselijk vertegenwoordiger' zou benoemen, die de leiding over de Orde van Malta moest nemen. Daarop volgde op 27 januari een brief van de paus die benadrukte dat de luitenant-grootmeester zijn taken aan het hoofd van de soevereine Orde moest blijven behartigen, terwijl de door hem te benoemen afgevaardigde ''de geestelijke vernieuwing van de Orde, meer in het bijzonder van de leden die geloften hebben afgelegd'' zou begeleiden. De brief benadrukte dat de te benoemen pauselijke afgevaardigde de enige verbindingsman zou worden tussen de paus en de Orde, hiermee in feite de opdracht van kardinaal-patroon Burke, op zijn minst tijdelijk, beëindigend.
 
De soevereine raad, bestaande uit elf leden, kwam op 28 januari bijeen in Rome en bekrachtigde bij meerderheid van de stemmen het ontslag als grootmeester van Fra’ Matthew Festing. Aangezien slechts negen leden aan de stemming konden deelnemen (Festing en Boeselager niet), moeten minstens vijf leden voor de aanvaarding hebben gestemd. De groot-commandeur, Fra’ [[Ludwig Hoffmann von Rumerstein]], werd bevestigd als luitenant-grootmeester ''ad interim'' aan het hoofd van de Orde, tot aan de verkiezing (voorzien binnen de drie maanden) van een nieuwe grootmeester.
Hoffmann stuurde onmiddellijk een schrijven naar alle leden van de Orde.<ref> [https://www.orderofmalta.int/fr/2017/01/29/lettre-de-fra-ludwig-hoffmann-von-rumerstein/]]</ref>
 
Vervolgens werden, gevolg gevende aan het pauselijk bevel, de decreten vernietigd die waren genomen ten aanzien van Albrecht von Boeselager. Hij kon met onmiddellijke ingang het ambt van grootkanselier opnieuw bekleden. De Orde stuurde een brief naar de paus, waarin ze hem in diplomatieke bewoordingen bedankte omdat hij de soevereiniteit van de Orde had bevestigd en wilde versterken.
Regel 143:
Tijdens een persconferentie eind februari gehouden in Parijs, verklaarde de ondervoorzitter van de Franse vereniging van de Orde van Malta, Alain de Tonquedec, dat de Orde slachtoffer was geworden van een strijd die niet de zijne was. Hij bedoelde de strijd binnen het Vaticaan tussen de paus en kardinaal Burke.<ref> Le Parisien, 26 februari 2017 </ref>
 
Op 6 maart 2017 richtte aartsbisschop Becciu een brief, mede ondertekend door de luitenant-grootmeester, tot alle ridders van de Orde. Hierin vroeg hij om advies en suggesties voor de hervorming van de Orde. <ref>[http://www.italianinsider.it/?q=node/5202 Verzoek tot suggesties aan alle ridders gericht]</ref>
 
In een interview verschenen in ''The Catholic Reporter'' van 25 maart 2017, liet de ontslagnemende grootmeester Festing weten dat hij zou deelnemen aan de bijeenkomst van de Algemene Staatsraad en dat hij wel zou verplicht zijn de benoeming te aanvaarden indien de raad hem opnieuw zou verkiezen.<ref> [http://www.catholicherald.co.uk/issues/march-24th-2017/the-pope-said-i-could-be-re-elected-an-interview-with-fra-matthew-festing/ Interview Fra Festing] </ref>
Daarop kreeg hij het bevel ''in naam van de gehoorzaamheid'' vanwege aartsbisschop Angelo Becciu, ''in akkoord met de paus'' om niet aanwezig te zijn en zijn voorziene reis naar Rome te annuleren. Festing legde dit bevel naast zich neer en kwam op 26 april in Rome aan.<ref> [http://www.la-croix.com/Urbi-et-Orbi/Vatican/Lancien-grand-maitre-lOrdre-Malte-defie-pape-2017-04-27-1200842902 La Croix: L'ancien grand-maître de l'Ordre de Malte défie le pape]</ref><ref>[http://www.cathobel.be/2017/04/28/ordre-de-malte-lancien-grand-maitre-va-t-defier-pape/ Grand-maître ou lieutenant grand-maître?] </ref> Onmiddellijk kwam een bericht vanuit het Vaticaan, waarbij het bevel dat aan Festing was gegeven om niet aanwezig te zijn, werd herroepen.<ref>[ http://www.ncregister.com/blog/edward-pentin/vatican-reverses-decision-allows-festing-to-take-part-in-order-of-malta-ele Bericht in 'National Catholic Register'] </ref>
 
