Han-Chinezen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 80:
 
'''Han-Chinezen''' of '''Han''' zijn een [[Etniciteit|etnische]] groep afkomstig uit [[Oost-Azië]]. Han-Chinezen vormen 92% van de bevolking van [[Volksrepubliek China|China]], 98% van de bevolking van [[Taiwan]], 74% van de bevolking van [[Singapore]], 24,5% van de bevolking van [[Maleisië]] en ongeveer 20% van de [[wereldbevolking]], waardoor het de grootste etnische groep in de wereld is. Er zijn aanzienlijke genetische, taalkundige, culturele en sociale verschillen onder de Han-Chinezen, voornamelijk als gevolg van duizenden jaren van immigratie en assimilatie van verschillende regionale etnische groepen en stammen binnen China. De Han-Chinezen zijn een onderdeel van de [[Zhonghua Minzu|Chinese natie]] (Zhonghua Minzu). Soms noemen Han en andere Chinezen zich de ''[[Huang Di|Afstammelingen van de Yan en Huang Keizers]]'' ([[Vereenvoudigde Chinese karakters|vereenvoudigd Chinees]]: 炎黄子孙; [[Traditionele Chinese karakters|traditioneel]] Chinees: 炎黃子孫).
 
De Chinezen zijn verspreid over veel landen in Zuidoost-Azië en daardoor ook de Chinese cultuur en economie. China heeft te maken gehad met twee grote migratiegolven. De eerste vond plaats in de 15e eeuw, veel Chinezen trokken naar landen dicht bij het moederland zoals Maleisië en het grondgebied van Singapore. Deze migranten vervulden hier vooral een rol als handelaar en kooplui. De tweede grote migratiegolf vond plaats in de tweede helft van de 19e eeuw, deze migratiegolf ontstond door hongersnood, werkloosheid en politieke onrust. De Chinezen vervulden in vergelijking tot de eerste migratie golf een lagere functie in de maatschappij zoals bijvoorbeeld zwaar werk op plantages, mijnbouw en de aanleg van spoorwegen. Dit verklaart ook waarom de economische invloed van China in veel landen in Zuidoost-Azië zo groot is. Omdat de Chinezen een economisch sterke positie vervulden maar wel een minderheid van de bevolking vormden in het desbetreffende land, heeft dit geleid tot discriminatie van de Chinese minderheid. Deze discriminatie kwam niet alleen uit de richting van de bevolking, maar in economisch slechte tijden deed de overheid net zo hard mee.
 
'''Thailand'''
 
Van de Chinese bevolking die is geïmmigreerd naar Thailand, zijn velen ook daadwerkelijk Thai geworden en hebben Thaise namen aangenomen. Echter was de assimilatie niet vrijwillig maar onder dwang van de Thaise overheid. Zo hebben ze bijvoorbeeld speciale Chinese onderwijsinstellingen verboden. De Chinese bevolking heeft deze assimilatie ook zelf willen doorvoeren maar met economisch voordeel in het achterhoofd, zoals een goede omgang met officiële Thaise instanties.
 
'''Indonesië'''
 
De Chinezen vormen de grootste minderheidsgroep van Indonesië en worden in Indonesië daardoor dus ook politiek onderdrukt. Wel hebben de Chinezen in Indonesië een sterke economische positie wat zorgt voor afgunst onder de Indonesische bevolking. Door politieke onderdrukking van de Chinees-Indonesische minderheid bevolking ontstaat er wrijving tussen de twee culturen.
 
'''Cambodja'''
 
Ten tijden van de Rode Khmer werden de Chinezen in Cambodja tijdelijk weggevaagd en gediscrimineerd. Dit heeft geleid tot een sterke afname van de Chinese bevolking in Cambodja. Ook na de val van de Rode Khmer in 1979 zette deze discriminatie nog een tijdje door. Pas in 1993 kwam daar verandering in, zo kregen de Chinezen hun vrijheden terug en herwonnen hun economische positie. Tegenwoordig kun je zeggen dat de bevolkingsgroepen goed met elkaar samenwerken. Zo komen bijvoorbeeld veel Cambodjanen terecht in Chinese ziekenhuizen in Cambodja en gaan veel Cambodjaanse kinderen naar Chinese scholen. Hieruit kan dus worden geconcludeerd dat er geen assimilatie maar ook geen segregatie heeft plaatsgevonden. De twee bevolkingsgroepen leven vredig naast elkaar.
 
== Termen en etymologie ==