George Sand: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ecritures (overleg | bijdragen)
Leopard (overleg | bijdragen)
k geen particule onomastique 'de' bij namen met 2 beklemtoonde lettergrepen
Regel 30:
Toch kon men in deze kalme periode al de eerste tekenen van onrust opmerken. Het verschijnen van Jean-Pierre Aurélien de Sèze, advocaat-generaal te [[Bordeaux (stad)|Bordeaux]], zorgde voor instabiliteit in het huwelijk van George Sand. Zij ontmoette hem voor het eerst in 1825. Vijf jaar lang onderhielden zij een levendige briefwisseling. Tijdens deze periode ontmoetten ze elkaar echter vrij zelden. De relatie was [[Platonische relatie|platonisch]], maar wist toch de [[Jaloezie (gevoel)|jaloezie]] van Sands man op te wekken. De eerste scheuren in hun huwelijk manifesteerden zich. Sand realiseerde zich dat haar man meer interesse had voor zijn vee en de jacht dan voor haar. Op zijn beurt vond baron Dudevant het moeilijk getrouwd te zijn met een vrouw die intellectueel duidelijk zijn meerdere was.
 
Al die tijd had George Sand ook een innige band met Stéphane Ajasson de Gransagne, die zij al sinds haar jeugd kende. Hun relatie was steeds een onderwerp van [[roddel]] geweest, maar rond 1827 werden de roddels rond een [[buitenechtelijke relatie]] zo sterk dat men zelfs het [[Vader (familie)|vaderschap]] van haar dochter Solange (geboren op 13 september 1828) aan de Gransange toeschreef.
 
Uiteindelijk was de afstand tussen de echtgenoten te groot geworden en besloten George Sand en haar man uit elkaar te gaan. Sand had opnieuw contact gezocht met haar jeugdvrienden en vormde met hen een vrolijke groep waarbij baron Dudevant zich buitengesloten voelde. De baron van zijn kant bracht zijn tijd door met drinkgelagen en had meerdere avontuurtjes met dienstmeisjes. Het echtpaar ging in 1831 uit elkaar. De wettelijke echtscheiding volgde echter pas in 1836. Sand verwierf toen ook het [[hoederecht]] over haar twee kinderen.
Regel 43:
De romans die zij vervolgens schreef, voortaan onder het pseudoniem George Sand, vertoonden dezelfde [[romantiek (stroming)|romantische]] inslag: ''Valentine'' (1832) en ''Lélia'' (1833). In deze jaren werd zij een graag gezien persoon in de Parijse literaire kringen. Sainte-Beuve was gedurende een korte periode de vertrouwenspersoon van haar gevoelsleven én haar literair raadgever. Zij had een kortstondige romance met [[Prosper Mérimée]].
 
De 'losbandige' levenswandel van Sand en haar vele kortstondige romances zorgden voor heel wat schandaal. Bovendien kleedde ze zich als een man – zij droeg een broek en rookte [[Pijp (rookgerei)|pijp]] -, wat haar eveneens tot onderwerp van gesprek maakte.
 
===Alfred de Musset===
[[Bestand:Die junge George Sand.jpg|thumb|George Sand rond 1835, geschilderd door Auguste Charpentier]]
Sand ontmoette [[Alfred de Musset]] tijdens een diner in 1833. Een tijd daarna begonnen de twee een amoureuze relatie. In 1833-34 maakten zij een reis naar [[Venetië (stad)|Venetië]]. Het paar kon het in eerste instantie uitstekend met elkaar vinden, maar geleidelijk aan irriteerden ze elkaar. Sand schreef gedurende grote delen van de dag, soms zelfs acht uur aan één stuk, en De Musset zocht verstrooiing in cafés, bars en bij prostituees. Toen De Musset echter ziek werd, verpleegde Sand hem met de grootste zorg. Tegelijkertijd had zij een romance met de dokter die hem verpleegde, Pietro Pagello. Toen De Musset genezen was, keerde hij terug naar Parijs. Sand bleef in Venetië en kwam uiteindelijk ook naar Parijs terug, samen met Pagello. De romance was echter een kort leven beschoren en Sand dong al vlug weer naar de aandacht van De Musset, onder andere door haar haar af te snijden en het hem toe te sturen. De Musset gaf echter niet toe en vergaf haar haar ontrouw niet. Ze hadden voortaan wat men nu een knipperlicht-relatieknipperlichtrelatie zou noemen, maar in maart 1835 kwam het tot een definitief einde. De relatie vormde de inspiratie tot het schrijven van twee werken van literair belang: ''La Confession d'un enfant du siècle'' van de Musset en ''Elle et lui'' van Sand. Tijdens dehaar verblijf in Italië-periode schreef Sand ook nog de volgende werken: ''Leone Leoni'', ''André'', ''Le Secrétaire intime'', ''Jacques'', en ''Les Lettres d'un voyageur'', die zij stuurde naar de ''Revue des Deux Mondes''.
 
Na De Musset volgde een meer duurzame relatie met Michel de Bourges, een advocaat die Sand ontmoette in april 1835, toen zij officieel van haar man, baron Dudevant, wilde scheiden. De Bourges was een autoritair man, die haar fascineerde en haar politiek bewust maakte. Zij deelde zijn republikeinse passie en nam zelfs het risico om haar appartement tot een republikeinse verzamelplaats te maken. Toch nam ze uiteindelijk afstand van deze oudere man, die overigens virieler was dan haar vorige minnaars. Hij had haar ontgoocheld toen hij een vurig pleidooi hield voor een radicale en bloedige revolutie.
 
