Jan te Winkel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Trivia: Varia
→‎Loopbaan: foto verpl.
Regel 36:
 
==Loopbaan==
[[Bestand:JanteWinkelHeufkeKantelaar.jpg|250px|thumb|left{{largethumb}}|Jan te Winkel in 1895 door J.H. Heufke Kantelaar]]
Te Winkel ging vervolgens Nederlands, [[Latijn]] en [[geschiedenis]] doceren aan het gymnasium in Groningen. Tegelijkertijd publiceerde hij taalkundige lesboekjes, boekbeoordelingen en wetenschappelijke artikelen. Ook bezorgde hij edities van [[Middelnederlands]]e teksten van onder meer Torec, [[Moriaen]] en [[Esopet]]. Daarnaast schreef hij een eerste deel van de ''Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde'', over de [[middeleeuwen]], en droeg hij bij aan de ''Grundriss der germanischen Philologie'' (1898) van [[Hermann Paul]] met een artikel over de geschiedenis van de Nederlandse taal en literatuur.
 
[[Bestand:JanteWinkelHeufkeKantelaar.jpg|250px|thumb|left|Jan te Winkel in 1895 door J.H. Heufke Kantelaar]]
In 1892 werd Te Winkel benoemd tot hoogleraar in de Nederlandse taal- en letterkunde en in het Oudgermaans aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Hij bekleedde deze functie tot 1919. Te Winkel werkte tijdens zijn hoogleraarschap verder aan zijn hoofdwerk, het vijfdelige ''De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde'', waarvan het eerste deel in 1908 verscheen. Hij werd in 1910 benoemd tot rector magnificus van de Amsterdamse universiteit.