Degeneratie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k LF
Regel 10:
== Biologische reductie ==
{{Zie hoofdartikel|Rudimentair (anatomie)}}
In de biologie spreekt men meestal niet van degeneratie, maar is ''reductie'' het [[Functie (biologie)|functie]]verlies van organen in de loop van vele generaties, dus in de loop van de [[Evolutie (biologie)|evolutie]], en het steeds eenvoudiger en kleiner worden van een [[orgaan]] of lichaamsdeel. Een dergelijk orgaan wordt [[Rudimentair (anatomie)|"rudimentair"]] genoemd. Reductie is een veelvoorkomende vorm van evolutie. In de [[teloomtheorie]] van [[Walter Zimmermann (botanicus)|Walter Zimmermann]] is reductie een van de vijf ''elementaire processen'', die de evolutie verklaart van complexe [[Plantenmorfologie|morfologische]] structuren uit eenvoudige structuren bij [[landplanten]].
 
[[Bestand:Zimmerman proces.png|thumb|400px|<center>t=teloom, m=mesoom<br />P=Planatie, Vergroeiing: W=Webbing en S=Syngenese, '''R=Reductie''', I=Incurvatie]]
Reductie is ook een begrip uit de [[teloomtheorie]], opgesteld in 1930 door [[Walter Zimmermann (botanicus)|Walter Zimmermann]] ter verklaring van de evolutie van de vormenrijkdom bij [[varens]] en [[zaadplanten]]. Reductie is een van de vijf ''elementaire processen'', die de evolutie verklaart van complexe [[Plantenmorfologie|morfologische]] structuren uit eenvoudige structuren bij [[landplanten]]. Van een oorspronkelijk vrijwel [[dichotome vertakking]] (symmetrische vertakking in twee gelijkwaardige takken), groeit er één iets langer en sterker uit dan de andere gereduceerde tak, zodat er een splitsing in hoofd-en secundaire scheuten komt: anisotome vertakking. Zo zijn onder de [[Lycopodium|wolfsklauw-soorten]] enkele dichotoom vertakt, andere zijn anisotoom vertakt. Daarnaast kunnen bladen van wolfsklauwen als sterk gereduceerde takje gezien worden, maar volgens een andere theorie zijn ze ontstaan als uitgroeingen (enaties) van de stengel.
 
In de situatie dat de degeneratie geen [[natuurlijke selectie|selectief voordeel]] oplevert, zal het voorkomen van [[mutatie (biologie)|mutaties]] in een [[Populatie (biologie)|populatie]] alleen nog bepaald worden door [[genetische drift]]. Mutaties zonder ogenschijnlijke functie worden wel aangeduid met de term [[The spandrels of San Marco and the Panglossian paradigm|"spandrels"]]. In de praktijk zal een [[Rudimentair (anatomie)|rudimentair]] lichaamsdeel echter selectief nadeel opleveren, bijvoorbeeld omdat het andere functies in de weg zit, het energie en voedingsstoffen nodig heeft die beter aan wel-functionele lichaamsdelen besteed kunnen worden of omdat het negatief [[genetische correlatie|genetisch gecorreleerd]] is met andere, wel voordeel biedende lichaamsdelen.<ref>Futuyma (1998), p 423</ref>
Regel 18 ⟶ 21:
* [[Struisvogel]]s hebben zich ontwikkeld tot zware [[loopvogel]]s: hun poten zijn sterk ontwikkeld, waardoor ze meer dan 60 km/h kunnen rennen, maar vliegen is onmogelijk en hun [[vleugel (vogel)|vleugels]] zijn sterk gereduceerd. Een hypothese is dat de verwerving van deze kenmerken gezien kan worden als een vorm van [[neotenie]].
* Een rudimentair [[orgaan]] van de mens is het [[wormvormig aanhangsel]], het kleine, wormvormige einde van de blindedarm. Dit diende ooit als 'verteeroven' voor [[cellulose]], maar doordat de mens niet langer grassen en bladeren eet, zoals zijn voorgangers deden, werd het aanhangsel geleidelijk aan steeds kleiner. Of we hier werkelijk van rudimentair kunnen spreken wordt betwist. De blindedarm draagt bij aan een goede stofwisseling en afweer.
* Reductie is ook een begrip uit de [[teloomtheorie]], opgesteld in 1930 door [[Walter Zimmermann (botanicus)|Walter Zimmermann]] ter verklaring van de evolutie van de vormenrijkdom bij [[varens]] en [[zaadplanten]].
 
{{Appendix||2=