===Chopin===
Na haar mislukte relatie woonde Sand weer alleen in Parijs. Samen met haar vriendin [[Marie d'Agoult|Mme d'Agoult]], startte zij een [[salon (bijeenkomst)|salon]] in het Hôtel de France, waar zij beroemdheden uit de artistieke en literaire wereld ontvingen. Daar ontmoette Sand onder andere de rationalistische schrijver [[Hughes Félicité Robert de Lamennais|Lamennais]] en de filosoof [[Pierre Leroux]] die haar respectievelijk in contact brachten met religieus [[mysticisme]] en het [[socialisme]]. Leroux' socialisme, dat meer [[Utopisch socialisme|utopisch]] dan politiek was, had een grote invloed op Sand, zoals blijkt uit haar roman ''Spiridion'' (1839). Het leidde Sand bovendien ook naar [[theosofie]] en [[spiritisme]]. Voor Lamennais schreef zij enkele artikels in ''Le Monde'', maar uiteindelijk brak zij met hem omdat zij op bepaalde vlakken (bijvoorbeeld vrouwenrechten) niet op dezelfde golflengte zaten. Sands nieuwe interesses deden nog andere sociale romans verschijnen: ''Horace'' (1841), ''Consuelo'' (1842), ''Le meunier d'Angibault'' (1845). Door haar sociaal engagement stond zij ook positief tegenover de [[Februarirevolutie (1848)|Revolutie van 1848]] en wierp ze zich in de politieke actie aan de zijde van de republikeinse politicus [[Alexandre Auguste Ledru-Rollin]]. Toch ontgoochelde de revolutie haar tijdens het Juni-oproerJunioproer en trok zij zich terug uit de politiek.
 
In de salons ontmoette Sand, die ook een grote liefde voor de muziek had, in 1836 haar volgende grote liefde: de Poolse [[componist]]-[[pianist]] [[Frédéric Chopin]]. Maar tot een echte verhouding kwam het pas drie jaar later. Hun relatie was vrij discreet, aangezien Chopin de reactie van zijn familie vreesde. Ze zou negen jaar duren, tot 1847, en zou nu als een [[latrelatie]] te boek staan. De winter van 1838-39 bracht Sand met hem door in een verlaten [[Kartuizerklooster van Valldemossa]] op [[Majorca]], waar Chopin tevergeefs genezing hoopte te vinden van zijn beginnende tuberculose. Een verslag van dit verblijf kan men vinden in Sands werk ''Un Hiver à Majorque'' (1842). De zomer van 1839 brachten ze door te Nohant. Chopin bezat een gecompliceerd, egocentrisch karakter en had moeite met de socialistische vriendschapsbanden van Sand. Bovendien stelde Maurice, Sands zoon, zijn moeders relatie met Chopin niet op prijs. Op zijn beurt was de componist juist erg ingenomen met Sands vrijgevochten dochter Solange. Daarom was hij ontstemd toen hij vernam dat Sand had ingestemd met het huwelijk (in 1847) van haar dochter met de beeldhouwer Jean-Baptiste Clésinger, een vrij brutale, aan alcohol verslaafde man. Kort daarop werd Chopin ziek. Hij was niet in Nohant toen er een geweldige ruzie ontstond tussen Clésinger aan de ene kant en George Sand en Maurice aan de andere kant. George Sand brak volledig met haar dochter en eiste van Chopin dat hij dat ook zou doen. Dat deed hij echter niet en op 24 juli 1847 pleitte hij in een brief aan George Sand voor een verzoening tussen haar en haar dochter. In reactie hierop verbrak Sand in een brief van 28 juli de relatie die negen jaar had geduurd.<ref>Arthur Hedley (red.) Selected Correspondence of Fryderyk Chopin (Da Capo Press, New York 1979)</ref>
Regel 60:
===De dame van Nohant===
[[Bestand:Nohantwkped09.jpg|thumb|Nohant]]
Onder het Tweede Keizerrijk (1852-1870) bracht Sand de meeste tijd door op haar landgoed te Nohant, inmiddels een Sandmuseum. Ze toonde zich een goede kasteelvrouw. Sand was ook beschermvrouwe van veel leden van de nieuwe Franse schrijversgeneratie: [[Charles Augustin Sainte-Beuve|Sainte-Beuve]], [[Eugène Fromentin]], [[Gustave Flaubert]]. Met de laatste voerde ze een levendige briefwisseling. Het landleven inspireerde haar tot het schrijven van landelijke, sentimentele romans: ''La mare au diable'' (1846), ''François le Champi'' (1847-48) (waarvan een theaterbewerking in 1849 in première gaat), ''La Petite Fadette'' (1848-49), ''Les Maîtres sonneurs'' (1853). Zij schreef in deze periode ook haar [[autobiografie]]: ''Histoire de ma vie'' (1854-55), die later werden aangevuld met ''Impressions et Souvenirs''. In 1859 verscheen ''Elle et lui'', waarin Sand over haar breuk met Musset verhaalt. Tussendoor schreef Sand, naast haar romans, ook meerdere toneelstukken: ''Cosima'' (1840 - een flop), ''Claudie'' (1851 - eerste succes), ''Le Mariage de Victorine'' (1851), ''Les Vacances de Pandolphe'' (1852 - een flop), Mauprat (1853), ''Maître Favilla'' (1855), ''Françoise'' (1856), ''Comme il vous plaira'' (1856), ''Les Don Juan de village'' (1866), ''Le Lis du Japon'' (1866) en ''L'Autre'' (1870).
 
Sands laatste minnaar, die in 1849 haar leven binnenkwam, was Alexandre Manceau. Manceau, die door Sands zoon Maurice aan haar werd voorgesteld, werd Sands privésecretaris en later ook haar geliefde. Maurice kon echter maar moeilijk Manceaus rol in het leven van zijn moeder verteren. Sand zou echter Manceau trouw blijven en hem tijdens zijn ziekte verzorgen tot diens dood op 21 augustus 1865.