De stemgerechtigde verantwoordelijken kwamen in de dagen voor 29 april in Rome aan. Een brief van leden van de Soevereine Raad had hen op voorhand aangeraden niet een grootmeester maar een luitenant-grootmeester te kiezen, voor de termijn van één jaar. Op 26 april ontving paus Franciscus verschillende leden van de Staatsraad in de residentie Santa Martha en suggereerde hun hetzelfde.<ref group=n>De aanwezigen waren: Fra Ludwig Hoffmann von Rumerstein (interim-luitenant-grootmeester), Albrecht von Boeselager (groot-kanselier), Dominique de La Rochefoucauld-Montbel (groot-hospitalier), János Esterházy de Galántha (tresorier), Erich Prinz von Lobkowicz (voorzitter Duitse ridders), Marwan Sehnaoui (voorzitter Libanese ridders), Jaime Churruca y Azlor de Aragón (voorzitter Spaanse ridders), Thierry de Beaumont-Beynac (voorzitter Franse ridders), Fra' Giacomo Dalla Torre Del Tempio di Sanguinetto (grootprior van Rome), Fra’ Luigi Naselli di Gela (grootprior van Napels en Sicilië), Clemente Riva di Sanseverino (loco grootprior van Oost-Emilia en Romagna), Fra’ Ian Scott (grootprior van Engeland), Fra’ Emmanuel Rousseau (lid van de Soevereine Raad), Jack E. Pohrer (American Association), Mgr Fra' Giovanni Scarabelli (kapelaan van de Orde). </ref> De bedoeling was blijkbaar om, vooraleer een nieuwe grootmeester te verkiezen, constitutionele wijzigingen door te voeren, voorgesteld door de Duitse afdeling van de Maltaridders, waarbij de machten van de nieuwe grootmeester zouden beknot worden (voorstellen geformuleerd door prins Johannes Lobkowicz vermeldden: opleggen van een leeftijdsgrens, regelmatige vernieuwing van het mandaat, mogelijkheid tot afzetting indien hij niet-constitutionele beslissingen nam) ten voordele van een meer collegiaal bestuur en de functies van grootmeester en luitenant-grootmeester niet meer zouden voorbehouden blijven voor de geprofeste religieuzen van de orde die tot de adel behoren, maar ook door niet-adellijke geprofesten en zelfs door niet-geprofeste leken zouden kunnen worden uitgeoefend. <ref> [https://www.scribd.com/document/346504192/Erich-Lobkowicz-Thoughts-on-Reform] </ref> In het tweede geval zou de Orde niet langer een monastieke orde blijven, maar zichzelf omvormen tot een [[niet-gouvernementele organisatie]].<ref> [http://www.churchmilitant.com/news/article/treachery-among-the-knights-of-malta Christine MILES, 27 april 1017, ''Treachery among the knights of Malta''].</ref>
 
De Italiaan, [[Giacomo Dalla Torre del Tiempo di Sanguinetto]] (°Rome, 9 december 1944), prior van de grootpriorij Rome, telg uit een oude Romeinse adellijke familie, werd op 29 april 2017 verkozen tot luitenant-grootmeester, voor een termijn van één jaar. <ref> [https://www.orderofmalta.int/fr/2017/04/29/fra-giacomo-dalla-torre-del-tempio-di-sanguinetto-elu-lieutenant-du-grand-maitre-de-ordre-souverain-de-malte/ Officieel communiqué op de webstek van de Orde]</ref> Gediplomeerd van de [[Universiteit Sapienza Rome|Universiteit La Sapienza]], was hij specialist van middeleeuwse kunst en voormalig docent klassiek Grieks aan de [[Pauselijke Urbaniana Universiteit]] in Rome.<ref>[http://bx1.be/depeches/un-italien-prend-la-tte-de-lordre-de-malte-le-temps-de-rformes/ Nieuwe luitenant-grootmeedster verkozen]</ref>
 
== Symbolen ==
Regel 185:
[[Bestand:HMEH Fra' Matthew Festing, 79th Prince and Grand Master, SMOM.jpg|thumb|150px|Grootmeester Fra [[Matthew Festing]]]]
[[Bestand:De_Grootmeester_van_de_Orde_van_Malta.jpg|thumb|150px|Wapenmodel voor de vorst-grootmeester.]]
Aan het hoofd van de Maltezer Orde staat de vorst-grootmeester. Deze wordt voor het leven gekozen door de speciaal bijeengeroepen Grote Staatsraad. Deze komt hiervoor in [[conclaaf]] bijeen, vergelijkbaar met de manier waarop een nieuwe [[paus (hoofdbetekenis)|paus]] wordt gekozen. De grootmeester wordt gekozen uit de leden van de eerste stand, dat wil zeggen zij die geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid hebben afgelegd en die daarenboven adellijke afkomst kunnen aantonen.
 
