Mondstuk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Didgert (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Didgert (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
Er zijn verschillende soorten mondstukken. Op veel koperblaasinstrumenten ([[trompet]], [[trombone]], [[tuba]]) staat een komvormig mondstuk, waartegen de lippen moeten trillen om een toon voort te brengen. Als men alleen zou blazen, zou er geen toon ontstaan, het laten trillen van de lippen is dus essentieel. Ook op de [[hoorn (muziekinstrument)|hoorn]] staat een dergelijk mondstuk, maar dit is iets meer trechtervormig, waardoor de toon van de hoorn wat minder fel klinkt dan die van bijvoorbeeld een trompet.
 
Ook de [[didgeridoo]] heeft een mondstuk maar meer nog een blaasgat echter is deze van [[bijenwas]] en moet je bij deze bij het aanblazen je lippen als het ware laten flapperen waardoor een staande [[geluidsgolf]] onstaat die die door de buis (didgeridoo)naar buiten komt. Het monotne geluid wat een beetje op gebrom lijkt is dan hoorbaar. Een aparte techniek die op ondereandere [http://www.didge.nl didge.nl] duidelijk omschreven staat.
 
Een [[dwarsfluit]] en een [[piccolo (fluit)|piccolo]] hebben een heel ander mondstuk. Op deze instrumenten zit een blaasgat. Er moet tegen de rand van dit blaasgat geblazen worden, om de lucht in trilling te brengen.