Mondingssnelheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k toelichting van de notatie
onderdelen van de formule benoemd
Regel 1:
De '''mondingssnelheid''' is de snelheid die een afgeschoten [[projectiel]] (kogel, granaat, blaaspijltje) heeft op het moment van het verlaten van de loop, dus als de aandrijving ophoudt te werken. De verdere ([[uitwendige ballistiek|ballistische]]) baan wordt dan door externe factoren bepaald: [[zwaartekracht]], [[luchtweerstand]], [[windsnelheid]], [[corioliseffect]].
 
Hoe hoger de mondingssnelheid, hoe meer energie het projectiel heeft (<math>\scriptstyle E = \frac{1}{2}m\cdot{v^2}</math>) en dus hoe verder het kan vliegen, hoe meer energie het op het doel kan overbrengen en hoe minder gevoelig het zal zijn voor verstoringen van de baan. In een formule <math>\scriptstyle E = \frac{1}{2}m\cdot{v^2}</math>, waarbij ''m'' staat voor de massa van het projectiel in kilogrammen en ''v'' voor de snelheid in meters per seconde.
 
Bij boogschieten, waarbij geen sprake is van een monding, geeft men vaak de pijlsnelheid op bij het verlaten van de [[Pees (samengevlochten draden)|pees]].