Groot-Waterschap van Woerden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 27:
==Omvang van het Groot-Waterschap==
[[Bestand:Kantoor Het Gemeendelandshuis van hetGrootWaterschap van Woerden 2013-09-09 11-23-49.jpg|miniatuur|Het voormalige kantoor, gemeendelandshuis aan de Havenstraat 30 in Woerden]]
Bij de vorming van het Groot-Waterschap waren de polders rondom Woerden betrokken. Grofweg gaat het om een gebied dat in het oosten begrensd werd door de Meerndijk, en de huidige [[Heicop]] en [[Polder Bijleveld|Bijleveld]] en in het noorden door de [[Meijepolder|Meije]] tot Zwammerdam. Vandaar in zuidelijke richting liep de grens langs de polders [[Zuidzijderpolder|Zuidzijde]] en [[Weijpoort]]. Het Groot-Waterschap omvatte nog wel de polders [[Westeinde van Waarder]] en [[Papekop]]. Bij [[Oudewater]] bereikte het water schapsgebiedwaterschapsgebied de Hollandsche IJssel die, tot de Meerndijk, de zuidgrens werd. Onduidelijkheid bestaat over de positie van de polder [[polder Heicop|Heicop]]. Waarschijnlijk behoorde die in de beginperiode ook tot de afwateringsgemeenschap van het Groot-Waterschap.
 
De omvang van het Groot-Waterschap bleef nog eeuwen aan wijziging onderhevig. Al in de dertiende eeuw werd door graaf [[Floris V van Holland|Floris V]] een aantal maatregelen genomen dat de waterbeheersing van de ''Landen van Woerden'' lang zou beïnvloeden. Op politiek gebied breidde de graaf zijn invloed verder naar het oosten uit ten koste van de Utrechtse bisschoppen. Woerden werd een Hollandse stad. Op waterstaatkundig gebied bepaalde Floris in 1286 dat een nieuwe Spaarndammerdijk mocht worden aangelegd, mogelijk ter vervanging van de eerder genoemde Wendeldijk, misschien was het ook een verbetering van die dijk. De regelingen die met de totstandkoming van die nieuwe dijk werden vastgelegd, worden als de officiële oprichting van het Hoogheemraadschap Rijnland gezien. Aan de oostzijde van het graafschap had Floris te maken met overstromingen langs de Hollandsche IJssel, onder meer in 1280. In 1285 besloot de graaf tot het leggen van een [[dam bij het Klaphek]]. Het Klaphek, ook wel Hopenesse genoemd, was een buurtschap ten westen van [[Vreeswijk (wijk)|Vreeswijk]] waar de [[Lek (rivier)|Lek]] en de IJssel uiteen gingen. Doordat anderhalve eeuw eerder bij [[Wijk bij Duurstede]] een dam was opgeworpen die de [[Kromme Rijn]] moest ontlasten, kwam er steeds meer water via de Hollandsche IJssel en dat leverde in toenemende gevaar op voor de omringende polders. De Hollandse graaf had formeel geen zeggenschap over de omgeving van het Klaphek, maar kon zijn politieke en militaire prestige inzetten om de bisschop onder druk te zetten. Deze bisschop, [[Boudewijn van Holland|Boudewijn II (van Holland)]], was een oudoom van de graaf. Boudewijn verzette zich aanvankelijk tegen de inbreuk op zijn soevereiniteit. Ook de diverse Utrechtse [[kapittel]]s maakten grote bezwaren tegen de aanleg van de dam. In 1295 werd echter een compromis bereikt, waardoor de dam niet langer omstreden was.