Dienstweigering: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
rv auteursrechtenschending: http://www.desertie.be/index.php/jozef-schildermans
Regel 8:
 
== Dienstweigeren in België ==
In het [[interbellum]] was er aantal dienstweigeraars om politieke redenen: de [[Vlaams-Nationale dienstweigeraars]].
In het [[interbellum]] was er aantal dienstweigeraars om politieke redenen. Voorbeelden zijn de [[Vlaams-Nationale dienstweigeraars]] en de anarchistisch-pacifistische dienstweigenaars (zie [http://www.desertie.be/index.php/jozef-schildermans proces Day-Campion]). [https://fr.wikipedia.org/wiki/Marcel_Dieu Marcel Dieu (alias Hem Day)] (1902-1969, secretaris van het CIDA - Comité International de Défense Anarchiste) en [https://fr.wikipedia.org/wiki/L%C3%A9o_Campion Léo Campion] (1905-1992, secretaris van de Belgische sectie van de W.R.I -War Resistance International) hadden in hun jonge jaren hun dienstplicht vervuld, respectievelijk in 1922 en 1925. Op 28 februari 1933 stuurden beiden echter hun militair boekje terug aan de minister van landsverdediging.
 
Hun actie was ingegeven door het wetsvoorstel dat de liberalen Devèze en Janson even daarvoor hadden ingediend en dat bestraffing inhield van de belediging van 's Lands vlag en 's Rijks wapen, bestrijding van ophitsing tot dienstweigering en bestrijding van belediging ten opzichte van officieren in dienst van het leger. Verder waren ze ook van mening dat België het Briand-Kellog Pact van 27 augustus 1928, dat de oorlog verbood als werktuig van nationale politiek, niet voor niets had ondertekend. Dit verdrag, waarvan België één van de eerste ondertekenaars was, accentueerde de détente tussen Duitsland en Frankrijk, en werd getekend, naast de drie eerder genoemde landen, door de VSA, Tsjecho-Slowakije, Groot-Brittannië en zijn overzeese gebieden, Italië, Japan en Polen. Het Belgisch parlement keurde het verdrag goed op 16 maart 1929.
 
Albert Devèze was als liberaal voor Brussel in de Kamer gekomen in 1912 en speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van het liberalisme na de eerste wereldoorlog. In de regering Carton de Wiart was hij, vanaf 20 november 1920, minister van Landsverdediging. Op 16 oktober 1921 had te La Louvière een socialistische meeting plaats die de legerdienst wou beperkt zien tot zes maanden. Op deze manifestatie werd, in het bijzijn van minister E. Anseele, de vlag met het gebroken geweer rondgedragen. Voor Voor A. Devèze was dit een daad van antipatriotisme en hij vroeg het ontslag van Anseele. Op 19 oktober legden alle socialistische ministers hun portefeuille neer, wat het einde was van de drieledige regering Carton de Wiart.
 
Op 15 maart 1933 liet minister Devèze Hem Day en Léo Campion terug oproepen, als disciplinaire maatregel volgens artikel 75 van de militiewet. De minister ging met andere woorden de confrontatie aan. Hem Day ontving zijn oproeping in de gevangenis van Sint-Gillis waar hij zijn straf van twee maanden uitzat nadat hij een veroordeling had opgelopen, dit na hij was slaags geraakt met een agent in burger tijdens een solidariteitsmeeting met een andere dienstweigeraar Rutger Simoens. Op de ochtend van 6 juni 1933, toen Hem Day, die voor jusititie gewoon Marcel Dieu zou heten, met zijn vriend Léo Campion op wandel was in de buurt van het Rogierplein in Brussel, werd hij opgemerkt door de speciale agenten Jean Sterckx en Jules Van de Seppe, van de gerechtelijke brigade van de hoofdstad. Om 11 uur werd hij gearresteerd, terwijl men Campion, om onopgehelderde redenen, gewoon liet lopen. Tijdens de eerste ondervraging die ochtend, vroegen de agenten aan Marcel Dieu of hij deserteur was en ze kregen het antwoord “nee”, want hij, Marcel Dieu, erkende de militaire autoriteiten niet. Daarop werd hij naar het militair auditoraat overgebracht. Daar werd hij ondervraagd door de auditeur De Longueville. Weer benadrukte Marcel Dieu dat hij anarchist was, en weigerde hij zijn verklaring te tekenen, zoals steeds het geval zou zijn, ook voor Léo Campion. De dag erna bood Léo Campion zich spontaan aan op de gendarmerie van Brussel, uit solidariteit met zijn gearresteerde vriend. Ook hij verklaarde, daarover ondervraagd op 8 juni, libertair te zijn en geen autoriteit te erkennen.
 
Hem Day werd ondervraagd op 6, 7, 14 en 27 juni. Toen men hem de 27ste vroeg waarom hij alle verklaringen weigerde te ondertekenen, antwoordde hij: “J'ai refusé de signer mes interrogatoires et je ne signerai pas d'avantage celui-ci parce que je me refuse à reconnaître tout pouvoir officiel quelqu'il soit.” Op de vraag of hij na zijn eventuele vrijlating hetzelfde zou doen antwoordde hij resoluut met “ja”. Beide dienstweigeraars verschenen dan voor de Krijgsraad te Brussel, op 19 juli 1933. Hem Day had Paul-Henri Spaak als advocaat gekozen, ironisch genoeg na de Tweede Wereldoorlog secretaris-generaal van de NAVO. Léo Campion had twee advocaten, Mr Maurice Beublet, van de balie van Brussel, een communist, die later in het verzet zou sterven. De tweede advocaat was Mr Charles Morris van de balie van Luik, en Grootmeester van de Belgische Federatie van het “Droit Humain”, een vrijmetselaarsvereniging waar naast Campion zelf, ook Hem Day toebehoorde.
 
