De Japanse Nederlandkunde stelde het land in staat kennis te nemen van de ontwikkelingen in de westerse techonologie en heelkunde in de periode [[1641]]–[[1853]], die bekend staat als de [[sakoku]] of isolatie van het Tokugawa sjogoenaat.
Rangaku siis er in belangrijke mate voor verantwoordelijk dat Japan een voldoende begrip van de technologische revolutie die zich in deze tijd in Europa voltrok kon eigen kon maken zodat het land na de opening van [[1854]] in staat was snel te moderniseren
==Geschiedenis==
Na 1840 was de [[Vereenigde Oostindische Compagnie]] de enige buitenlandse handlspartnerhandelspartner die nog in Japan gedoogd werd en ook hun doen en laten werd streng gecontroleerd. Aanvankelijk was een jaarlijks bezoek aan Edo de enige gelegenheid het kleine eilandje Desjima te verlaten. De vreemdelingen op het eiland waren echter een belangrijke bron van informatie voor de Japanners. Zij kochten en vertaalden vele boeken over westerse wetenswaardigheden en verkregen interessante zaken uit het westen zoals klokken van hen. Er werden ook demonstraties gehouden, bijvoorbeeld van elektrische verschijnselen en in het begin van de negentiende eeuw ook van een heteluchtballon. In de twee eeuwen daarvoor kan gesteld worden dat de Nederlanders de rijkste en wetenschappelijk de meest vooruitstrevende natie en daarmee als geen ander in staat deze bemiddelende fucntie te bekleden.
In totaal werden duizenden geschriften vertaald en gedrukt. Zo'n 70 tot 80% van de Japanse bevolking was geletterd en de boeken vonden gretig aftrek. Het land was al sterk verstedelijkt met grote steden zoals Osaka en Kyoto die een grote lezerskring verzekerden. In de grote steden waren er zelfs boekhandels die zich in dit soort literatuur specializeerdenspecialiseerden.