Pirenne-these: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Pirenne kwam tot zijn these in gevangenschap.<ref>{{aut|Sarah Keymeulen}} en {{aut|Jo Tollebeek}}, ''Henri Pirenne, Historian. A Life in Pictures'', p. 47, 104</ref> Hij was op 18 maart 1916 gearresteerd door de Duitse bezetter omdat hij niet zonder succes het Gentse professorenkorps mobiliseerde tegen de eis om de universiteit te heropenen, als ''Vlaamsche Hoogeschool''. De germanofiele professor was diep geschokt door de Duitse invasie en de steun die dit militarisme vond bij bevriende collega's over de Rijn zoals Karl Lamprecht en [[Gustav von Schmoller]], die het [[Manifest der 93]] ondertekend hadden. Pirenne, wiens 19-jarige zoon Pierre gesneuveld was in de [[Slag om de IJzer]], brak met hen. Hij werd afgevoerd naar Duitsland, waar [[Russisch]]e medegevangenen hem hun taal leerden en hij ging nadenken over de comparatieve methode en de oorsprong van de westerse beschaving. Uit het hoofd begon hij in [[Creuzburg]] te schrijven aan een ''Geschiedenis van Europa'', waarvan het eerste deel de kern van zijn these bevatte, inclusief het minimaliseren van de Germaanse impact op het antieke Europa. Pirennes oorlogservaring – bewust of onbewust, vertroebelend dan wel verscherpend – stond in elk geval niet los van zijn denken.
 
Na de oorlog werd Pirenne enige jaren [[Lijst van rectoren van de Universiteit Gent|Gents rector]]. In 1922 nam hij de draad van zijn stelling terug op en publiceerde hij een artikel met de slotwoorden: "Zonder de [[islam]] zou het [[Frankische rijk]] ongetwijfeld nooit bestaan hebben, en [[Karel de Grote]] zou zonder [[Mohammed]] ondenkbaar zijn." Hij verdedigde deze boude stelling op lezingen en conferenties, en werkte ondertussen aan een synthetisch boek waarvan het manuscript bij zijn dood werd gevonden en dat in gereviseerde vorm postuum verscheen (1937).
 
== Inhoud van de these ==