Op 25 juli 1933 beginnen Hem Day en Léo Campion, samen met de Vlaamse dienstweigeraar Lionel De Vlaminck, die ook in St. Gillis zit, een hongerstaking. Day en Campion zijn niet aanwezig als hun beroep op 3 augustus behandeld wordt door het militair hof onder leiding van president Vandekelder, en met als leden Generaal Lemercier, Kolonel Merentant, de Majoors Barthelemy en Bertrand en met als substituut van de auditeur-generaal Anspach. Beide dienstweigeraars worden verdedigd door Spaak en Beublet. De straffen worden teruggebracht tot drie maanden voor beiden. In werkelijkheid was de instructie van hoger hand gekomen om de – inderdaad onhoudbaar zware – straffen te verminderen, zodat Hem Day en Léo Campion onmiddellijk vrij zouden kunnen komen, om ze daarna uit het leger te ontslaan. Dit alles met als vooropgezet doel geen precedenten te scheppen voor wat betreft het recht op dienstweigeren. De substituut legde er in zijn requisitorium dan ook de nadruk op dat beiden het leger hadden beledigd en maakte geen allusie meer op de pacifistische motieven. Tijdens een kabinetsbijeenkomst maakte Devèse bekend dat beide weigeraars ontslagen waren uit het leger. Jacquemotte, communistisch volksvertegenwoordiger, diende op 3 augustus 1933, nadat hij even daarvoor de strafvermindering had vernomen, een ordemotie in waarin hij de onmiddellijke vrijlating eiste van beiden. Hij was daarmee te laat want zowel Hem Day als Léo Campion werden nog de dag van hun tweede proces vrij gelaten. De Vlaamse dienstweigeraar Lionel De Vlaminck, die samen met hen hongerstaakte, bleef echter gevangen, reden voor Kamerlid Leuridan om in het parlement ook zijn vrijlating te eisen, “immers de twee Walen zijn op vrije voeten...”. Enkele dagen later werd ook hij in vrijheid gesteld.
 
In [[België (hoofdbetekenis)|België]] is de [[dienstplicht]] sinds [[1994]] opgeschort.
In 1963 werd in België de Burgerdienst ingevoerd.
 
In 1963 werd in België de Burgerdienst ingevoerd.
 
Dienstplichtigen konden het statuut van gewetensbezwaarde aanvragen. Gewetensbezwaarden konden een vervangende dienst doen bij de [[Civiele Bescherming (België)|Civiele Bescherming]] of in de socio-culturele sector. De diensttijd was dan anderhalf, respectievelijk 2 maal zo lang als de kortste legerdienst. Dit hield in dat wanneer een legerdienst met kazernering in Duitsland 9 maanden duurde, de burgerdienst bij de Civiele Bescherming 15 maanden en burgerdienst in de socio-culturele sector 18 maanden duurde.
Regel 32 ⟶ 21:
 
Sinds de afschaffing van de dienstplicht in 1994 kan het statuut niet meer aangevraagd worden. Ook vrouwen konden dit statuut nooit aanvragen.
 
De strijd tegen de militaire dienstplicht en voor de erkenning van het recht op gewetensbezwaren op filosofische, religieuze of morele gronden heeft in België een lange parlementaire weg doorlopen. Een van de voorvechters in deze strijd was [https://fr.wikipedia.org/wiki/Jean_Van_Lierde Jean Van Lierde] (1926-2006), die in 1949 weigerde zijn dienstplicht te vervullen. Marcel Dieu (Hem Day) had een onmiskenbare invloed uitgeoefend op Van Lierde. Samen met Dieu werd Van Lierde een van de voortrekkers van de War Resisters International (WRI).
 
De naam Van Lierde krijgt voor het eerst enige bekendheid wanneer hij in 1949 besluit om het bevel tot militaire dienstplicht naast zich neer te leggen. Het gaat hier niet alleen om een individuele geloofsdaad: het is er hem vooral om te doen het recht op gewetensbezwaren op de politieke agenda te krijgen en een wettelijke basis te geven. De drie processen die voor de militaire rechtbanken gevoerd worden, en zijn vijftien maanden durende opsluiting in de gevangenissen van Nijvel, Namen, Luik en St.-Gillis weet hij steevast aan te wenden om de zaak van de gewetensbezwaarden in de publieke opinie te krijgen.
 
In februari 1956 werd Van Lierde officieel ontslagen van zijn militaire verplichtingen. Door de kracht van zijn overtuiging en dankzij de steun van zijn ouders, vrienden, medestanders en van zijn vrouw, Claire Oudenaerde, heeft hij deze harde strijd kunnen doorstaan. De wet betreffende het statuut van de gewetensbezwaarden wordt uiteindelijk in juni 1964 in het parlement goedgekeurd. Eenmaal deze wet gestemd stelt Van Lierde alles in het werk om de burgerdienst institutioneel te omkaderen met de oprichting van de Burgerdienst voor de Jeugd (BDJ). Via deze organisatie hebben duizenden jongeren hun burgerdienst kunnen volbrengen, eerst bij de eenheden van de civiele bescherming en vanaf 1969 ook in allerlei instellingen van openbaar nut.
 
== Dienstweigeren in Nederland ==