Buurthuiswerk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Oskardebot (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
k →‎Opleiding: interne link
Regel 32:
 
==Opleiding==
Het buurthuiswerk was deels gestart door vrijwilligers. Vanuit de kerken werden veelal pastores, predikanten en werkers met een kerkelijke opleiding ingezet. In ander deel van het club- en buurthuiswerk waren leden van jeugdorganisaties als vrijwilliger actief. In de loop van de twintigste eeuw ontstonden er beroepsopleidingen voor jeugd- en club- en buurthuiswerkers. Op middelbaar niveau waren bekende opleidingen [[Middeloo]], de Kopse Hof en de Jelburg, die bekendstonden als de ''Mikojelopleiding''. Op het niveau van het hoger beroepsonderwijs werd aan de sociale academies de studierichting sociaal-cultureel werk ingericht. Binnen de laatste opleiding kregen in de jaren zeventig van de twintigste eeuw de theorieën van [[Saul Alinsky|Alinsky]] (''"[[Dat hoef je niet te nemen!|Dat :hoef deje niet te nemen! De organisatie van de sociale actie]]"''), [[Paulo Freire|Freire]] (''"Pedagogiek van de onderdrukten"''), [[Herman Milikowski|Milikowski]] (''"Lof der onaangepastheid"'') en [[Piet Reckman|Reckman]] (''"Sociale Aktie, naar een strategie en methodiek"'') ruim aandacht. Mede door de komst van jong opgeleide beroepskrachten trad een verschuiving in de programmering op. Regelmatig leidde dat ook tot spanningen tussen de meer actiegerichte beroepskrachten en zij die meer gericht waren op ontwikkeling en ontplooiing van de deelnemers.
 
Na de integratie van de sociale academies in de hogescholen werd de opleiding tot buurthuiswerker opgenomen als onderdeel van de Culturele en Maatschappelijke Vorming. Ook op middelbaar niveau kan een dergelijke opleiding worden gevolgd.