Reichsverweser: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Met betrekking tot de Duitse geschiedenis denkt men in eerste instantie aan de Reichsverweser [[Aartshertog Johan|Aartshertog Johan van Oostenrijk]]. Deze oom van de toenmalige Oostenrijkse keizer werd op 28 juni 1848 gekozen tot voorlopig staatshoofd van het revolutionaire Duitse Rijk. De Bondsdag, het orgaan van de Duitse Bond, beeindigde zijn activiteiten ten gunste van Johan (12 juli).
 
Johan benoemde een rijksoverheid en tekende de rijkswetten. Johan diende in die functie ook na het einde van de Nationale Vergadering van Frankfurt in mei 1849. Op 20 december 1849 droeg hij zijn bevoegdheden over aan een federale commissie, wiens leden door Oostenrijk en Pruisen waren benoemd. Ook achteraf werd de rijksoverheid nooit illegaal of illegitiem verklaard, vanwege het oficieelofficieel besluit van de Bondsdag.
 
De term Reichsverweser kwam ook voor tijdens de [[Novemberrevolutie]] van 1918. Rijkskanselier Max von Baden (de regeringsleider) verkondigde de afdanking van de keizer. Max droeg zijn ambt over aan de sociaal-democraat Friedrich Ebert (tegen de bepaling van de grondwet, want alleen de keizer kon een rijkskanselier benoemen). Max werd gevraagd of hij voor een overgangstijd Reichsverweser wilde worden. In die overgangstijd kon men een besluit nemen of Duitsland een monarchie of een republiek moest zijn. Max weigerde echter omdat volgens hem de revolutie dit niet meer toeliet. Daardoor was er geen staatshoofd zodat de revolutionairen dit gat moesten opvullen.