Friedrich August von Harrach-Rohrau: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
 
== Levensloop ==
Harrach was de zoon van staatsman en industrieel [[Aloys Thomas Raimund von Harrach]] (1669–1742) en diens tweede vrouw Anna Cäcilia von Thannhausen. Zijn grootvader was de diplomaat en Obersthofmeister Ferdinand Bonaventura von Harrach (1637–1706), een vertrouweling van keizerde Pruisische vorst [[Leopold I van Anhalt-Dessau|Leopold I]].
 
Friedrich August Gervas was vanaf 1720 in Habsburgse diplomatieke dienst als Reichshofrat. In 1726 werd hij gezant in [[Turijn]] en nadien afgevaardigde van [[Bohemen]] in de permanente [[Rijksdag (Heilige Roomse Rijk)|rijksdag]] van [[Regensburg]] (1728-1733).
 
De graaf van Harrach volgde in 1732 graaf [[Giulio Visconti Borromeo Arese|Giulio Visconti]] op als regeringsleider van de Habsburgse monarchie in de Zuidelijke Nederlanden. Hij was een energiek bestuurder die op nogal wat domeinen vernieuwing bracht. Zijn programma ''Expédients pour le redressement des Pays-Bas'' had tot doel het land uit de administratieve en financiele moeras te trekken. Hij liet een nieuwe, professionelere wind waaien in het bestuur. Hij fuseerde de Rekenkamers en schoof vijftien hoge ambtenaren opzij, tot woede van landvoogdes [[Maria Elisabeth van Oostenrijk (1680-1741)|Maria Elisabeth]]. In 1736 maakte hij een repertorium van commerciele en industriele ondernemingen. Tot tevredenheid van Wenen liepen de belastinginkomsten regelmatig binnen. Harrach kreeg dan ook vlot financiering los. Behalve de civiele lijst, bekwam hij van 1732 tot 1745 voor 17 miljoen leningen tegen een rente die nooit boven de 4% lag.
 
Hij fuseerde de Rekenkamers en schoof vijftien hoge ambtenaren opzij, tot woede van landvoogdes [[Maria Elisabeth van Oostenrijk (1680-1741)|Maria Elisabeth]]. In 1736 maakte hij een repertorium van commerciele en industriele ondernemingen.
 
Tot tevredenheid van Wenen liepen de belastinginkomsten regelmatig binnen. Harrach kreeg dan ook vlot financiering los. Behalve de civiele lijst, bekwam hij van 1732 tot 1745 voor 17 miljoen leningen tegen een rente die nooit boven de 4% lag.
 
In 1744-1745 werd hij landmarschalk van Neder-Oostenrijk. Als hoofdkanselier van Bohemen ondertekende hij in 1745 de [[Vrede van Dresden]].