Wet op de lijkbezorging: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 34:
De vergoeding voor een lijkschouwing door een behandelend arts wordt middels een visitetarief vergoed door de ziektekostenverzekeraar. De kosten voor de werkzaamheden van de gemeentelijk lijkschouwer zijn voor de gemeente.
 
De kosten van een uitvaart vormen een vordering op de [[Nalatenschap#Omvang|nalatenschap]]. Deze kosten, indien de overledene geen begrafenisverzekering had, zijn preferent in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene. Voor zover de uitvaartkosten buitensporig hoog zijn, hebben ze geen voorrang. Wanneer een derde een uitvaart regelt is hij als opdrachtgever jegens de begrafenisondernemer aansprakelijk voor de kosten, maar kan deze in overeenstemming met de rangorde verhalen op de nalatenschap. Deze derde is de gemeente, diewanneer deniemand uitvaart regelt indien niemandanders het initiatief neemt.
 
Wanneer de vordering niet inbaar is (niet toereikend, en geen erfgenamen die de (negatieve) nalatenschap aanvaard hebben) kunnen ze eventueel vallen onder [[onderhoudsplicht]]. Dit betekent dat de kosten verhaald worden op personen die deze onderhoudsplicht jegens de overledene zouden hebben, in praktijk vaak de ouders en kinderen, ook indien ze de erfenis verworpen hebben. Dit kan soms lijden tot situaties waarin iemand aangesproken wordt voor uitvaartkosten voor een familielid met wie hij in onmin leeft of van wiens overlijden hij of zij niet eens op de hoogte was.