Halogeenlamp: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 48750663 van 2A02:A446:17E9:1:2518:4044:1ADD:21C2 (overleg) ongedaan gemaakt.
Regel 7:
De aan een gloeilamp toegevoerde elektriciteit wordt omgezet in warmte. De gloeidraad van de lamp straalt deze warmte uit door [[elektromagnetische straling]]. Het [[elektromagnetisch spectrum|spectrum]] van dat licht is afhankelijk van de temperatuur; het infrarode deel van het spectrum is voor mensen onzichtbaar. Naarmate de gloeidraad heter is, hoe groter het zichtbare deel van het uitzendspectrum wordt, en dus hoe hoger het rendement. Bovendien wordt het licht witter.
 
== mr beanProblemen ==
De levensduur van de gloeilamp stelt een grens aan de temperatuur. Het [[metaal]] van de gloeidraad verdampt na verloop van tijd, dit resulteert in een vermindering van de lichtopbrengst met 10 à 20%. Als er door fluctuaties in de verdamping een dunne plek in de gloeidraad ontstaat neemt de [[stroomdichtheid]], en daarmee de temperatuur, ter plaatse toe. Daardoor verdampt het metaal op de dunne plek sneller en op den duur brandt de gloeidraad door. Dit gebeurt vanzelfsprekend eerder naarmate de temperatuur van de gloeidraad hoger is. Daar komt bij dat het metaal van de verdampende gloeidraad neerslaat op het lampglas. Dit wordt hierdoor donkerder, waardoor de lichtopbrengst minder wordt.