Bodemtextuur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
twee overbodige linken
Link terug; sp textuurclassificatie
Regel 6:
 
[[Afbeelding:Textuurdriehoek internationaal.JPG|Textuurdiagram (clay = klei, sand = zand, loam = leem)|thumb|400px|right]]
Op basis van zijn specifieke plaatselijke structuur wordt [[grond (aarde)|grond]] in meerdere '''textuurklassen''' onderverdeeld. Deze indeling berust op de verschillen in [[korrelgrootte (sediment)|korrelgrootte]]-samenstelling van de verschillende bodemfracties ter plekke. Daarbij wordt het massa-percentage van iedere bodemfractie bepaald ten opzichte van de gezamenlijke in de grond aanwezige [[mineraal materiaal|minerale]] bodem[[massa (natuurkunde)|massa]]. De in de bodem aanwezige [[organische stof]] wordt in deze berekening buiten beschouwing gelaten. De [[Nederland|Nederlandse]] textuurclassificatie van rivier- en zeekleigronden gaat vooral uit van het klei- ("lutum") gehalte van de bodem (dus de relatieve grootte van de kleifractie). Bij bodemmateriaal met een kleigehalte < 8 % (met name van [[eolisch proces|eolische herkomst]]) wordt in Nederland ook gebruik gemaakt van de indeling naar het gehalte aan [[leem]] (de [[bodemfractie]] < 50 μm). In internationale systemen gebruikt men vaak een andere indeling.
 
De bodemtextuur kan men bepalen met de zogeheten '''textuurdriehoek''' of '''textuurdiagram'''. Internationaal gebruikt men meestal de textuurdriehoek zoals in de afbeelding hiernaast.