Addinga: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
k nog een linkfix
Regel 1:
Het Westerwoldse geslacht '''Addinga''' was afkomstig uit [[Reiderland (landstreek)|Reiderland]]. Volgens de verhalen zou hij naar [[Wedde (Groningen)|Wedde]] zijn gevlucht of zijn verjaagd na de Marcellusvloed van [[1362]]. In Wedde werd rond 1360/1370 de [[Wedderborg]] gebouwd. Deze datering werd gegeven na enige archeologische opgravingen. De verbintenis van de opkomst van Addinga met de Marcellusvloed in [[1362]] berust op latere constructies en heeft naar alle waarschijnlijkheid zelfs helemaal niets met Dollardoverstromingen te maken. Het ontstaan van de [[Dollard]] kan met zekerheid pas gesitueerd worden in de eerste helft van de vijftiende eeuw.
 
De oorsprong van het geslacht Addinga is er in ieder geval in een duister licht mee komen te staan. Toen Egge (II) Addinga in [[1474]] probeerde te bewijzen dat de Addinga's al minstens honderd jaar de heerlijkheid Wedde bezat met afschriften van de bisschop van [[Munster]] en de abt van [[Corvey]], had hij inmiddels alle schijn tegen. In [[1474]] bleek dat de Addinga's behalve de heerlijkheid [[Wedde (Groningen)|Wedde]] en [[Westerwolde]] ook het gericht van [[Winschoten]] (ook voogdij van [[Winschoten]] geheten) in leen hadden. Vanwege de Reiderlandse achtergrond van [[Winschoten]] is het mogelijk dat de Addinga's uit deze plaats afkomstig zijn geweest.
 
In [[1391]] wordt voor het eerst in een oorkonde van het huis te Wedde gesproken. Egge (I) Addinga (zoon van de stamvader Adde) wordt echter nog aangeduid als hoofdeling in Reiderland. De bevolking van Westerwolde kon moeilijk de heerschappij van Egge Addinga accepteren, met name het stempel dat hij drukte op het bestuur en rechtspraak. Egge (I) bestuurde met willekeur en in conflict met het Westerwoldse landrecht toen hij de rechtszetel van [[Vlagtwedde]] naar [[Wedde (Groningen)|Wedde]] verplaatste. Toen Egge (I) op weg was van Onstwedde naar Wedde, is hij in de buurt van Wessinghuizen aangevallen en vermoord. Toch bleek de macht van de Addinga's nog volledig intact. De inwoners van Westerwolde beloofden op 4 juni [[1391]], aan de minderjarige kinderen van Egge: Adde, Haye en Boele, Egge's weduwe Focke Kekesma en Oomke (ook Unico genoemd) Ripperda (proost en hoofdeling in Farmsum) en Wyarde Memminge (hoofdeling in Bunde), Memmen en zoon Tiabbeken Jelderkes de verplichtingen na te komen die zij ook hadden met de overleden Egge. Laatsgenoemde personen zijn allen verwant aan Addinga. Op 12 maart [[1392]] verkochten Wyarde Memminge, Memmen en Tiabbeken Jelderkes hun rechten op het slot van Wedde en Westerwolde aan de de Addinga's. In [[1391]] werd Egge Addinge in Westerwolde genoemd onder de ''capitales'' (hoofdelingen) van Reiderland, evenals in [[1420]], al lijkt dat gezien de moord niet mogelijk. In [[1400]] beleende de bisschop van [[Munster]] beide broers Haye en Boele met [[Westerwolde]].