Nederlandsche Handel-Maatschappij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 30:
[[Bestand:COLLECTIE TROPENMUSEUM Luchtfoto van het gebouw van de NHM in Djakarta Kota TMnr 60054793.jpg|thumb|300px|Luchtfoto van het gebouw van de NHM in [[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]].]]
 
De '''[[naamloze vennootschap|N.V.]] Nederlandsche Handel-Maatschappij''' werd op initiatief van koning [[Willem I der Nederlanden|Willem I]] in [[Den Haag]] opgericht op dinsdag [[9 maart]] [[1824]]. Als feitelijke datum van oprichting kan worden genomen de 29ste maart 1824, de dag waarop het Koninklijk Besluit tot oprichting werd vastgesteld. De doelstelling was (Art. 59) "bevordering van handel, scheepvaart, scheepsbouw, visserij, landbouw en (het fabriekswezen)", in voortzetting van wat tijdens de Franse overheersing van [[1795]] tot [[1813]] was ingezet. Het hogere doel was volgens de koning dat de NHM zou fungeren als een "grote hefboom, strekkende tot opbeuring en aanmoediging van de nationale welvaart". In de praktijk kwam het neer op expansie van de bestaande handel door het inwinnen van gegevens en het zoeken naar nieuwe afzetgebieden, en financiering van industrie en scheepvaart. Door de verbondenheid met de Nederlandse regering speelde de NHM een belangrijke rol in het ontwikkelen van de handel tussen de Nederlanden en [[Nederlands-Indië]].
 
De NHM wordt soms wel de opvolger genoemd van de [[Vereenigde Oostindische Compagnie]], daar ze eveneens in particuliere handen was, aandeelhouders had en de invloed van de Oranjes op het bedrijf voelbaar was. De oprichting van de NHM kan wellicht worden gezien als een poging om de VOC nieuw leven in te blazen door de (tijdens de Franse tijd in het slop geraakte) handel met Nederlands-Indië weer een nieuwe impuls te geven.