De '''mark Ename''' of het '''markgraafschap Ename''' was een [[mark (gebied)|mark]] die ontstond door samensmelting van twee deelgraafschappen van de [[Brabantgouw]]: [[Biest (Waregem)|Biest]] en [[Graafschap Chièvres|Chièvres]];ditdoor naareen besluit van [[keizer Otto II]] rondvan omstreeks [[950]].
In de geschiedschrijving noemt men dit gebied bij voorkeur de ''mark Ename''. DeHet graafmarkgraafschap wordt in kronieken genoemd naar de stamburcht te [[Ename]], gebouwd omstreeks [[974]]. Het graafschap is echter uitsluitend als ''graafschap Brabant'' in de keizerlijke oorkonden te bekennen. Mogelijk omvatte het nog de gehele Brabantgouw, evenwel met uitzondering van het [[graafschap Brussel]]. Tussen [[1005]] en [[1024]] was [[Herman van Ename]] markgraaf. Omstreeks 1025 werd de zuidelijke helft van de gouw ten gunste van de [[Graafschap Bergen|graven van Bergen]] afgesplitst. In [[1033]]/[[1034]] belegerde en verwoestte [[Boudewijn IV van Vlaanderen]] de burcht van Ename, maar de Duitse keizer wilde hem de mark niet toekennen. Toen [[Boudewijn V van Vlaanderen]] zich aansloot bij de opstand van [[Godfried II van Lotharingen|Godfried met de baard]], werd hem de [[mark Valencijn]] ontnomen. Hierop bezette hijBoudewijn in 1047 Ename opnieuw in [[1047]]. Kort na [[1056]] werd het noordwestelijke deel tussen Schelde en Dender als rijksleen toegewezen aan de graven van Vlaanderen (het zogenoemde [[Rijks-Vlaanderen]], ook bekend als het [[Land van Aalst]]).
