Verdrag van Giyanti: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
sjabloon portaal VOC toegevoegd, ontbrak
verduidelijking; Midden-Java en Oost-Java beginnen met hoofdletter
Regel 1:
[[Bestand:Jawa_Setelah_Perjanjian_Giyanti.png|thumb]]
{{Link portaal|VOC}}
Het '''verdrag van Giyanti''' (ook wel '''verdrag van Gianti''') ([[13 februari]] [[1755]]) was een overeenkomst tussen de [[VereenigdeVerenigde OostindischeOost-Indische Compagnie|VOC]] (VOC), de [[soesoehoenan]] van [[Mataram II|Mataram]], [[Pakoeboewono III van Soerakarta]] ([[Pakubuwono III]]), en diens tegenstander, kroonpretendent [[Mangku Bumi]]. Het verdrag, dat werd gesloten in Gyanti even oosten van [[Surakarta (stad)|Soerakarta]] op midden-[[Java (eiland)|Java]], maakte een einde aan de derde van de [[Javaanse successieoorlogen]]. Pakoeboewono behield de titel van soesoehoenan (sunan, d.i. 'degeen voor wie men zich neer moet buigen'), en kreeg het oostelijk deel van het sultanaat met Soerakarta / [[Surakarta (stad)|Solo]] als nieuwe [[Kraton (onderdistrict)|kraton]] en hoofdstad. Mangku Bumi werd verheven tot [[sultan (rang)|sultan]], kreeg het westelijke deel van Mataram, en stichtte zijn eigen nieuwe kraton en hoofdstad: [[Jogjakarta]].
 
== Gevolgen van het verdrag ==
Voor de VOC betekende het verdrag dat men afstand deed van de veroveringsplannen ten opzichte van Mataram. De compagnie stelde zich tevreden met het beheersen van de Javaanse noordkust en liet het binnenlands bestuur van de twee kleine, verzwakte [[vorstenlanden]] aan de sultans over. Het voordeel van het verdrag voor de VOC was dat zij nu niet langer met één sterk verenigd rijk op middenMidden- en oost Oost-Java te maken had, maar aan de andere kant moest men wel steeds de twee naar overheersing van elkaar neigende staatjes uit elkaar houden, iets wat in de verfijnde wereld van de Javaanse [[etiquette]] veel diplomatie vereiste.
 
Voor de soesoehoenan betekende het erkennen van de sultan van Jogjakarta als onafhankelijk vorst, dat hij inzag dat zijn macht, die tot dan toe volgens de Hindoe-Javaanse traditie onbeperkt en grenzeloos was geweest (Pakoeboewono betekent 'spil/middelpunt van de aarde'), nu volgens westerse normen aan een beperkt gebied en aan buitenlandse invloeden onderhevig was.
Regel 11:
 
Een verwant van de twee sultans, Raden Mas Said, gaf zich na het sluiten van het verdrag niet gewonnen voor ook aan hem een eigen vorstendom werd gegeven ([[Verdrag van Salatiga]], 1757). Onder de naam [[Mangkoenegara I]] vestigde hij zijn kraton direct ten oosten van Soerakarta en regeerde over de oostelijke streken van Mataram. Tijdens de Engelse bezetting van [[Nederlands-Indië]] kwam de sultan van Jogjakarta tegen hen in opstand (1812). De Engelsen bestraften hem hiervoor door zijn grondgebied te verkleinen en vrijwel de hele zuidelijke kuststrook van Jogjakarta onder een aan hen trouw gebleven vorst, de [[Pakualaman]] te plaatsen.
Mataram was uiteindelijk in vier zwakke vorstenlanden verdeeld. De Javaanse kroniek [[Babad Giyanti]] beschrijft de gebeurtenissen rond het sluiten van het verdrag.
De Javaanse kroniek [[Babad Giyanti]] beschrijft de gebeurtenissen rond het sluiten van het verdrag.
 
{{Appendix|2=