Bundespräsidium: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
De [[Noord-Duitse Bond]] van 1867 was een federale staat. Zijn grondwet voorzag officieel geen staatshoofd, maar de facto was het ''Präsidium des Bundes'' dat wel. De grondwet gebruikt ook de uitdrukking ''Bundespräsidium''. Volgens de grondwet oefende dit ambt steeds de koning van Pruisen uit.
 
De uitdrukkingen werden gekozen om de sterke positie van de koning minder te benadrukken en om aan de traditie van de Duitse Bond aan te sluiten. [[Otto von Bismarck]], de hoofdpersoon bij de oprichting van de Noord-Duitse Bond, wilde daarmee ook een titel zoals '[[bondspresident]]' voorkomen omdat die té republikeins zou klinken. De uitdrukkingen waren echter omslachtig en onhandig in het diplomatiek verkeer. Begin 1870 poogde Bismarck om een keizerstitel te introduceren maar ving daarmee bot, ook bij koning [[Wilhelm I van Duitsland|Willem]].
 
Toen de Noord-Duitse Bond in 1871 werd uitgebreid en hergenoemd in [[Duitse Rijk]] kreeg het ''Bundespräsidium ''een bijkomende titel: ''Deutscher Kaiser''. De bevoegdheden van het ambt veranderden daardoor niet. Met het einde van het keizerrijk op 9 november 1918 eindigte ook het ambt van ''Bundespräsidium ''c.q. keizer.
 
[[Categorie:Noord-Duitse- Bond]]
[[Categorie:DuitsDuitse KeizerrijkRijk]]