De grootmeester van de Orde van Malta heeft volgens sommigen de status van soeverein [[staatshoofd]], maar dit wordt door anderen betwist. Binnen de [[Rooms-Katholieke Kerk]] heeft de Grootmeester van de Orde van Malta een rang onmiddellijk na die van [[kardinaal (geestelijke)|kardinaal]]<ref>[http://www.orderofmalta.org/the-order-and-its-institutions/246/fra-matthew-festing-2/?lang=en www.orderofmalta.org]</ref> en hij wordt als "Uwe Eminentie" aangesproken. De rang is ceremonieel, de grootmeester is geen lid van het [[College van Kardinalen]]. De grootmeester voert een wapen dat elementen van wereldlijke en [[kerkelijke heraldiek]] combineert en onder meer is voorzien van een zwarte [[wapenmantel]] met lelies. De grootmeester [[palen (heraldiek)|paalt]] of [[kwartileren|kwartileert]] zijn [[familiewapen]] met het wapen van de orde.
Regel 199:
* 6 leden zonder portefeuille.
 
Voor het contact met de [[Heilige Stoel]] is er een kardinaal-patroon, die door de [[paus (hoofdbetekenis)|paus]] wordt benoemd. Sinds 8 november 2014 is dat [[Raymond Leo Burke]].
 
==Zetels==
Regel 252:
# Donaat van Devotie
 
De rang van conventskapelaan ''Ad Honorem'' wordt doorgaans als gunst verleend aan [[bisschop]]pen en de rang van magistrale kapelaan aan [[priester (hoofdbetekenis)|priester]]s die voor geestelijke begeleiding aan afdelingen en organisaties van de orde verbonden zijn. Zij hoeven niet van adel te zijn om in deze rangen te worden opgenomen.
 
=== Commandeurs en baljuws ===
Regel 275:
== De orde in België en Nederland ==
=== Voormalige commanderijen ===
In wat tegenwoordig België is had de Maltezer Orde tijdens het [[Ancien Régime]] 7 commanderijen: [[Piéton (plaats)|Piéton]] in Henegouwen, [[Huppaye|Chantraine]], [[Tienen (hoofdbetekenis)|Tienen]], [[Vaillanpont]] en [[Alphen (Noord-Brabant)|Ter Brake]] in Brabant, [[Slijpe]] en [[Kaaster]] in Vlaanderen en [[Villers-le-Temple]] in het [[prinsbisdom Luik]]. Deze commanderijen vielen onder het grootprioraat Frankrijk, dat sinds 1311 zijn zetel had in de Tempel van Parijs.
 
[[Bestand:Commanderie St. Jan Nijmegen.JPG|thumb|150px|De Commanderie van Sint Jan in Nijmegen]]
Regel 324:
* W. CERUTTI, ''Van Commanderij van Sint-Jan tot Noord-Hollands Archief. Geschiedenis van het klooster van de Ridderlijke Orde van het Hospitaal van Sint-Jan van Jeruzalem in Haarlem''
* J. J. THIERRY, ''Maltezerorde in onze moderne wereld'', 1959.
* Prosper JARDIN & Philippe GUYARD, ''Les chevaliers de Malte'', Paris, Perrin, 1974 et 2004, {{ISBN |2262018618}}.
* Pierre P. PASELAU, ''Aspects méconnus de l'Ordre de Malte: les faits et les preuves'', Deschamps, 1987.
* Bertrand Galimard FLAVIGNY, ''Les chevaliers de Malte'', Paris, Gallimard, 1988, {{ISBN |2070533425}}.
* Alain BELTJENS, ''Aux origines de l'Ordre de Malte'', 1995.
* [[Johanna Maria van Winter|J. M. VAN WINTER]], ''Sources concerning the Hospitallers of St. John in the Netherlands, 14th-18th centuries'', Leiden [etc.], 1998.