Victor Martin: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 18:
 
==Rapportering en impact==
Het relaas van Martin is te Brussel opgetekend in 1956 door Marc Goldberg,<ref>Het acht pagina's lange document, gesteld in de derde persoon, wordt bewaard door [[Jad Wasjem]] onder het kenmerk P.III.g. (Belgium) No. 278. De Wiener Library bezit een kopie. Martin typte het document zelf over, ondertekende het en liet zijn handtekening [[legalisatie|legaliseren]] door de burgemeester van Thonon (1980).</ref> een jurist die interviews deed in opdracht van de [[Wiener Library]].<ref>{{aut|Bernard Krouck}}, "La mission de Victor Martin à Auschwitz (1943)", in: ''Revue d’histoire de la Shoah – Le monde juif'', nr. 172, ''Entre piège et refuge. Sur la traque et le sauvetage des persécutés 1940-1945'', mei-augustus 2001, p. 75</ref> Van zijn ongeveer honderd bladzijden notities en zijn originele rapport aan het verzet en aan Londen zou geen exemplaar zijn bewaard. Dit heeft sommige [[Holocaustontkenning|revisionisten]] ertoe gebracht het bestaan ervan in twijfel te trekken.<ref>{{aut|Enrique Aynat}} en {{aut|Jean-Marie Boisdefeu}}, ''Estudios sobre Auschwitz'', Valencia, 1997, eigen beheer</ref> Ze menen dat hij op zijn missie enkel informatie uit tweede of derde hand bekwam en op basis daarvan speculatieve gevolgtrekkingen maakte over de uitroeiing. In elk geval was zijn conclusie over de functie van de crematoria juist, is zijn informatie aangekomen in verzetskringen en werd ze dermate ernstig genomen dat het onderduikingsnetwerk massaal geactiveerd werd. Onder meer [[Andrée Geulen-Herscovici]], een van de meest effectieve krachten in het [[Comité de Défense des Juifs]], die honderden kinderen hielp onderduiken, verklaarde dat de informatie van Martin hen tot actie bewoog. Het CDJ hield 3.000 tot 4.500 Joden uit handen van de nazi's. Meer algemeen leefde dankzij Martin in Belgie, meer dan in andere landen, het besef dat registratie en deportatie noodlottig waren.
 
==Vergetelheid en nagedachtenis==